Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2012
Tijdens het algemeen overleg van 4 juli jl.(Kamerstuk 33 161, nr. 105) heb ik toegezegd de motie Azmani/Dijkgraaf (33 161, nr. 50) uit te voeren. Daarmee doe ik tevens een toezegging aan de Eerste Kamer gestand.
Hierbij informeer ik uw Kamer hierover nader.
De motie Azmani/Dijkgraaf vraagt de regering om de vrijwillige overstap mogelijk
te maken van de oude naar de nieuwe Wajong.
In het algemeen overleg van 4 juli heb ik toegezegd om deze mogelijkheid door middel
van een algemene maatregel van bestuur te zullen openen. Ik heb de betreffende regeling
inmiddels voorbereid, zodat deze op 1 januari 2013 in werking kan treden. De regeling
zal een dezer dagen in het Staatsblad worden geplaatst. Hiermee doe ik tevens een
toezegging aan de Eerste Kamer gestand die door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
bij de behandeling van de nieuwe Wajong werd gedaan.
Met ingang van 1 januari 2010 is de nieuwe Wajong in werking getreden (Wet tot wijziging
van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het
bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning).
Met de nieuwe Wajong is een omslag in beleid en denken vormgegeven voor jongeren met
een arbeidsbeperking. Centraal staat het vinden en behouden van werk en de ondersteuning
daarbij en niet de uitkering, zoals in de oude Wajong het geval was. De nieuwe Wajong
kent voorts een meer activerend uitkeringssysteem, waarbij het uitgangspunt «werken
moet lonen» geldt. Verder kent de nieuwe Wajong striktere re-integratieverplichtingen, waardoor sprake is van evenwicht van rechten en plichten. Daarmee krijgen
jongeren met een arbeidsbeperking een grotere kans op betaalde arbeid, zodat zij actief
kunnen deelnemen aan de samenleving.
De nieuwe Wajong biedt de mogelijkheid om de overstapmogelijkheid te realiseren middels
een algemene maatregel van bestuur. De wetgever heeft deze mogelijkheid bij de invoering
van de nieuwe Wajong gecreëerd. Het gaat hierbij nadrukkelijk om een vrijwillige keuzemogelijkheid.
De overstapmogelijkheid biedt een stimulans voor jonggehandicapten uit de oude Wajong
om aan de slag te gaan. Jonggehandicapten die ervoor kiezen om over te stappen krijgen na hun overstap de
rechten en plichten uit de nieuwe Wajong.
In welke mate gebruik gemaakt zal worden van de overstapmogelijkheid is niet te voorspellen,
dit is vooral afhankelijk van de keuze die cliënten maken. Uiteraard zal dit worden
gevolgd. Een deel van de oude Wajongers die nu al aan het werk is, zal naar verwachting
overstappen naar de nieuwe Wajong, omdat deze regeling vanwege het beginsel «(meer)
werken moet lonen » een gunstigere verrekeningssystematiek heeft. Ook mag worden verwacht
dat een aantal niet-werkende Wajongers zal overstappen. Het UWV zal verder voorzien
in algemene voorlichting en gerichte voorlichting aan de jonggehandicapten die willen
overstappen of hierover informatie wensen.
Bij het tot stand brengen van de algemene maatregel van bestuur is, overeenkomstig
de toezegging van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de behandeling
van de nieuwe Wajong in de Eerste Kamer1, bezien of het wenselijk is om, als iemand is overgestapt, ook terugkeer naar de
oude Wajong mogelijk te maken. Dit is niet het geval. Een terugkeer naar de oude Wajong
schept onhelderheid over rechten en plichten, is uitvoeringstechnisch bezwaarlijk
en doet af aan het feit dat de overstap een bewuste keuze dient te zijn, vrijwillig
is en op ieder moment gezet kan worden. De jonggehandicapte kan zich goed oriënteren
en laten voorlichten over de overstapmogelijkheid en is daarbij niet gebonden aan
termijnen.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel bestond zowel in de Tweede als Eerste Kamer
de wens om de overstapmogelijkheid zo snel als de uitvoerbaarheid dat toeliet, te
realiseren. Overeenkomstig die wens wordt dat doel met deze algemene maatregel van
bestuur per 1 januari 2013 bereikt.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom