33 090 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 schrijft voor dat een meerjarige begrotingsreserve kan worden aangehouden ten laste van een beleidsartikel.

De begrotingsreserve inzake garantiestelling restschuld speelt een rol voor zowel het universitair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar onderwijs, het voortgezet onderwijs als het primair onderwijs. Uit een oogpunt van administratieve doelmatigheid is het niet gewenst dat er vijf aparte begrotingsreserves worden aangehouden ten laste van de betrokken beleidsartikelen (1, 3, 4, 6 en 7). Om die reden wordt door middel van dit wetsartikel bepaald dat de begrotingsreserve gekoppeld kan worden aan het niet-beleidsartikel Ministerie Algemeen (artikelnummer 18). Inhoudelijk is de begrotingsreserve bestemd om het begrotingsbeheer met betrekking tot de betrokken beleidsartikelen op een doelmatige wijze vorm te geven.

De geest van artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt daarmee geen geweld aangedaan. In het kader van de voorgenomen herziening van de Comptabiliteitswet zal een algemene wettelijke voorziening worden getroffen. Zolang die voorziening er nog niet is, zal jaarlijks in de begrotingswet van OCW deze afwijkingsbepaling worden opgenomen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

3

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

5

2.3

De niet-beleidsartikelen

22

1. Leeswijzer

Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2011.

In paragraaf 2 «Het beleid» wordt de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2011. In paragraaf 2.1 wordt allereerst een toelichting gegeven op de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel. In paragraaf 2.2 en 2.3 wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen respectievelijk de niet-beleidsartikelen.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2011 een uitgavenpeil van circa € 34,0 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,2 miljard.

In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de suppletoire begroting Voorjaarsnota en de suppletoire begroting Najaarsnota. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2012 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2012.

Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2011 (x € 1 miljoen)
 

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand begroting 2011 t/m ISB1

 

33 669,7

1 069,3

       

Stand suppletoire begroting Voorjaarsnota 2011

 

33 931,2

1 206,9

Belangrijkste mutaties:

     

1

Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld

11, 12, 13

– 97,0

– 11,0

2

OV-jaarkaart

11

300,0

 

3

Caribisch Nederland

1, 3, 4

8,7

 

4

Mee- en tegenvallers

diversen

– 2,3

18,2

5

Overlopende verplichtingen

diversen

– 105,9

 

6

Beleidsmatig overig

diversen

– 22,8

 

7

Technisch

diversen

35,9

– 7,1

         

Stand suppletoire begroting Najaarsnota 2011

 

34 047,9

1 207,0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

Toelichting op de belangrijkste mutaties

1) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld

De ramingsbijstelling heeft verschillende oorzaken. De kaderrelevante uitgaven voor de basisbeurs en de aanvullende beurs worden neerwaarts bijgesteld omdat er minder omzettingen zijn van de basisbeurs in een gift. Daarnaast is er minder basisbeurs en aanvullende beurs (giftregime) toegekend dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat er minder bol'ers in het giftregime zijn dan geraamd.

Wat betreft de ontvangsten is de verwachting dat er in 2011 minder lesgeld wordt ontvangen, doordat er minder lesgeldplichtigen zijn dan geraamd. Daarnaast zijn er minder relevante ontvangsten op de kortlopende vorderingen dan geraamd. Dit komt doordat er minder onterecht ontvangen studiefinanciering teruggevorderd hoeft te worden.

2) OV-jaarkaart

Een deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2012 wordt al in 2011 voldaan.

3) Caribisch Nederland

Dit betreft een aantal extra kostenposten voor Caribisch Nederland. Het beschikbaar gestelde budget bleek niet toereikend om ook de werkgeverslasten voor Caribisch Nederland volledig te dekken. Daarnaast zijn er tussen oktober en december 2010 onvermijdelijke kosten gemaakt voor deze eilanden.

4) Mee- en tegenvallers

Dit betreft een saldering van diverse mee- en tegenvallers.

5) Overlopende verplichtingen

Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2011 tot uitgaven leiden (overlopende verplichtingen). De mutaties betreffen onder meer: minderjarige mbo-ers die volgend jaar met terugwerkende kracht een beroep kunnen doen op de WTOS, subsidie aan ROC’s waar gastouders de benodigde diploma’s hebben behaald en die pas in 2012 aan de desbetreffende ROC’s zal worden uitgekeerd en middelen die voortkomen uit de afrekening van de prestatiesubsidies die pas in 2012 benodigd zijn om aan de noodzakelijke verplichtingen uit de vsv-convenanten te kunnen voldoen.

6) Beleidsmatig overig

Dit betreft diverse beleidsmatige mutaties in 2011 onder meer ter dekking van de hiervoor genoemde extra kostenposten voor Caribisch Nederland en de taakstelling voor de zorg en het gemeentefonds/provinciefonds.

7) Technisch

Het betreft overboekingen met andere departementen en niet relevante uitgaven voor studiefinanciering. Daarnaast hebben er enkele desalderingen van uitgaven met ontvangsten plaatsgevonden.

2.2 De beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

9 502 556

9 543 298

57 219

9 600 517

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

9 503 772

9 544 514

57 219

9 601 733

       

 

 

Programma-uitgaven

9 498 352

9 540 053

57 088

9 597 142

           

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs

8 928 254

8 968 248

51 415

9 019 663

Personele bekostiging

7 751 162

7 760 813

37 604

7 798 417

Materiële bekostiging

1 136 952

1 157 064

– 582

1 156 482

Bekostiging Caribisch Nederland

0

8 098

2 580

10 678

Conciërgeregeling

0

0

11 984

11 984

Verbeteren binnenmilieu

2 047

2 103

0

2 103

Onderwijspersoneelsbeleid

3 517

3 580

0

3 580

Invoering persoonsgebonden nummer

2 000

2 055

0

2 055

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

10 000

10 000

0

10 000

Aanpak (zeer) zwakke scholen

960

960

– 356

604

Overig

21 616

23 574

185

23 759

       

 

 

Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit

67 191

70 017

1 752

71 769

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

31 496

33 964

– 3 915

30 049

Excellentie en talentontwikkeling

3 131

3 131

0

3 131

Verbreding techniek in het basisonderwijs

14 800

14 800

0

14 800

Cultuur en school

10 782

11 079

8 500

19 579

Overig

6 982

7 043

– 2 833

4 210

           

Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

445 044

445 042

– 6 357

438 685

Passend onderwijs, WSNS en LGF

94 213

93 253

– 2 080

91 173

Onderwijsachterstandenbeleid

294 406

295 622

– 4 450

291 172

Segregatie

1 809

1 409

0

1 409

Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

23 862

23 862

0

23 862

Veiligheid op school

23 410

23 423

134

23 557

Overig

7 344

7 473

39

7 512

           

Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school

15 454

7 112

– 978

6 134

Brede scholen

11 106

2 644

– 838

1 806

Dagarrangementen en combinatiefuncties

0

0

0

0

Tussenschoolse opvang

4 348

4 468

– 140

4 328

Overig

0

0

0

0

           

Loon- en prijsbijstelling

5 473

12 177

10 198

22 375

           

Programmakosten overig

36 936

37 458

1 058

38 516

Uitvoeringsorganisatie DUO

24 937

25 459

1 058

26 517

Overig

11 999

11 999

0

11 999

           

Apparaatsuitgaven

5 420

4 461

130

4 591

Ontvangsten

1 661

1 661

13 400

15 061

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs

  • Het budget voor personele bekostiging is per saldo met € 37,6 miljoen verhoogd. Dit komt onder andere doordat vanuit de post loon- en prijsbijstelling circa € 31 miljoen is toegevoegd aan de personele bekostiging voor het schooljaar 2010/2011. Daarnaast heeft VWS een bijdrage betaald voor de bekostiging van onderwijs in de gesloten jeugdzorg (€ 3,6 miljoen). Verder is aan dit budget € 3,4 miljoen toegevoegd ten behoeve van het Participatiefonds.

  • Het budget voor de bekostiging van Caribisch Nederland is met € 2,6 miljoen verhoogd als tegemoetkoming voor de werkgeverslasten.

  • Met ingang van het schooljaar 2011/2012 is het budget voor de conciërgeregeling overgeboekt van artikel 9 naar artikel 1.

Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit

  • Het budget voor het verbeteren van taal- en rekenopbrengsten wordt met € 3,9 miljoen verlaagd. Een aantal projecten zoals «opbrengst gericht leiderschap» is later gestart.

  • Vanuit artikel 14 is € 8,5 miljoen voor de regeling Cultuureducatie in het primair onderwijs overgeboekt naar artikel 1.

  • Het budget Overig wordt per saldo met € 2,8 miljoen verlaagd voor de bijdrage aan het Nationaal Programma kwaliteitssprong Zuid die in de jaren 2012–2015 benodigd is.

Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

  • Het budget voor Passend onderwijs, WSNS en LGF wordt met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit komt grotendeels doordat de implementatiekosten voor passend onderwijs als gevolg van de temporisering van de bezuiniging zich pas in 2012 zullen voordoen.

  • Het budget voor achterstandenbeleid wordt met € 4,4 miljoen verlaagd. De uitgaven voor het toezicht op de voorschoolse educatie voortvloeiend uit de wet OKE zijn overgeboekt naar de Inspectie van het Onderwijs. Daarnaast is het project VVesterk later gestart dan oorspronkelijk gepland.

  • De post loon- en prijsbijstelling is per saldo met € 10,2 miljoen toegenomen. Er is € 48 miljoen toegevoegd ten behoeve van de stijging van de werkgeverslasten. Hiervan is circa € 31 miljoen toegevoegd aan de personele bekostiging. Daarnaast is € 6,5 miljoen aan arbeidsvoorwaardenruimte pas in 2012 benodigd, omdat er nog geen nieuwe CAO is afgesloten.

Ontvangsten

– De ontvangsten worden met € 13,4 miljoen verhoogd. Dit komt doordat schoolbesturen voor € 10,0 miljoen aan geoormerkte middelen niet hebben benut. Daarnaast worden de ontvangsten met € 3,4 miljoen verhoogd, omdat schoolbesturen ten onrechte wachtgeldkosten bij het Participatiefonds hebben gedeclareerd. Dit bedrag is teruggevorderd en weer beschikbaar gesteld aan het Participatiefonds.

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

6 787 485

6 889 264

37 734

6 926 998

Waarvan garantieverplichtingen

   

9 000

 

Totale uitgaven

6 818 367

6 920 146

28 734

6 948 880

           

Programma-uitgaven

6 814 138

6 912 824

28 113

6 940 937

           

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs

6 662 795

6 747 905

27 092

6 774 997

Personele en materiële bekostiging

6 553 198

6 643 481

26 960

6 670 441

Actieprogramma «Onderwijs bewijs»

5 683

5 375

– 134

5 241

Onderwijsverzorging

51 323

49 142

414

49 556

Projecten

18 165

18 012

– 148

17 864

Belangenbehartiging dienstverlening ICT (po, vo, bve)

34 426

31 895

 0

31 895

           

Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit

59 195

59 477

0

59 477

Kwaliteitsprojecten via VO-Raad

3 600

3 600

 0

3 600

Kwaliteitsbeleid voortgezet onderwijs

55 595

55 877

 0

55 877

           

Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn

15 980

28 685

0

28 685

Experimenten vmbo-mbo2

15 980

11 772

 0

11 772

Borgingscohort experimenten vmbo-mbo2

0

16 913

 0

16 913

           

Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden

54 586

51 915

0

51 915

Maatschappelijke stage

54 586

51 915

 0

51 915

           

Programmakosten overig

21 582

24 842

1 021

25 863

Uitvoeringsorganisatie DUO

21 582

24 842

1 021

25 863

           

Apparaatsuitgaven

4 229

7 322

621

7 943

Ontvangsten

1 361

1 361

7 051

8 412

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs

  • Een verhoging van het budget met € 32,6 miljoen in verband met de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2011).

  • Een verhoging met € 2,3 miljoen voor het onderwijs in Caribisch Nederland. De scholen daar werken aan een kwaliteitsverhoging in het kader van de onderwijsagenda en hebben te maken met hogere lasten dan voorheen werd geraamd.

  • Een verlaging met € 4,4 miljoen in verband met de afronding van het voormalige FES project praktijkgerichte leeromgeving vmbo/pro.

Ontvangsten

  • De ontvangsten zijn met € 7,1 miljoen gestegen. Dit betreft extra ontvangsten als gevolg van terugvorderingen op de dossiers risicoleerlingen, stimulering pilotprojecten maatschappelijk stage en aanvullende bekostiging praktijkgerichte leeromgeving vmbo/pro.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

3 419 730

3 537 689

19 268

3 556 957

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

3 419 894

3 493 539

– 30 201

3 463 338

           

Programma-uitgaven

3 416 486

3 489 526

– 30 218

3 459 308

           

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen

2 944 006

2 998 071

– 11 514

2 986 557

Bekostiging roc's/overige regelingen

2 839 099

2 897 272

– 11 849

2 885 423

Korting 2e teldatum (coalitieakkoord)

– 27 290

– 27 290

– 114

– 27 404

Bekostiging kbb's

98 521

98 571

411

98 982

Bekostiging Caribisch Nederland

0

0

2 829

2 829

Verbetermiddelen Caribisch Nederland

0

13 775

– 650

13 125

Beroepsgerichte kwalificatiestructuur

20 628

0

0

0

Overig

13 048

15 743

– 2 141

13 602

           

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken

157 095

159 521

697

160 218

Taal en rekenen

56 769

57 765

0

57 765

Innovatiearrangement

10 000

10 000

0

10 000

Innovatiebox regulier

43 136

43 136

0

43 136

Regeling stagebox

35 000

35 000

0

35 000

Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra

3 000

3 000

0

3 000

Netwerkscholen2

4 500

4 500

0

4 500

Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016

0

0

400

400

Overig

4 690

6 120

297

6 417

           

Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften

193 104

201 519

– 11 367

190 152

Leerlinggebonden financiering (LGF)

32 172

40 001

0

40 001

Educatie

115 354

115 354

497

115 851

Aanvalsplan Laaggeletterdheid

4 000

4 000

0

4 000

Leven Lang Leren en EVC

15 022

15 129

– 6 982

8 147

Schoolmaatschappelijk werk

15 000

15 000

– 983

14 017

Overig

11 556

12 035

– 3 899

8 136

           

Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs

111 810

119 144

– 15 710

103 434

RMC's/GSB

31 471

31 471

128

31 599

Convenanten met RMC-regio's

53 960

53 960

– 13 756

40 204

Programmagelden regio's

25 275

25 275

– 108

25 167

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo

6 000

3 912

– 419

3 493

Verbetering melding verzuim

2 000

2 000

– 2 000

0

Plusvoorziening «overbelaste jongeren»

0

194

– 114

80

Overig

– 6 896

2 332

559

2 891

           

Programmakosten overig

10 471

11 271

7 676

18 947

Uitvoeringsorganisatie DUO

10 471

11 271

7 676

18 947

           

Apparaatsuitgaven

3 408

4 013

17

4 030

Ontvangsten

0

0

8 140

8 140

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

X Noot
2

Deze middelen komen uit het voormalige FES.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen

  • Het budget wordt met € 6,5 miljoen verlaagd omdat deze middelen voor opleidingen voor gastouderopvang pas in 2012 benodigd zijn.

  • Het budget wordt met € 12,9 miljoen verlaagd omdat de einddeclaraties in het kader van het Europees Structuur Fonds in 2011 niet op tijd zijn ontvangen (ESF sluiting loket). De behandeling van de einddeclaraties en betaling hiervan vindt pas in 2012 plaats.

  • Het budget wordt met € 2,8 miljoen verlaagd ten behoeve van de verbetermiddelen voor Caribisch Nederland die pas in 2012 benodigd zijn. Dit is nodig vanwege vertraging bij de bouw in het kader van het onderwijshuisvestingsplan en de brede school.

  • Het budget wordt met € 11,5 miljoen verhoogd in verband met de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2011).

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken

  • De post Overig bevat een mutatie van € 7,5 miljoen voor een transitiebudget voor de voorgenomen fusie van Roc Zeeland en Roc Westerschelde. Dit transitiebudget is pas in de jaren 2012 t/m 2014 benodigd.

Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften

  • De incidentele middelen van het Project Leren en Werken van € 5,4 miljoen zijn ingezet ter financiering van het transitiebudget voor de fusie van eerdergenoemde roc’s in de krimpregio Zeeland.

Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs

  • Naar aanleiding van de afrekening van de prestatiesubsidies wordt het budget verlaagd met € 11,9 miljoen. Deze middelen zijn pas in 2012 benodigd om aan de noodzakelijke verplichtingen uit de vsv-convenanten te kunnen voldoen.

  • Een verlaging van het budget van € 2,6 miljoen ten behoeve van het digitaal verzuimloket.

Programmakosten overig

  • Een verhoging van het budget van € 2,6 miljoen ten behoeve van het digitaal verzuimloket.

Ontvangsten

  • Vanwege een afrekening van het innovatiearrangement met de Stichting Platform Beroepsonderwijs vallen de ontvangsten € 5,5 miljoen hoger uit. Dit wordt onder andere veroorzaakt door lagere uitvoeringskosten.

  • Vanwege enkele afrekeningen van uiteenlopende aard zijn er € 2,6 miljoen meeropbrengsten. Het betreft bijvoorbeeld de afrekening van het project Leren en Werken en afrekeningen van jaarrekeningen en educatiemiddelen.

Artikel 5. Technocentra

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

20

20

0

20

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven (programma + apparaat)

20

20

0

20

           

Programma-uitgaven

20

20

0

20

Basissubsidie

0

0

0

0

Speerpuntsubsidie

0

0

0

0

Overig

20

20

0

20

Ontvangsten

0

0

0

0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

2 530 905

2 503 032

30 209

2 533 241

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

2 538 673

2 512 243

2 344

2 514 587

           

Programma-uitgaven

2 533 575

2 507 028

2 225

2 509 253

           

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

2 415 844

2 393 613

10 236

2 403 849

Reguliere bekostiging (lumpsum)

2 415 844

2 393 613

10 236

2 403 849

           

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit

5 476

5 476

24

5 500

Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum)

5 476

5 476

24

5 500

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlandse studenten

0

0

0

0

           

Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden

55 190

55 190

– 4 791

50 399

Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum)

34 896

34 896

155

35 051

Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten (lumpsum)

12 794

12 794

54

12 848

Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs

2 400

2 400

 0

2 400

Erkenning van verworven competenties

5 000

5 000

– 5 000

0

Emancipatie

100

100

 0

100

           

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa

43 490

39 174

– 3 595

35 579

Praktijkgericht onderzoek (Raak)

18 883

18 883

 0

18 883

Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen)

7 828

7 828

35

7 863

Ondernemerschap

5 316

1 000

– 905

95

Nieuwe hbo-masteropleidingen

10 463

10 463

– 2 725

7 738

Deltaplan bèta/techniek

0

0

 0

0

Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs2

1 000

1 000

 0

1 000

           

Programmakosten overig

13 575

13 575

351

13 926

Uitvoeringsorganisatie DUO

13 575

13 575

351

13 926

           

Apparaatsuitgaven

5 098

5 215

119

5 334

Ontvangsten

17

974

0

974

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

X Noot
2

Deze middelen komen uit het voormalige FES.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

  • Een verhoging van het budget voor de reguliere bekostiging (lumpsum) met € 10,2 miljoen in verband met de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2011).

Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden

  • Conform de brief aan de Tweede Kamer van 8 april 2011 inzake de subsidietaakstelling (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 160) worden de middelen 2011 (€ 5,0 miljoen) voor erkenning van verworven competenties verschoven naar 2012 en 2014.

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa

  • Conform de brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 31 288, nr. 167) wordt € 2,0 miljoen voor nieuwe hbo-masteropleidingen verschoven naar 2012. In 2012 worden deze middelen ingezet voor het verbeteren van de praktijk van toetsing.

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

3 953 323

3 942 020

44 642

3 986 662

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

3 913 542

3 920 266

34 980

3 955 246

           

Programma-uitgaven

3 913 542

3 920 266

34 980

3 955 246

           

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

3 824 413

3 831 137

37 870

3 869 007

Reguliere bekostiging (lumpsum)

3 786 033

3 792 757

37 870

3 830 627

Geesteswetenschappen

10 660

10 660

10 660

Alfa/Gamma-onderzoek

27 720

27 720

27 720

           

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit

37 668

37 668

– 2 890

34 778

Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum)

5 414

5 414

5 414

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP)

11 331

11 331

11 331

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius Programma)2

9 819

9 819

– 1 090

8 729

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius Programma)

2 200

2 200

 0

2 200

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging)

1 800

1 800

– 1 800

0

Internationale samenwerking en oriëntatie

7 104

7 104

 0

7 104

           

Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden

20 600

20 600

0

20 600

Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum)

17 403

17 403

17 403

Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse achtergrond

3 197

3 197

3 197

Verhoging deelname studenten met een handicap

0

0

0

           

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa

30 861

30 861

0

30 861

3 TU's samenwerking2

6 066

6 066

6 066

3 TU's samenwerking

10 990

10 990

10 990

Sectorplan Natuur- en scheikunde

13 805

13 805

13 805

Ontvangsten

25 016

25 016

0

25 016

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

X Noot
2

Deze middelen komen uit het voormalige FES.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

De verhoging van € 37,9 miljoen op het onderdeel Reguliere bekostiging (lumpsum) is met name het gevolg van:

  • Een verhoging van het budget met € 16,7 miljoen in verband met de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2011).

  • Overboekingen tussen de ministeries van VWS en OCW ad € 18,6 miljoen (loonbijstellingen 2010 en 2011 betreffende de sector academische ziekenhuizen).

Artikel 8. Internationaal beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

37 671

10 273

3 014

13 287

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

42 258

19 353

631

19 984

           

Programma-uitgaven

40 244

17 136

239

17 375

           

Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten

10 632

10 592

39

10 631

Mobiliteitsprogramma's

7 741

7 701

16

7 717

Bilaterale samenwerking met andere landen

2 891

2 891

23

2 914

           

In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid

6 604

6 544

200

6 744

OCW-vertegenwoordiging in het buitenland

2 426

2 436

200

2 636

Participeren in multilaterale organisaties

3 459

3 459

 

3 459

Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking

719

649

 0

649

           

Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW-beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk

23 008

0

0

0

Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden

3 558

 

 

0

           
 

Onderwijsbekostiging BES:

       

PO

8 100

   

0

VO

6 700

   

0

BVE en SKJ (Sociaal Kansarme Jongeren)

2 500

   

0

Samenwerking Curaçao, St. Maarten en Aruba

850

   

0

Apparaatsuitgaven BES

500

   

0

Uitvoeringskosten DUO BES

800

   

0

           

Apparaatsuitgaven

2 014

2 217

392

2 609

Ontvangsten

99

99

0

99

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven.

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

299 840

304 060

– 23 123

280 937

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

300 415

304 635

– 23 123

281 512

           

Programma-uitgaven

298 393

302 372

– 23 108

279 264

           

Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel

112 157

115 225

– 4 902

110 323

Een betere beloning

86 836

86 836

 0

86 836

Arbeidmarkt

7 400

10 468

– 5 500

4 968

Overig

17 921

17 921

598

18 519

           

Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit

183 437

184 221

– 18 333

165 888

Een sterker beroep

127 188

128 309

– 1 352

126 957

Een professionelere school

50 700

50 708

– 17 155

33 553

Overig

5 549

5 204

174

5 378

           

Programmakosten overig

2 799

2 926

127

3 053

Uitvoeringsorganisatie DUO

2 799

2 926

127

3 053

           

Apparaatsuitgaven

2 022

2 263

– 15

2 248

Ontvangsten

0

0

1 100

1 100

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel

  • De regeling afstemming onderwijsarbeidsmarkt in risicoregio’s voortgezet onderwijs 2008–2011 is verlengd tot en met 2012. Daardoor zal een deel van het budget (€ 5,5 miljoen) pas in 2012 benodigd zijn.

Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit

  • De post «een professionelere school» is verlaagd met een bedrag van € 17,2 miljoen in verband met de conciërgeregeling. Het betreft een overboeking naar artikel 1 (€ 14,3 miljoen) en onderuitputting over de eerste 7 maanden van 2011 (€ 2,9 miljoen).

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

4 059 432

3 952 615

219 021

4 171 636

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

4 059 432

3 952 615

219 021

4 171 636

           

Programma-uitgaven

4 059 432

3 952 615

219 021

4 171 636

           

Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten

1 669 135

1 749 520

257 304

2 006 824

Basisbeurs

1 051 100

1 033 123

– 36 696

996 427

Reisvoorziening

618 035

716 397

294 000

1 010 397

           

Waarborgen toegankelijheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders

737 903

696 002

– 31 279

664 723

Aanvullende beurs

737 903

696 002

– 31 279

664 723

           

Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende

1 502 365

1 333 435

0

1 333 435

Bijverdiengrens

0

0

0

0

Leenfaciliteit

1 502 365

1 333 435

0

1 333 435

           

Stimuleren internationale studentenmobiliteit

0

0

0

0

           

Overige uitgaven Studiefinanciering

65 992

82 121

0

82 121

           

Programmakosten overig

84 037

91 537

– 7 004

84 533

Uitvoeringsorganisatie DUO

84 037

91 537

– 7 004

84 533

Totaal programma-uitgaven

4 059 432

3 952 615

219 021

4 171 636

– 

Waarvan relevant

2 108 742

2 164 214

199 021

2 363 235

– 

Waarvan niet-relevant

1 950 690

1 788 401

20 000

1 808 401

Apparaatsuitgaven

0

0

0

0

Totaal ontvangsten

611 576

697 424

– 15 000

682 424

Waarborgen adequate terugbetaling leningen

       

Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht

554 750

622 729

– 8 000

614 729

Overige ontvangsten uit kortlopende schulden

56 826

74 695

– 7 000

67 695

Totaal ontvangsten

611 576

697 424

– 15 000

682 424

– 

Waarvan relevant

283 024

324 094

– 7 000

317 094

– 

Waarvan niet-relevant

328 552

373 330

– 8 000

365 330

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Bij de relevante uitgaven voor de basisbeurs en aanvullende beurs zijn er in totaal € 76,0 miljoen minder uitgaven dan geraamd.

  • Voor de basisbeurs zijn de direct relevante uitgaven (giftregime) € 9,0 miljoen lager dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat er minder bol’ers in het giftregime zijn dan geraamd.

  • Bij de aanvullende beurs (giftregime) wordt er € 27,0 miljoen minder aan uitgaven verwacht. Het aantal studerenden met aanvullende beurs blijft achter bij het geraamde aantal.

  • Daarnaast wordt in 2011 € 40,0 miljoen minder prestatiebeurs omgezet in gift. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de omzettingen van de basisbeurs.

Bij de relevante uitgaven voor de reisvoorziening zijn er in 2011 in totaal € 282,0 miljoen meer uitgaven dan geraamd.

  • Voor de reisvoorziening wordt in 2011 € 18,0 miljoen meer aan prestatiebeurs toegekend dan geraamd, dit leidt tot minder relevante uitgaven.

  • Daarnaast wordt een additioneel deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2012 al in 2011 voldaan: € 300,0 miljoen.

Bij de relevante programma-uitgaven voor de uitvoering door DUO zijn in 2011 € 7,0 miljoen minder uitgaven. Dit komt hoofdzakelijk doordat € 7,5 miljoen voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering, vanwege gewijzigd inzicht in het kasritme, pas in 2012 benodigd is.

De niet-relevante uitgaven aan prestatiebeurs (basisbeurs, aanvullende beurs, reisvoorziening) worden in 2011 naar verwachting € 20,0 miljoen hoger dan geraamd. Er wordt in 2011 voor de reisvoorziening meer aan prestatiebeurs toegekend.

Ontvangsten

  • De relevante ontvangsten worden in 2011 naar verwachting € 7,0 miljoen lager dan eerder geraamd. De tegenvaller wordt veroorzaakt door minder ontvangsten op de kortlopende vorderingen in samenhang met achterstallig lager recht.

  • De niet-relevante ontvangsten worden in 2011 vermoedelijk € 8,0 miljoen lager dan eerder geraamd. Er zijn minder terugbetalingen van de hoofdsom (uitgeleende bedragen) dan geraamd.

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

133 359

139 255

– 12 712

126 543

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

133 359

139 255

– 12 712

126 543

           

Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol

106 291

114 601

– 13 000

101 601

TS 17-

34 640

43 159

– 13 000

30 159

VO 18+

70 329

69 967

0

69 967

 

waarvan niet-relevante uitgaven

1 830

1 636

0

1 636

TS 18+ vavo

1 322

1 475

0

1 475

           

Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenopleiding

9 914

7 500

0

7 500

TS 18+ tlo

9 914

7 500

0

7 500

           

Programmakosten overig

17 154

17 154

288

17 442

Uitvoeringsorganisatie DUO

17 154

17 154

288

17 442

Totaal ontvangsten

8 400

14 158

2 000

16 158

TS 17-

1 200

1 781

0

1 781

VO 18+

6 600

10 989

2 000

12 989

TS 18+

600

1 388

0

1 388

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol

Bij de WTOS TS 17- (voor minderjarige mbo’ers) wordt in 2011 in totaal € 13,0 miljoen minder uitgegeven dan eerder geraamd.

  • Voor het afgelopen schooljaar 2010/2011 wordt er € 3,0 miljoen minder uitgegeven, omdat er minder toekenningen WTOS zijn dan geraamd.

  • Voor het lopende schooljaar 2011/2012 worden in 2011 € 10,0 miljoen minder aan uitgaven verwacht. Dit wordt veroorzaakt door niet-gebruik van de regeling. Minderjarige mbo-ers kunnen tot het einde van het schooljaar een WTOS-vergoeding aanvragen, waardoor het budget pas in 2012 benodigd is.

Artikel 13. Lesgeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

6 508

6 508

119

6 627

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

6 508

6 508

119

6 627

Uitvoeringsorganisatie DUO

6 508

6 508

119

6 627

Ontvangsten lesgeld

217 044

220 199

– 6 000

214 199

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Ontvangsten

  • De ontvangsten aan lesgeld zijn in 2011 naar verwachting € 6,0 miljoen lager dan eerder geraamd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat het aantal lesgeldplichtigen lager is dan geraamd.

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

577 958

578 766

489 346

1 068 112

Waarvan garantieverplichtingen

   

479 000

479 000

Totale uitgaven

917 496

918 304

6 496

924 800

           

Programma-uitgaven

869 225

871 577

742

872 319

           

Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten

604 945

607 001

– 2 441

604 560

Cultuursubsidies 2009–2012

566 355

568 758

4 151

572 909

– 

4-jarig

99 121

100 319

– 403

99 916

 

• producerend

72 552

72 494

683

73 177

 

• niet producerend

26 569

27 825

– 1 086

26 739

– 

Langjarig

295 158

298 488

3 290

301 778

 

• producerend

266 174

262 324

2 126

264 450

 

waarvan Musea

151 459

148 361

22

148 383

 

• niet producerend

28 984

36 164

1 164

37 328

– 

Fondsen

172 076

169 951

1 264

171 215

Verbreden inzet Cultuur

31 850

31 577

– 6 592

24 985

Internationaal Cultuurbeleid (HGIS)

6 740

6 666

0

6 666

       

 

 

Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed

188 739

182 268

– 3 135

179 133

Archieven

26 122

26 122

272

26 394

Beelden voor de toekomst

27 521

0

0

0

 

waarvan middelen uit het voormalige FES

21 144

0

0

0

Musea: huisvesting

27 305

28 187

– 10

28 177

Musea: buiten de Cultuursubsidies 2009–2012

– 7 991

11 668

48

11 716

Mooier Nederland

863

813

– 327

486

Monumenten

109 447

109 160

0

109 160

Archeologie

3 101

4 075

– 3 850

225

 

waarvan middelen uit het voormalige FES

1 000

1 000

– 1 000

0

Overige instrumenten

2 371

2 243

732

2 975

       

 

 

Bibliotheken

32 652

34 323

79

34 402

Subsidies

0

0

0

0

Bibliotheekvernieuwing

20 012

20 012

0

20 012

Leesvoorziening leesgehandicapten

9 640

11 311

79

11 390

Programma leesbevordering

3 000

3 000

0

3 000

       

 

 

Programmakosten overig

25 105

30 138

3 421

33 559

       

 

 

Nationaal Archief

17 784

17 847

2 818

20 665

 

waarvan informatie op Orde (Archiefachterstanden)

1 000

1 000

1 000

       

 

 

Apparaatsuitgaven

48 271

46 727

5 754

52 481

Bestuursdepartement

8 038

8 223

522

8 745

Uitvoeringsdiensten

40 233

38 504

5 232

43 736

Ontvangsten

494

24 339

390

24 729

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Verplichtingen

  • Uit onderzoek van de departementale accountantsdienst is gebleken dat de presentatie van de garantieraming voor de regeling indemniteit bruikleen museale instellingen en de jaarlijkse verlening op de achterborgovereenkomst van het Nationaal Restauratiefonds niet technisch correct in de ontwerpbegroting werd verwerkt. Pas in het jaarverslag 2010 is de juiste realisatie opgenomen. Voor garantiestelling voor beide regelingen wordt jaarlijks ca. € 0,6 miljard aan verleningen toegekend. De verplichtingenraming in de begroting 2011 en de ontwerpbegroting 2012 is aangepast op de bekende realisatiegegevens.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten

  • Er is € 8,5 miljoen voor de regeling Cultuureducatie in het primair onderwijs overgeboekt naar artikel 1.

Artikel 15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

904 760

915 424

– 10 736

904 688

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totaal programma-uitgaven

905 506

916 170

– 10 736

905 434

           

Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod

902 925

913 439

– 11 000

902 439

Financiering publieke omroep

885 268

895 782

– 11 000

884 782

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties

17 657

17 657

0

17 657

           

Programmakosten overig

2 581

2 731

264

2 995

Overige uitgaven (geen Mediawet)

2 581

2 731

264

2 995

Ontvangsten

202 000

221 023

– 11 000

210 023

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod

  • De uitgaven zijn met € 11 miljoen verlaagd. Dit heeft betrekking op lager geraamde reclame- en renteontvangsten, waardoor het beschikbare budget op de uitgaven eveneens lager wordt.

Ontvangsten

  • De ontvangsten zijn met € 11 miljoen verlaagd. Dit heeft betrekking op lager geraamde reclame- en renteontvangsten

Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

845 366

852 489

– 5 310

847 179

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

903 410

909 348

3 372

912 720

       

 

 

Programma-uitgaven

900 449

906 478

3 254

909 732

           

Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel

597 692

599 142

3 248

602 390

NWO

320 653

320 662

2 722

323 384

KNAW

90 604

90 604

427

91 031

Koninklijke Bibliotheek (KB)

46 429

46 429

108

46 537

KNAW bibliotheek

2 429

2 429

0

2 429

LF TUD bibliotheek

7 626

7 626

28

7 654

IISG

284

284

0

284

SURF

7 517

7 517

28

7 545

CPG

515

515

3

518

Montesquieu Instituut

1 067

1 067

4

1 071

NCB

5 270

5 270

19

5 289

TNO

0

0

0

0

BPRC/ Stichting AAP

9 597

9 597

56

9 653

Nationaal Herbarium

1 125

1 125

4

1 129

NLR

0

0

0

0

Deltares

0

0

0

0

MARIN

0

0

0

0

STT

233

233

1

234

EMBC

724

740

0

740

EMBL

4 100

4 380

0

4 380

ESA

33 232

34 627

0

34 627

CERN

35 525

35 525

0

35 525

ESO

7 100

6 820

0

6 820

NEMO

3 368

3 368

20

3 388

EG-Liaison

440

440

0

440

NTU/INL

3 241

3 241

0

3 241

EIB

1 297

1 297

5

1 302

Nationale coördinatie

8 605

9 105

– 636

8 469

Bilaterale samenwerking

4 131

4 131

 0

4 131

Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN)

2 470

2 000

0

2 000

Nader te verdelen

110

110

459

569

           

Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken

133 009

137 588

0

137 588

BSIK2

33 405

33 405

0

33 405

GATE2

1 000

1 000

0

1 000

Grootschalige researchfaciliteiten2

1 830

1 830

0

1 830

Parelsnoer2

0

0

0

0

SURF-net2

6 300

6 300

0

6 300

NCB2

8 400

8 400

0

8 400

ITER-22

4 000

4 000

0

4 000

Hersenen en Cognitie2

4 000

4 000

0

4 000

Genomics

44 000

44 000

0

44 000

Kenniswerkers

0

4 579

0

4 579

EET

0

0

0

0

Valorisatie

2 500

2 500

0

2 500

Talentenkracht

0

0

0

0

Kust- en zeeonderzoek

2 000

2 000

500

2 500

ASTRON/LOFAR

2 074

2 074

0

2 074

Grootschalige research infrastructuur

20 000

20 000

0

20 000

Poolonderzoek

2 000

2 000

– 500

1 500

Gezondheidsonderzoek

1 500

1 500

0

1 500

           

Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap

169 460

169 460

0

169 460

Vernieuwingsimpuls

145 260

145 260

0

145 260

VI-vrouwencomponent

2 000

2 000

0

2 000

Talent Mozaiek

2 000

2 000

0

2 000

Talent Rubicon

0

0

0

0

Vrouwen in de wetenschap

4 000

4 000

0

4 000

Toptalent

1 200

1 200

0

1 200

Graduate schools

15 000

15 000

0

15 000

           

Programmakosten overig

288

288

6

294

Uitvoeringsorganisatie DUO

288

288

6

294

           

Apparaatsuitgaven

2 961

2 870

118

2 988

Ontvangsten

101

101

0

101

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

X Noot
2

Deze middelen komen uit het voormalige FES.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksbestel

  • Een verhoging van het budget met € 3,4 miljoen in verband met de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2011).

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1 000)
 

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

14 064

11 040

4 537

15 577

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

18 420

18 844

– 2 926

15 918

           

Programma-uitgaven

16 760

17 094

– 2 981

14 113

           

Emancipatie

13 300

11 926

– 2 536

9 390

Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen

0

0

0

0

Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving

13 300

11 926

– 2 536

9 390

           

Homo-emancipatie

3 460

5 168

– 595

4 573

Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen

0

0

0

0

Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving

3 460

5 168

– 595

4 573

           

Programmakosten overig

0

0

150

150

 

Uitvoeringsorganisatie DUO

0

0

150

150

           

Apparaatsuitgaven

1 660

1 750

55

1 805

Ontvangsten

0

0

0

0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per operationele doelstelling

Emancipatie: Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving

  • Een bedrag van € 1,9 miljoen is overgeboekt naar het gemeentefonds voor een bijdrage aan 4 grote steden en 18 gemeenten voor «Eigen Kracht».

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 17. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

11 449

165 822

– 165 822

0

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

11 449

165 822

– 165 822

0

Loonbijstelling

0

131 013

– 131 013

0

Prijsbijstelling

13 944

26 542

– 26 542

0

Nader te verdelen

– 2 495

8 267

– 8 267

0

Ontvangsten

957

0

0

0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Loonbijstelling

Dit betreft de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2011. In het regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. Dit betekent dat de loonbijstelling tranche 2011 die aan de departementen wordt uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten. De verdeling van de loonbijstelling over de beleidsartikelen voor 2011 wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 1 Verdeling loonbijstelling (x € 1 000)
 

2011

Primair onderwijs

48 306

Voortgezet onderwijs

32 638

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

12 676

Hoger beroepsonderwijs

10 456

Wetenschappelijk onderwijs

16 727

Internationaal beleid

39

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

1 654

Studiefinanciering

221

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

45

Lesgelden

17

Cultuur

3 804

Media

232

Onderzoek en wetenschapsbeleid

3 394

Emancipatie

61

Apparaat kerndepartement

496

Inspecties

226

Raden

21

Totaal

131 013

Prijsbijstelling

Dit betreft de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2011 voor Cultuur en Media. Daarnaast is een deel van de prijsbijstelling ingezet ter dekking van de taakstellingen voor de zorg en het gemeentefonds/provinciefonds.

Nader te verdelen

Dit betreft de dekking van een aantal extra kostenposten voor Caribisch Nederland. Het beschikbaar gestelde budget bleek niet toereikend om ook de werkgeverslasten voor Caribisch Nederland volledig te dekken. Daarnaast zijn er tussen oktober en december 2010 onvermijdelijke kosten gemaakt voor deze eilanden.

Artikel 18. Ministerie algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

113 437

124 564

3 054

127 618

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

113 437

124 564

3 054

127 618

Bestuursdepartement (niet toe te rekenen uitgaven)

103 274

114 291

2 011

116 302

Uitvoeringsorganisaties onverdeeld

10 163

10 273

1 043

11 316

Ontvangsten

567

567

0

567

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

  • Voor infrastructuurprojecten die nodig zijn om een aantal gemeenschappelijke ict-voorzieningen te ontwikkelen is € 4,6 miljoen geïnvesteerd. Deze voorzieningen zijn nodig om de informatievoorziening ten behoeve van onderwijsdeelnemers en instellingen effectief en efficiënt in te richten.

  • Er is € 2,2 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van aansluiting van de processen bij DUO (bijvoorbeeld ten behoeve van studiefinanciering) op de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) en Burger Service Nummer (BSN).

  • Er zijn extra kosten gemaakt vanwege het succes van het werk-naar-werk-beleid van OCW. Dankzij dit beleid ligt OCW op schema met de te halen fte-taakstelling.

Artikel 19. Inspecties

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

57 982

58 728

5 833

64 561

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

57 982

58 728

5 833

64 561

Erfgoedinspectie

2 688

2 725

74

2 799

Inspectie van het onderwijs

55 294

56 003

5 759

61 762

Ontvangsten

0

0

 0

0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven.

Artikel 20. Adviesraden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (bedragen x € 1 000)
   

Stand begroting 2011 t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN 2011

Stand suppletoire begroting NJN 2011

Verplichtingen

5 793

6 287

412

6 699

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

5 793

6 287

412

6 699

Onderwijsraad

2 384

2 384

50

2 434

Raad voor Cultuur

2 691

3 185

– 381

2 804

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

718

718

743

1 461

Ontvangsten

0

0

 0

0

X Noot
1

ISB = incidentele suppletoire begroting departementale herindeling.

In de kolom «Mutaties suppletoire begroting NJN 2011» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand suppletoire begroting VJN 2011» weergegeven.

Naar boven