33 049 Wijziging van het Besluit bodemkwaliteit

A /Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 2 maart 2012.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 maart 2012.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2012

Hierbij zend ik u het Besluit van 31 januari 2012 tot wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met mijnsteen en enkele technische wijzigingen (Stb. 63). De voorlegging geschiedt in het kader van de zogenoemde nahangprocedure (artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer).

Bij het besluit is ter informatie het concept van de daarop gebaseerde wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (mijnsteen) gevoegd, met de bijbehorende kaarten1.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven