33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling van de levensverwachting van de pensioenleeftijd, extra verhoging van het AOW-ouderdomspensioen en introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen desgevraagd geheel of gedeeltelijk eerder of later te laten ingaan (Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW)

Nr. 28 MOTIE VAN DE LEDEN SCHOUTEN EN ORTEGA-MARTIJN

Voorgesteld 2 februari 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de mensen die vanaf hun vijftiende levensjaar verzekerd waren voor de AOW en inmiddels naar het buitenland zijn geëmigreerd als gevolg van het verschuiven van de periode waarover AOW wordt opgebouwd, te maken krijgen met een extra korting van 2% per jaar;

overwegende, dat de extra korting van 2% per jaar vanwege het verschuiven van de AOW-opbouw, financiële gevolgen heeft voor de betrokkenen;

van mening, dat de betrokkenen tijdig en goed geïnformeerd moeten worden over de financiële gevolgen zodat zij tijdig maatregelen kunnen nemen om de extra korting op te vangen;

verzoekt de regering in de communicatie over de aanpassing van de AOW-leeftijd nadrukkelijk aandacht te besteden aan de genoemde problematiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Schouten

Ortega-Martijn

Naar boven