Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2019
Met mijn brief van 1 juli jl. 1 heb ik uw Kamer mijn reactie gestuurd op de 5-jaarlijkse evaluatie van het Centraal
Orgaan opvang asielzoekers (COA). Daarin heb ik toegezegd uw Kamer voor de begrotingsbehandeling
nader te informeren over de opvolging van een aantal aanbevelingen. Deze toezegging
doe ik hierbij gestand.
Versterken sparrings- en adviesrol voor COA
Met ingang van 1 juli 2015 is Raad van Toezicht van het COA opgeheven en is het uitvoeringstoezicht
op het COA bij de Minister van Justitie en Veiligheid komen te liggen. Dit geldt ook
voor de benoeming, schorsing en het ontslag van de leden van het bestuur. Het uitvoeringstoezicht
van het ministerie op het COA is hierdoor versterkt.
Uit de evaluatie is gebleken dat de nieuwe sturings- en toezichtsrelatie goed werkt
maar dat de klankbordfunctie die de Raad van Toezicht voorheen vervulde, door het
COA wordt gemist. De door het bestuur van het COA ingestelde raad van advies vervult
deze rol slechts ten dele. In het rapport wordt aanbevolen om de sparrings- en adviesfunctie
te versterken, bijvoorbeeld door binnen het COA een audit committee of een tenderboard
in te stellen. Deze aanbeveling heb ik overgenomen.
Momenteel wordt in het kader van het professionaliseren van de governance van het
Ministerie van Justitie en Veiligheid en de taakorganisaties een brede visie op toezicht
ontwikkeld. De verwachting is dat deze voor het einde van dit jaar vastgesteld wordt.
In de visie worden de uitgangspunten en inrichtingsprincipes van toezicht beschreven.
Hierbij wordt gesteld dat de taakorganisaties externe actoren betrekken die de directie
of het bestuur van de taakorganisatie kritisch toetsen en bijstaan. Voorbeelden hiervan
zijn een raad van advies, een audit committee en/of een tenderboard. Na vaststelling
van de visie wordt per taakorganisatie een passend implementatietraject ingericht.
Ook met het COA wordt een dergelijk traject gestart. Daarbij worden de huidige organisatieontwikkelingen
bij het COA, zoals de herinrichting van de interne topstructuur, meegenomen.
Doelmatigheid en doeltreffendheid COA
Uit de evaluatie blijkt dat de ondersteunende diensten van het COA grotendeels passend
van omvang zijn in vergelijking met andere organisaties. Aanbevolen is de mogelijkheden
te verkennen benchmarks uit te voeren met vergelijkbare organisaties in andere Europese
landen. Ook deze aanbeveling heb ik overgenomen.
De materiele en immateriële opvangvoorzieningen voor asielzoekers in de Europese lidstaten
moeten voldoen aan minimumnormen. Deze moeten ervoor zorgen dat asielzoekers in alle
lidstaten vergelijkbare levensomstandigheden genieten. Dit draagt bij aan de verdere
harmonisatie van het Europese asielbeleid.
De minimumnormen garanderen een basisniveau aan voorzieningen. Dit neemt niet weg
dat in Europa verschillen bestaan in de organisatie, kwaliteit en kosten van de opvang.
Door deze verschillen in beeld te brengen wordt een zinvolle vergelijking tussen lidstaten
mogelijk. Een goed uitgevoerde benchmark levert spiegelinformatie en mogelijk ook
best practices voor verbetering op.
Binnen Europa fungeert het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO: European
Asylum Support Office), dat onder meer is opgericht om de samenwerking tussen de lidstaten
op asielgebied en de uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te
verbeteren. Het EASO ondersteunt de lidstaten door onderzoek te doen naar manieren
om de verschillende vormen van asielbeleid beter op elkaar af te stemmen. Het COA
en EASO stemmen de opzet van het internationale benchmarkonderzoek af. Het onderzoek
zal naar verwachting in 2020 uitgevoerd worden.
Tot slot is een aanbeveling uit de evaluatie om periodieke steekproeven te doen naar
de doeltreffendheid van de opvang. Het programma Flexibilisering Asielketen bevat
een ketenbrede aanpak gericht op een effectievere, zorgvuldigere en snellere asielprocedure.
In aansluiting hierop ben ik voornemens steeksproefsgewijs te onderzoeken in welke
mate de opvang hieraan bijdraagt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol