Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
Na artikel 2.31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.31a
1. Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 2.31, eerste lid, aanhef en onder b,
verbindt het bevoegd gezag voor zover nodig voorschriften aan de omgevingsvergunning
die strekken tot toepassing van andere technieken dan die waaromtrent ingevolge artikel
2.8, eerste lid, tweede volzin, in of bij de aanvraag om de vergunning gegevens of
bescheiden zijn verstrekt.
2. Indien het bevoegd gezag voornemens is toepassing te geven aan artikel 2.31, eerste
lid, aanhef en onder b, verschaft de vergunninghouder desgevraagd aan het bevoegd
gezag de gegevens die voor die toepassing noodzakelijk zijn.
Toelichting
Met deze Nota van wijziging wordt voorgesteld de in het voorstel van wet tot wijziging
van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent
maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het
terrein van het omgevingsrecht opgenomen bepaling inzake «het verlaten van de grondslag
van de aanvraag» over te hevelen naar het onderhavige wetsvoorstel.
Aanleiding hiervoor is dat deze bepaling uit het wetsvoorstel 33 135 (mede) strekt ter implementatie van artikel 21 van de richtlijn Industriële emissies
en dus op 6 januari 2013 – de implementatiedatum – dient te gelden.
De bepaling is destijds opgenomen in wetsvoorstel 33 135, omdat wetsvoorstel 33 135 naar redelijke verwachting eerder tot wet zou worden verheven dan wetsvoorstel 33 197. Inmiddels liggen beide wetsvoorstellen in de TK en is de verwachting thans dat de
parlementaire behandeling van het implementatiewetsvoorstel 33 197 sneller zal kunnen verlopen dan de parlementaire behandeling van wetsvoorstel 33 135. Weliswaar is op 5 juni 2012 wetsvoorstel 33 135 niet controversieel verklaard, maar is in dat wetsvoorstel een nota van wijziging
voorzien, die thans nog voor advies aanhangig is bij de Afdeling advisering van de
Raad van State.
Door de bepaling inzake «het verlaten van de grondslag van de aanvraag» over te hevelen
naar het onderhavige implementatiewetsvoorstel kan naar redelijke verwachting het
risico dat onverhoopt de implementatiedatum niet wordt gehaald, worden verkleind.
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat met betrekking tot de onderhavige bepaling enkele
vragen zijn gesteld in het Verslag bij wetsvoorstel 33 135 van 22 maart 2012. Deze vragen zijn beantwoord in de Nota naar aanleiding van het
Verslag bij wetsvoorstel 33 135, die op 6 juni 2012 aan de TK is toegezonden.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma