33 077 Evaluatie van de Wet structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2017

Hierbij stuur ik u de VWS-Verzekerdenmonitor 20171. Deze monitor biedt een samenhangend beeld van de ontwikkeling van zowel de nationale- als de internationale aspecten van het zorgverzekeringsstelsel in 2016. Met betrekking tot de nationale aspecten is met name aandacht besteed aan de werking van regelingen die gericht zijn op specifieke doelgroepen: wanbetalers, onverzekerde verzekeringsplichtigen, onverzekerbare vreemdelingen en gemoedsbezwaarden. Bij de internationale aspecten is aandacht besteed aan de zorgkosten die in het buitenland worden gemaakt door verdragsgerechtigden en Zvw-verzekerden en aan de inning van de bijdrage van verdragsgerechtigden. De monitor gaat ook kort in op het zorgstelsel van Caribisch Nederland.

Deze monitor geeft de stand van zaken weer per 31 december 2016. Indien mogelijk zijn meer recente gegevens weergegeven. De belangrijkste cijfermatige bevindingen zijn hieronder weergegeven. Daarna ga ik in op de beleidsontwikkelingen.

  • Het aantal wanbetalers is gedaald van 325.810 wanbetalers eind 2014 naar 257.767 op 1 november 2017. Deze daling wordt met name veroorzaakt doordat zorgverzekeraars op grote schaal betalingsregelingen hebben afgesproken waardoor de bestuursrechtelijke premie direct kan worden opgeschort. Eind 2016 waren er 70.922 actieve betalingsregelingen.

  • Het aantal verzekeringsplichtige onverzekerden dat in en uit de regeling van de Wet Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Wet Ovoz) stroomt blijft stabiel op circa 3.000 personen per maand.

  • Het aantal gemoedsbezwaarden blijft constant op circa 12.500.

  • De kosten voor medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerbare vreemdelingen zijn gestegen van € 30,8 miljoen in 2015 naar € 33,5 miljoen in 2016. De grootste stijgingen zijn te zien bij de zorgvormen Geestelijke Gezondheidszorg en farmacie.

  • De uitvoering van de buitenlandregeling in het jaar 2016 laat geen significante wijzigingen in aantal verdragsgerechtigden en/of zorgkosten zien.

Wanbetalers

Motie evaluatie maatregelen uitstroom bijstandsgerechtigden: Uw kamer heeft de regering verzocht2 te evalueren welke maatregelen die gemeenten nemen om mensen uit het bestuursrechtelijk regime te laten stromen het meest effectief zijn. In het rapport «Minder wanbetalers: de daling versnellen»3dat ik uw Kamer op 12 juli 2017 heb toegestuurd, zijn de succes- en faalfactoren van de verschillende wijzen waarop gemeenten invulling geven aan de regeling uitstroom bijstandsgerechtigden en «vroegsignalering» opgenomen. In dit rapport wordt geen conclusie getrokken over de meest succesvolle maatregel. Het rapport is vooral bedoeld als «receptenboek» voor gemeenten en wat succesvol is kan per gemeente verschillen. Daarnaast staan in het rapport enkele aanbevelingen richting het Ministerie van VWS. In de bijlage van deze brief geef ik de stand van zaken weer.

Als gekeken wordt naar het aantal mensen dat is uitgestroomd, dan is in de afgelopen twee jaar de betalingsregeling de meest effectieve maatregel geweest Het succes van deze maatregel zal echter beperkt zijn bij de langdurige wanbetalers met veelal problematische schuldenproblematiek.

Harde kern wanbetalers: In mijn brief bij de Verzekerdenmonitor 20164 heb ik aangegeven dat maatregelen gericht op langverblijvende wanbetalers met bredere schuldenproblematiek gezocht moeten worden in de bredere gemeentelijke (schuld)hulpverlening. Mede om die reden werkt het Ministerie van VWS samen met het Ministerie van SZW en andere departementen aan het aanpakken van de schuldenproblematiek. Een goed voorbeeld daarvan is de samenwerking van het CAK en de Ombudsman Amsterdam om langdurige wanbetalers thuis te bezoeken. In een experiment met 150 wanbetalers wordt niet alleen de schuld aan het CAK en de zorgverzekeraar besproken, maar ook schulden bij andere publieke schuldeisers en eventuele andere problematiek. Daarnaast heb ik het voor alle gemeenten mogelijk gemaakt om gegevens over hun wanbetalers te verkrijgen bij het CAK5, zodat gemeenten doelgroepenbeleid kunnen ontwikkelen om wanbetalers te laten uitstromen. Gemeenten zijn daarover geïnformeerd door de Staatssecretaris van SZW via de Verzamelbrief aan gemeenten.

Aanpassing wanbetalersbijdrage: Voor het verzekerd houden van een wanbetaler en het leveren van voldoende incassoinspanningen ontvangt een zorgverzekeraar een wanbetalersbijdrage (art. 34a Zvw). Per 1 januari 2017 is in artikel 6.5.4 van de Regeling zorgverzekering een nadere invulling gegeven van de inspanning en medewerking die van zorgverzekeraars wordt gevraagd. Daarnaast is een bepaling opgenomen waardoor met ingang van 1 januari 2018 een differentiatie in een lage en hoge bijdrage mogelijk werd gemaakt, al naar gelang de inspanningen en medewerking die de zorgverzekeraar heeft geleverd. Bij de uitwerking van de aanvullende inspanningen en medewerking is door de Nederlandse Zorgautoriteit geconcludeerd dat de huidige inrichting van de wanbetalersbijdrage niet optimaal is. In overleg met de NZa en het CAK wordt gewerkt aan een ander model. Uitgangspunt van dit model is dat zorgverzekeraars voldoen aan een aantal verplichtingen en transparant rapporteren over het navolgen ervan. In overleg met het CAK, zorgverzekeraars en de NZa worden deze verplichtingen nader uitgewerkt. Ik streef ernaar een wijziging van artikel 34a voor de zomer van 2018 aan uw Kamer voor te leggen. Een ander betekent dat ik de Regeling zorgverzekering per 1 januari 2018 zal aanpassen om de overgang naar de nieuwe inrichting van de wanbetalersbijdrage beter te kunnen reguleren.

Onverzekerden

De opsporing van onverzekerde verzekeringsplichtigen, geregeld met de Wet Ovoz, draagt bij aan het verbeteren van het vaststellen van de verzekeringsplicht. In dit kader tref ik voorbereidingen de vaststelling van de verzekeringsplicht verder te verbeteren door de opsporing van ten onrechte verzekerden. Ik streef ernaar een wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld in het voorjaar 2018 aan uw Kamer aan te bieden.

In maart 2017 is de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden in werking getreden. Deze regeling is ingezet ter ondersteuning van de aanpak van personen met verward gedrag en is bedoeld om financiële belemmeringen om medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde personen te verlenen weg te nemen. Ik heb het voornemen vanaf het volgende jaar ook de werking van deze subsidieregeling in deze monitor op te nemen.

Caribisch Nederland

In navolging van het advies van de Raad van State worden thans stappen gezet om de zorgverzekering voor Caribisch Nederland wettelijk te regelen. Ik streef ernaar het wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld in het voorjaar 2018 aan uw Kamer aan te bieden.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

BIJLAGE: REACTIE OP HET RAPPORT «MINDER WANBETALERS: DE DALING VERSNELLEN».

Het Ministerie van VWS heeft de «Coöperatie Goede Gieren» gevraagd onderzoek te doen naar de initiatieven die zijn genomen om het aantal verzekerden dat in de wanbetalingsregeling zit te verminderen. Daarbij is gevraagd wat de succes- en faalfactoren zijn bij deze initiatieven en hoe op de bestaande initiatieven kan worden voortgebouwd. Op 12 juli 2017 heeft mijn ambtsvoorganger het rapport «Minder wanbetalers; de daling versnellen»6 aan uw Kamer toegestuurd. In dit rapport zijn enkele aanbevelingen opgenomen voor het Ministerie van VWS.

Onderstaand geef ik mijn reactie op deze aanbevelingen.

Aanbeveling 1.

Het Ministerie van VWS moet, in samenwerking met het Ministerie van SZW, steun bieden aan organisaties die als makelaar optreden voor het formeren van lokale coalities gericht op vroegsignalering. Ook moeten de ministeries bevorderen dat bij vroegsignalering gebruik wordt gemaakt van vaste formats voor informatie-uitwisseling (zoals Vroeg Eropaf of Vindplaats Schulden van Stichting Bureau Krediet Registratie).

Reactie 1.

Vroegsignalering is een effectief instrument om te voorkomen dat schulden problematische schulden worden en is daarmee ook een instrument voor het verminderen van het aantal wanbetalers zorgpremie.

Een belangrijke ontwikkeling is dat gemeenten en betrokken partijen steeds meer activiteiten ontplooien op het terrein van preventie en vroegsignalering. Vroegsignalering is ook een belangrijk thema van het leer- en kennisprogramma «Schouders eronder» dat Divosa, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging Van Kredietbanken (NVVK), Sociaal Werk Nederland en de Landelijke Cliënten Raad (LCR), een landelijk leer- en kennisprogramma, hebben ingericht, gefinancierd door SZW. Daarnaast heeft het Ministerie van SZW een subsidie verstrekt om een landelijke aanpak «Vroegsignalering» uit te rollen. Met dit project worden gemeenten ondersteund bij het komen tot een effectieve aanpak voor vroegsignalering en preventie. Door middel van voorlichting en advisering op maat richt de aanpak zich op het optimaal benutten van de mogelijkheden in gemeenten om tot een structureel ingebedde aanpak te komen.

Vroegsignalering heeft de aandacht. Het is vervolgens belangrijk met alle betrokken departementen te bezien welke stappen verder nodig zijn en/of hoe partijen daarin ondersteund kunnen worden.

Aanbeveling 2.

Bij veel gemeenten is er nu onzekerheid over de juridische basis voor het inhouden en doorbetalen van de zorgpremie van mensen met een bijstandsuitkering die geen gemeentepolis hebben. Het Ministerie van SZW en het Ministerie van VWS kunnen over deze juridische basis van deze inhouding helderheid verschaffen en voorlichting geven.

Reactie 2.

Artikel 57 van de Participatiewet maakt het mogelijk om zorgpremie in te houden op de bijstandsuitkering en door te betalen aan de zorgverzekeraar. Er dienen wel gegronde redenen te zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen. Het Ministerie van SZW zal gemeenten hierover informeren en op de website www.effectieveschuldhulp.nl aandacht geven aan dit onderwerp.

Aanbeveling 3.

Het Ministerie van VWS moet, in samenwerking met het Ministerie van SZW, steun bieden aan organisaties die als makelaar optreden voor samenwerking tussen gemeente en zorgverzekeraar gericht op uitstroom uit de wanbetalersregeling.

Reactie 3.

Voor zorgverzekeraars geldt als voorwaarde voor het verkrijgen van de wanbetalersbijdrage dat zij voldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van de uitstroomregeling bijstandsgerechtigden. Dit vereist ook de medewerking van gemeenten die op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening hier inspanningen op plegen. Waar zinvol zal het Ministerie van VWS, eventueel samen met het Ministerie van SZW, deze samenwerking ondersteunen.

Aanbeveling 4

Het verdient aanbeveling dat de Minister verzekerden die onder bewind staan aanwijst als extra doelgroep die aangewezen kan worden. Zo krijgen de onderbewindgestelden na 3 jaar niet alleen kwijtschelding van de resterende schuld bij de zorgverzekeraar, maar ook van de resterende schuld bij het CAK.

Reactie 4.

Het Ministerie van VWS is over deze aanbeveling in gesprek met het Ministerie van JenV, het CAK, zorgverzekeraars en de branchevereniging voor bewindvoerders Aspecten die een rol spelen bij het tot stand brengen van een eventuele uitstroomregeling voor deze groep zijn onder andere het voorkomen van recidive, voorkomen van eventuele ongewenste neveneffecten en mogelijkheden van afbakening binnen de groep onderbewindgestelden.

Aanbeveling 5.

Op Rijksniveau moeten er afspraken gemaakt worden met Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zodat ook deze uitkeringsorganisaties meedoen met lokale initiatieven gericht op vroegsignalering en versnelde uitstroom uit de wanbetalersregeling. Het Ministerie van VWS zou in samenwerking met het Ministerie van SZW het voortouw kunnen nemen.

Reactie 5.

Een versnelde uitstroom uit de wanbetalersregeling voor personen die via het UWV of de SVB een uitkering ontvangen is ingewikkelder dan voor gemeenten. Ik heb uw Kamer hierover eerder geïnformeerd en geconcludeerd dat de uitstroom van wanbetalers met een andere uitkering niet op dezelfde wijze als bij gemeenten kan worden vormgegeven. UWV en SVB hebben aandacht voor vroegsignalering. Zo hebben zij een convenant met de NVVK waarin is afgesproken dat UWV en SVB meewerken aan schuldhulpverlening en onderschrijven zij de gedeelde intentie van de Manifestgroep om waar mogelijk schulden te voorkomen en oplossen. Daarnaast zet UWV in op het tijdig signaleren van schulden. Deze dienstverlening breidt UWV vanaf begin 2018 op kleine schaal in pilotvorm uit, in samenwerking met enkele gemeenten. UWV gaat medewerkers trainen om (dreigende) schuldenproblematiek te signaleren en door te verwijzen naar gemeenten of andere schuldhulpverleningspartijen. Ook de SVB zet stevig in om eerder signalen op te pikken dat burgers in de financiële problemen dreigen te raken of er al in zitten. De SVB onderzoekt de mogelijkheid voor een «schuldensignaleringsmodel» op basis van eigen data en die van samenwerkingspartner. In pilots wordt bezien hoe «warme» doorverwijzing naar gemeenten en/of schuldhulpverlening ingericht kan worden bij beëindiging van bepaalde uitkeringen ingericht kan worden.

Aanbeveling 6.

Het verdient aanbeveling dat het Rijk ondersteuning biedt aan lokale initiatieven gericht op vroegsignalering en versnelde uitstroom uit de wanbetalersregeling.

Dit kan op drie manieren

  • a) Betere informatievoorzienig voor gemeenten (bijvoorbeeld via de website effectieve schuldhulpverlening) over goede voorbeelden.

  • b) Het faciliteren van een platform voor gemeentelijke projectleiders van projecten gericht op vroegsignalering en versnelde uitstroom elkaar kunnen vinden zodat zij van elkaar kunnen leren.

  • c) Het vormen van een interdepartementale werkgroep van het Ministerie van VWS, SZW en V&J ter bevordering van lokale initiatieven gericht op integrale aanpak van de schuldenproblematiek.

Reactie 6.

Zoals ik in mijn reactie op aanbeveling 1 heb aangegeven werken de Ministeries van VWS en SZW samen met andere departementen gezamenlijk aan het aanpakken van de schuldenproblematiek.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 689, nr. 740

X Noot
3

Kamerstuk 33 077, nr. 18

X Noot
4

Kamerstuk 33 077, nr. 16

X Noot
6

Kamerstuk 33 077, nr. 18

Naar boven