Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33168 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33168 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten te wijzigen teneinde het aanbieders van medisch-specialistische zorg die aan daartoe geldende voorwaarden voldoen, toe te staan winst uit te keren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet cliëntenrechten zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in de Wet marktordening gezondheidszorg;
een ziekenhuis als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2. In het zesde lid wordt «is hoofdstuk 5, paragraaf 1, van deze wet niet van toepassing» vervangen door: zijn hoofdstuk 5, paragraaf 1, en hoofdstuk 5a niet van toepassing.
B
Na hoofdstuk 5 wordt een nieuw hoofstuk ingevoegd, luidende:
1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt, zonodig in afwijking van artikel 1, eerste lid, verstaan onder:
zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Zorgverzekeringswet;
zorg die verblijf van een cliënt in een accommodatie gedurende het etmaal met zich brengt;
zorg die geen verblijf van een cliënt in een accommodatie gedurende het etmaal met zich brengt;
zorg zoals medisch-specialisten die plegen te bieden;
de natuurlijke persoon die, het verband van natuurlijke personen dat of de rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen door een of meer natuurlijke personen;
het door een zorgaanbieder in een boekjaar gerealiseerde resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening met inbegrip van buitengewone lasten en buitengewone baten.
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel e, is een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Zorgverzekeringwet of artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor de toepassing van dit hoofdstuk slechts zorgaanbieder indien hij zorg doet verlenen door natuurlijke personen die bij hem in dienst zijn.
1. Een zorgaanbieder die op grond van een zorgverzekering verzekerde medisch-specialistische zorg verleent, keert slechts winst uit indien:
a. hij aan de artikelen 41d, 41e en 41f voldoet, en
b. hij een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, naamloze vennootschap of coöperatie is, indien hij een rechtspersoon naar Nederlands recht is.
2. In afwijking van het eerste lid keren academische ziekenhuizen geen winst uit.
3. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen op basis van een maatschap samenwerkende personen zonder aan de artikelen 41d en 41e te voldoen winst uitkeren aan diegenen van hen, die hun arbeid hebben ingebracht.
4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, kunnen de volgende zorgaanbieders winst uitkeren zonder aan de artikelen 41d, 41e en 41f te voldoen:
a. zorgaanbieders die al dan niet in combinatie met zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden, uitsluitend extramurale medisch-specialistische zorg verlenen in verband met een psychiatrische aandoening;
b. zorgaanbieders die uitsluitend niet op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verzekerde behandelingen van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening verlenen;
c. een besloten vennootschap met één directeur-grootaandeelhouder, die beroepsmatig in persoon zorg verleent.
1. Een zorgaanbieder die medisch-specialistische zorg verleent, keert geen winst uit:
a. zolang hij geen beschikking van Onze Minister heeft, inhoudende dat hij zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid van de te verlenen zorg naar behoren heeft ingericht en dat hij een veiligheidsmanagementsysteem heeft dat voldoet aan NTA 8009:2007;
b. zolang het bestuur geen goedkeuring aan het besluit tot uitkering van winst heeft verleend;
c. gedurende de periode waarover hij op grond van een beschikking van de zorgautoriteit steun, niet zijnde steun als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg, ontvangt;
d. zolang hij op grond van de Garantieregeling Inrichtingen voor Gezondheidszorg 1958 zoals deze voor 1 januari 1988 luidde, over een garantie beschikt voor de betaling van rente en aflossing van leningen, aangegaan voor in die regeling bedoelde investeringskosten;
e. zolang op hem een aanwijzing, een bevel of een last onder bestuursdwang als bedoeld in hoofdstuk 7 van toepassing is dan wel, indien hem in plaats van een last onder bestuursdwang als bedoeld in dat hoofdstuk een last onder dwangsom is opgelegd, zolang deze last onder dwangsom op hem van toepassing is.
2. Een zorgaanbieder kan een beschikking als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet eerder aanvragen dan in de tiende maand van het derde jaar volgende op de dag waarop hij voor de eerste keer ten gevolge van een investering eigen vermogen verwerft.
3. Het bestuur van de zorgaanbieder weigert de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde goedkeuring slechts indien de winstuitkering plaats zou vinden in strijd met hetgeen daaromtrent in deze wet is geregeld, of indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de zorgaanbieder na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van zijn opeisbare schulden.
4. Indien de zorgaanbieder een naamloze vennootschap is, weigert het bestuur de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde goedkeuring voorts indien het weet of redelijkerwijze kan voorzien dat de zorgaanbieder met het uitkeren van winst in strijd zal handelen met artikel 105 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
5. Indien de uitkering van winst ertoe heeft geleid dat een naamloze vennootschap,een coöperatie of een rechtspersoon naar buitenlands recht niet voort kan gaan met het betalen van haar opeisbare schulden, is op de bestuurders daarvan artikel 216, derde en vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.
Indien de zorgaanbieder die medisch-specialistische zorg verleent een toezichthoudend orgaan heeft, wordt dit over ieder voornemen tot het uitkeren van winst gehoord.
1. Voor zover winst is toegevoegd aan andere dan de wettelijke of statutaire reserves, mag het toegevoegde bedrag slechts aan aandeelhouders of leden worden uitgekeerd indien de zorgaanbieder winst mag uitkeren.
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder het uitkeren van winst mede verstaan: het gedurende het boekjaar storten van bedragen op rekeningen van leden van een coöperatie, indien in die bedragen een aandeel in de verwachte winst is verwerkt.
Een zorgaanbieder met winstoogmerk waarop de artikelen 41c tot en met 41f niet van toepassing waren en die louter ten gevolge van een uitbreiding van de te verzekeren prestaties als bedoeld in de Zorgverzekeringswet op grond van een zorgverzekering verzekerde medisch-specialistische zorg gaat verlenen, kan gedurende de eerste drie jaar vanaf het moment waarop hij deze zorg gaat verlenen, winst uitkeren zonder dat hij voldoet aan artikel 41c, eerste lid, onderdeel b, en zonder dat hij een beschikking als bedoeld in artikel 41d, eerste lid, onderdeel a, heeft.
1. Een besluit van een orgaan van een zorgaanbieder tot uitkering van winst, genomen in strijd met artikel 41b of artikel 41c in verbinding met de artikelen 41d, 41e of 41f, is nietig, met dien verstande dat het bestuur dan wel het toezichthoudend orgaan een in strijd met artikel 41d, eerste lid, aanhef en onderdeel b, dan wel artikel 41e genomen besluit tot winstuitkering binnen de in artikel 14, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn kan bekrachtigen.
2. Aandeelhouders, leden van coöperaties of andere winstgerechtigden dienen uitgekeerde winst terug te betalen indien zij wisten of behoorden te weten dat de uitkering in strijd met het bepaalde in deze wet geschiedde.
3. Indien de zorgaanbieder een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap is, geldt het tweede lid onverminderd de artikelen 105, achtste lid, en 216, derde lid, derde zin, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
C
In artikel 45, vierde lid, wordt «de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in de Wet marktordening gezondheidszorg» vervangen door: de zorgautoriteit.
D
Artikel 46 vervalt.
E
In artikel 58, eerste lid, wordt «met uitzondering van de artikelen 46 en 47» vervangen door: met uitzondering van artikel 47.
F
In artikel 59, eerste lid, wordt «de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg» vervangen door: de zorgautoriteit.
G
Artikel 67, vierde lid, vervalt.
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g wordt vervangen door:
g. toezicht op de uitvoering van het gestelde bij en krachtens de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 41d, eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, 41g en 41h, en op artikel 47 van de Wet cliëntenrechten zorg;.
2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel h door een punt, vervalt onderdeel i.
B
De aanhef van artikel 72 komt te luiden: Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet en van de in artikel 16, onderdeel g, genoemde bepalingen zijn belast:.
C
In artikel 76, eerste lid, vervalt: , alsmede artikel 47 van de Wet cliëntenrechten zorg,.
D
Na artikel 78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder g, een aanwijzing geven aan een zorgaanbieder, erop gericht dat aan de in dat onderdeel bedoelde artikelen van de Wet cliëntenrechten zorg wordt voldaan.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 41h, eerste lid, van de Wet cliëntenrechten zorg is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een aanwijzing te geven, inhoudende dat hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
E
In artikel 79, eerste lid, wordt «artikel 76, 77 of 78» vervangen door: artikel 76, 77, 78 of 78a.
F
Na artikel 81 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Indien een zorgaanbieder niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 79, aan een krachtens artikel 78a gegeven aanwijzing voldoet, is de zorgautoriteit bevoegd:
a. een last onder dwangsom op te leggen, of
b. ter openbare kennis te brengen, zo nodig onder vermelding van de overwegingen die tot die kennisgeving hebben geleid:
1°. dat de zorgaanbieder in strijd handelt met een of meer door de zorgautoriteit genoemde, in artikel 16, onder g, bedoelde artikelen;
2°. dat aan de zorgaanbieder een aanwijzing is gegeven dan wel een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete is opgelegd.
2. Artikel 80, tweede tot en met zesde lid, en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het adequaat functioneren van de zorgverlenings- of zorginkoopmarkt of de positie van zorgaanbieders op die markt geen uitstel toelaat, kan de zorgautoriteit, in afwijking van het tweede lid juncto artikel 80, tweede tot en met zesde lid, het feit onverwijld ter openbare kennis brengen.
G
In artikel 82 vervalt: , of de artikelen 46 en 47, alsmede artikel 67, vierde lid, van de Wet cliëntenrechten zorg.
H
Na artikel 84 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 41d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, 41g of 47 van de Wet cliëntenrechten zorg.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 41h, eerste lid, van de Wet cliëntenrechten zorg is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een last onder dwangsom op te leggen, inhoudende dat hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
I
Na artikel 89 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, of tweede, derde of vierde lid, 41d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, of 41g van de Wet cliëntenrechten zorg.
2. De bestuurlijke boete voor een afzonderlijk overtreding als bedoeld in het eerste lid bedraagt ten hoogste € 500 000 of, indien dat meer is, ten hoogste tien procent van de omzet van de zorgaanbieder in het boekjaar voorafgaande aan de boetebeschikking.
3. Indien op grond van artikel 5:1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete ten hoogste € 500 000.
4. De berekening van de omzet, bedoeld in het tweede lid, geschiedt op de voet van het bepaalde in artikel 377, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor de netto-omzet.
J
Aan artikel 104 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De zorgautoriteit draagt de op grond van de artikelen 81a, 84a of 89a ingevorderde dwangsommen en bestuurlijke boetes af aan het Zorgverzekeringsfonds of het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.
De Wet toelating zorginstellingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg;.
2. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «als bedoeld in artikel 5, eerste lid» vervangen door: als bedoeld in artikel 5.
3. In het derde lid wordt «voor de toepassing van artikel 5, eerste lid,» vervangen door: voor de toepassing van artikel 5.
B
In artikel 4 wordt «als bedoeld in artikel 5, eerste lid» vervangen door: als bedoeld in artikel 5.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.
2. Het tweede lid vervalt.
D
In artikel 13, eerste lid, vervalt: in artikel 5, tweede lid, en.
E
Na hoofdstuk IV wordt een nieuw hoofstuk ingevoegd, luidende:
1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Zorgverzekeringswet;
zorg die verblijf van een cliënt in een accommodatie gedurende het etmaal met zich brengt;
zorg die geen verblijf van een cliënt in een accommodatie gedurende het etmaal met zich brengt;
zorg zoals medisch-specialisten die plegen te bieden;
de natuurlijke persoon die, het verband van natuurlijke personen dat of de rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen door een of meer natuurlijke personen;
het door een zorgaanbieder in een boekjaar gerealiseerde resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening met inbegrip van buitengewone lasten en buitengewone baten.
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel e:
a. is een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Zorgverzekeringwet of artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor de toepassing van dit hoofdstuk slechts zorgaanbieder indien hij zorg doet verlenen door natuurlijke personen die bij hem in dienst zijn;
b. zijn justitiële inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht geen zorgaanbieders in de zin van dit hoofdstuk.
1. Een zorgaanbieder die op grond van een zorgverzekering verzekerde medisch-specialistische zorg verleent, keert slechts winst uit indien:
a. hij aan de artikelen 16d, 16e en 16f voldoet, en
b. hij een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, naamloze vennootschap of coöperatie is, indien hij een rechtspersoon naar Nederlands recht is.
2. In afwijking van het eerste lid keren academische ziekenhuizen als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek geen winst uit.
3. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen op basis van een maatschap samenwerkende personen zonder aan de artikelen 16d en 16e te voldoen winst uitkeren aan diegenen van hen, die hun arbeid hebben ingebracht.
4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, kunnen de volgende zorgaanbieders winst uitkeren zonder aan de artikelen 16d, 16e en 16f te voldoen:
a. zorgaanbieders die al dan niet in combinatie met zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden, uitsluitend extramurale medisch-specialistische zorg verlenen in verband met een psychiatrische aandoening;
b. zorgaanbieders die uitsluitend niet op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verzekerde behandelingen van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening verlenen;
c. een besloten vennootschap met één directeur-grootaandeelhouder, die beroepsmatig in persoon zorg verleent.
1. Een zorgaanbieder die medisch-specialistische zorg verleent, keert geen winst uit:
a. zolang hij geen beschikking van Onze Minister heeft, inhoudende dat hij zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid van de te verlenen zorg naar behoren heeft ingericht en dat hij een veiligheidsmanagementsysteem heeft dat voldoet aan NTA 8009:2007;
b. zolang het bestuur geen goedkeuring aan het besluit tot uitkering van winst heeft verleend;
c. gedurende de periode waarover hij op grond van een beschikking van de zorgautoriteit een geldelijke bijdrage, niet zijnde een bijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg, ontvangt;
d. zolang hij op grond van de Garantieregeling Inrichtingen voor Gezondheidszorg 1958 zoals deze voor 1 januari 1988 luidde, over een garantie beschikt voor de betaling van rente en aflossing van leningen, aangegaan voor in die regeling bedoelde investeringskosten;
e. zolang op hem een aanwijzing, een bevel of een last onder bestuursdwang als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen van toepassing is dan wel, indien hem in plaats van een last onder bestuursdwang als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen een last onder dwangsom is opgelegd, zolang deze last onder dwangsom op hem van toepassing is.
2. Een zorgaanbieder kan een beschikking als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet eerder aanvragen dan in de tiende maand van het derde jaar volgende op de dag waarop hij voor de eerste keer ten gevolge van een investering eigen vermogen verwerft.
3. Het bestuur van de zorgaanbieder weigert de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde goedkeuring slechts indien de winstuitkering plaats zou vinden in strijd met hetgeen daaromtrent in deze wet is geregeld, of indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de zorgaanbieder na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van zijn opeisbare schulden.
4. Indien de zorgaanbieder een naamloze vennootschap is, weigert het bestuur de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde goedkeuring voorts indien het weet of redelijkerwijze kan voorzien dat de zorgaanbieder met het uitkeren van winst in strijd zal handelen met artikel 105 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
5. Indien de uitkering van winst ertoe heeft geleid dat een naamloze vennootschap ofeen coöperatie niet voort kan gaan met het betalen van haar opeisbare schulden, is op de bestuurders daarvan artikel 216, derde en vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.
Over ieder voornemen tot het uitkeren van winst door een zorgaanbieder die medisch-specialistische zorg verleent, wordt het toezichthoudend orgaan van die zorgaanbieder gehoord.
1. Voor zover winst is toegevoegd aan andere dan de wettelijke of statutaire reserves, mag het toegevoegde bedrag slechts aan aandeelhouders of leden worden uitgekeerd indien de zorgaanbieder winst mag uitkeren.
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder het uitkeren van winst mede verstaan: het gedurende het boekjaar storten van bedragen op rekeningen van leden van een coöperatie, indien in die bedragen een aandeel in de verwachte winst is verwerkt.
Een zorgaanbieder met winstoogmerk waarop de artikelen 16c tot en met 16fniet van toepassing waren en die louter ten gevolge van een uitbreiding van de te verzekeren prestaties als bedoeld in de Zorgverzekeringswet op grond van een zorgverzekering verzekerde medisch-specialistische zorg gaat verlenen, kan gedurende de eerste drie jaar vanaf het moment waarop hij deze zorg gaat verlenen, winst uitkeren zonder dat hij voldoet aan artikel 16c, eerste lid, onderdeel b, en zonder dat hij een beschikking als bedoeld in artikel 16d, eerste lid, onderdeel a, heeft.
1. Een besluit van een orgaan van een zorgaanbieder tot uitkering van winst, genomen in strijd met artikel 16b of artikel 16c in verbinding met de artikelen 16d, 16e of 16f, is nietig, met dien verstande dat het bestuur dan wel het toezichthoudend orgaan een in strijd met artikel 16d, eerste lid, aanhef en onderdeel b, dan wel met artikel 16e genomen besluit tot winstuitkering binnen de in artikel 14, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn kan bekrachtigen.
2. Aandeelhouders, leden van coöperaties of andere winstgerechtigden dienen uitgekeerde winst terug te betalen indien zij wisten of behoorden te weten dat de uitkering in strijd met het bepaalde in deze wet geschiedde.
3. Indien de zorgaanbieder een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap is, geldt het tweede lid onverminderd de artikelen 105, achtste lid, en 216, derde lid, derde zin, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
F
In artikel 17, tweede lid, vervalt: , alsmede ter uitvoering van een beslissing als bedoeld in artikel 18.
G
Artikel 18 vervalt.
H
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid geldt niet voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk IVa.
I
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt «artikel 5, eerste lid» vervangen door: artikel 5.
2. In de derde zin wordt «de artikelen 17, eerste en achtste lid, en 18, eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 17, eerste en achtste lid.
J
In artikel 41, eerste en tweede lid, wordt «artikel 5, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 5.
K
Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid, wordt «artikel 5, eerste lid,» telkens vervangen door: artikel 5.
2. In het derde lid wordt «artikel 5, eerste lid» vervangen door: artikel 5.
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 16 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. toezicht op de uitvoering van het gestelde bij en krachtens de artikelen 16b, 16c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 16d, eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, 16f, eerste lid, 16g en 16h van de Wet toelating zorginstellingen.
B
In artikel 72, eerste lid, aanhef, wordt na «wet» ingevoegd: en van de artikelen, bedoeld in artikel 16, onder g,.
C
Na artikel 78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder g, een aanwijzing geven aan een zorgaanbieder, erop gericht dat aan de in dat onderdeel bedoelde artikelen van de Wet toelating zorginstellingen wordt voldaan.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 16h, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een aanwijzing te geven, inhoudende dat hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
D
In artikel 79, eerste lid, wordt «artikel 76, 77 of 78» vervangen door: artikel 76, 77, 78 of 78a.
E
Na artikel 81 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Indien een zorgaanbieder niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 79, aan een krachtens artikel 78a gegeven aanwijzing voldoet, is de zorgautoriteit bevoegd:
a. een last onder dwangsom op te leggen, of
b. ter openbare kennis te brengen, zo nodig onder vermelding van de overwegingen die tot die kennisgeving hebben geleid:
1°. dat de zorgaanbieder in strijd handelt met een of meer door de zorgautoriteit genoemde, in artikel 16, onder g, bedoelde artikelen;
2°. dat aan de zorgaanbieder een aanwijzing is gegeven dan wel een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete is opgelegd.
2. Artikel 80, tweede tot en met zesde lid, en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het adequaat functioneren van de zorgverlenings- of zorginkoopmarkt of de positie van zorgaanbieders op die markt geen uitstel toelaat, kan de zorgautoriteit, in afwijking van het tweede lid juncto artikel 80, tweede tot en met zesde lid, het feit onverwijld ter openbare kennis brengen.
F
Na artikel 84 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 16b, 16c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 16d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 16f, eerste lid, of 16g van de Wet toelating zorginstellingen.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 16h, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een last onder dwangsom op te leggen, inhoudende dat hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
G
Na artikel 89 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 16b, 16c, eerste lid, onderdeel b, of tweede, derde of vierde lid, 16d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 16f, eerste lid, of 16g van de Wet toelating zorginstellingen.
2. De bestuurlijke boete voor een afzonderlijk overtreding als bedoeld in het eerste lid bedraagt ten hoogste € 500 000 of, indien dat meer is, ten hoogste tien procent van de omzet van de zorgaanbieder in het boekjaar voorafgaande aan de boetebeschikking.
3. Indien op grond van artikel 5:1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete ten hoogste € 500 000.
4. De berekening van de omzet, bedoeld in het tweede lid, geschiedt op de voet van het bepaalde in artikel 377, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor de netto-omzet.
H
Aan artikel 104 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De zorgautoriteit draagt de op grond van de artikelen 81a, 84a of 89a ingevorderde dwangsommen en bestuurlijke boetes af aan het Zorgverzekeringsfonds of het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende een Wet cliëntenrechten zorg (Kamerstukken II 2009/10, 32 402 nrs. 1–3 e.v.) tot wet wordt verheven en in werking treedt nadat de artikelen III en IV in werking zijn getreden, worden de onderdelen B en H tot en met J van artikel 81 van de Wet cliëntenrechten zorg vervangen door:
B
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g komt te luiden:
g. toezicht op de uitvoering van het gestelde bij en krachtens de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 41d, eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, 41g en 41h en op artikel 47 van de Wet cliëntenrechten zorg;.
2. Er wordt een onderdeel toevoegd, luidende:
h. uitvoering van de artikelen 56c en 56d en toezicht op de afwikkeling daarvan.
H
Artikel 78a komt te luiden:
1. De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder g, een aanwijzing geven aan een zorgaanbieder, erop gericht dat aan de in dat onderdeel bedoelde artikelen van de Wet cliëntenrechten zorg wordt voldaan.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 41h, eerste lid, van de Wet cliëntenrechten zorg is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een aanwijzing te geven, inhoudende dat hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
I
In artikel 82 wordt de zinsnede «de artikelen 25, tweede lid, 35 tot en met 45, 48, 49, 61, 62, 68, 68a of 79, tweede lid,» vervangen door: de artikelen 25, tweede lid, 35 tot en met 45, 48, 49, 56c, 61, 62, 68, 68a of 79, tweede lid,.
J
Artikel 84a komt te luiden:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 41d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, 41g of 47 van de Wet cliëntenrechten zorg.
2. In geval van nietigheid als bedoeld in artikel 41h, eerste lid, van de Wet cliëntenrechten zorg is, tenzij sprake is van een bekrachtiging als bedoeld in dat artikellid, de zorgautoriteit bevoegd de zorgaanbieder een last onder dwangsom op te leggen, inhoudende dat de hij de uitgekeerde winst van degenen, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onverschuldigd betaald terugvordert.
K
Artikel 89a komt te luiden:
1. De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van de artikelen 41b, 41c, eerste lid, onderdeel b, of tweede, derde of vierde lid, 41d, eerste lid, aanhef en onderdelen a en c tot en met e, 41f, eerste lid, of 41g van de Wet cliëntenrechten zorg.
2. De bestuurlijke boete voor een afzonderlijk overtreding als bedoeld in het eerste lid bedraagt ten hoogste € 500 000 of, indien dat meer is, ten hoogste tien procent van de omzet van de zorgaanbieder in het boekjaar voorafgaande aan de boetebeschikking.
3. Indien op grond van artikel 5:1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete ten hoogste € 500 000.
4. De berekening van de omzet, bedoeld in het tweede lid, geschiedt op de voet van het bepaalde in artikel 377, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor de netto-omzet.
In artikel 39, tweede lid, onderdeel k, van de Zorgverzekeringswet wordt «op grond van artikel 81, eerste lid, onder c, van die wet» vervangen door: op grond van de artikelen 81, eerste lid, onderdeel c, 84a of 89a van die wet.
In artikel 90, eerste lid, onderdeel f, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt «op grond van artikel 81, eerste lid, onder c, van die wet» vervangen door: op grond van de artikelen 81, eerste lid, onderdeel c, 84a of 89a van die wet.
In afwijking van artikel 41b van de Wet cliëntenrechten zorg dan wel, zolang die wet niet in werking is getreden, artikel 16b van de Wet toelating zorginstellingen mag een zorgaanbieder die op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verzekerde, intramurale zorg verleent en die op de datum van inwerkingtreding van deze wet een winstoogmerk had, winst uitkeren.
Indien de dag, bedoeld in artikel 41d, tweede lid, van de Wet cliëntenrechten zorg dan wel, zolang die wet niet in werking is getreden, bedoeld in artikel 16d, tweede lid, van de Wet toelating zorginstellingen, ligt voor de dag waarop deze wet in werking treedt, kan in afwijking van laatstgenoemde artikelleden de daar bedoelde aanvraag niet eerder worden gedaan dan in de tiende maand van het derde jaar volgende op de dag waarop deze wet in werking treedt.
1. Op grond van artikel 67, vierde lid, van de Wet cliëntenrechten zorg in verbinding met artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen door de Nederlandse zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg, genomen besluiten, is artikel 105, eerste lid, van laatstbedoelde wet van toepassing, dan wel, indien artikel 105, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht op het tijdstip waarop dit artikellid in werking treedt niet meer bestaat, is artikel 8:6 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 4 van hoofdstuk 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak van toepassing.
2. Op grond van artikel 82 van de Wet marktordening gezondheidszorg in verbinding met artikel 46 van de Wet cliëntenrechten zorg of in verbinding met de in het eerste lid genoemde artikelen genomen beschikkingen, blijft artikel 105, eerste lid, van laatstgenoemde wet van toepassing, dan wel, indien artikel 105, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht op het tijdstip waarop dit artikellid in werking treedt niet meer bestaat, blijft artikel 8:6 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 4 van hoofdstuk 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak van toepassing.
3. Indien daartegen op de datum van inwerkingtreding van de artikelen III en IV van deze wet nog beroep kon worden ingesteld of beroep was ingesteld, blijft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd om beroepen te behandelen inzake de volgende besluiten:
a. een besluit genomen op grond van artikel 13, tweede lid, van de Wet toelating zorginstellingen wegens het niet voldoen aan de eis, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van die wet en de daarop gebaseerde voorschriften;
b. een besluit genomen op grond van artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen;
c. een besluit genomen op grond van artikel 37, derde zin, juncto artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33168-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.