33 118 Omgevingsrecht

34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

FV1 MOTIE VAN HET LID VAN LANGEN-VISBEEK C.S.

Voorgesteld 28 november 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • De Eerste Kamer in de aanloop naar en sinds het debat over de Invoeringswet Omgevingswet regelmatig haar zorgen heeft geuit over de uitvoeringskwaliteit en de toegankelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor zowel burgers als bedrijven;

  • Er sinds de motie «verantwoord invoeren» in feite weinig veranderd is aan de zorgen over de invoeringsdatum;

  • Er vanuit de uitvoeringspraktijk steeds meer en luidere signalen kenbaar worden gemaakt over het niet uitvoerbaar zijn van de Omgevingswet en de oorspronkelijke doelstellingen niet meer aansluiten bij de actuele situatie;

  • Er onvoorziene (financiële) problemen kunnen ontstaan voor decentrale overheden bij invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024;

constaterende dat:

  • De Eerste Kamer in eerdere aangenomen moties heeft uitgesproken dat het DSO en het juridische stelsel van de Omgevingswet nog steeds te grote uitvoeringsproblemen kennen om per 1 januari 2024 verantwoord over te gaan tot invoering;

  • De Minister en koepels desondanks willen vasthouden aan de invoeringsdatum van 1 januari 2024;

  • Er hierdoor grote risico's kunnen ontstaan voor de rechtsbescherming en rechtszekerheid van burgers en bedrijven en lagere overheden in grote financiële en organisatorische problemen kunnen komen waardoor de uitvoering stagneert;

  • Er steeds meer en luidere signalen naar voren komen waaruit blijkt dat de bouwproductie zal stagneren en dit te allen tijde voorkomen moet worden gezien de woningnood;

verzoekt de regering:

  • Te luisteren naar de inhoudelijk deskundigen op de gemeentelijke werkvloer, van de bouwplanontwikkelaars, van de advocatuur en van consumentenvertegenwoordigers en op de kortst mogelijke termijn met hen in overleg te treden over wat zij nodig hebben om de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 verantwoord uit te kunnen voeren en de Eerste Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over daaruit voortvloeiende acties;

  • Voorts met de hoogste prioriteit aandacht te geven aan de knelpunten die zich voordoen na de invoering, en die naar voren komen bij de toegezegde evaluaties, en vanuit de stelselverantwoordelijkheid vanuit het Rijk te sturen op het zo snel mogelijk oplossen daarvan;

  • Indien nodig snel voldoende financiële Rijksmiddelen en expertise beschikbaar te stellen aan decentrale overheden om ontstane problemen en schade bij decentrale overheden, bouwplanontwikkelaars en consumenten zo snel mogelijk op te kunnen lossen om stagnatie in de bouwproductie of andere opgaven te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Langen-Visbeek

Kemperman

Kluit

Fiers


X Noot
1

De letters FV hebben alleen betrekking op 33 118.

Naar boven