33 037 Mestbeleid

Nr. 180 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2016

Op woensdag 24 augustus jongstleden heb ik uw Kamer desgevraagd geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3309) naar aanleiding van een verzoek van Cumela Nederland de uitrijdperiode van drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib uit te stellen tot 16 september, maar liever 1 oktober, voor zowel bouwland als grasland. In die brief heb ik aangegeven advies van de Technische commissie bodem (TCB) af te wachten en daarna te besluiten over het verzoek. Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn besluit.

De TCB heeft op 29 augustus 2016 advies uitgebracht ten aanzien van verlenging van de uitrijdperiode van drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib (TCB 2016-2). Dit advies is als bijlage bij deze brief gevoegd1. De kern van het advies is dat «de TCB adviseert geen uitstel te verlenen voor het uitrijdverbod van dierlijke mest, en de inzaaiperiode voor groenbemesters met twee weken te verlengen tot 15 september 2016, waarbij een beperkte hoeveelheid kunstmest als enige geschikte startbemesting wordt gezien».

Uitgangspunten voor mijn besluit zijn het advies van de TCB en het verzoek van uw Kamer serieus te overwegen uitstel op het uitrijdverbod te verlenen (d.d. 19 augustus 2016, Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3309). Ik heb besloten een vrijstelling te verlenen die vergelijkbaar is met die in september 2015. Op de kortst mogelijke termijn zal ik deze regeling in de Staatscourant publiceren, op basis waarvan het zal zijn toegestaan om bij inzaai van een groenbemester of winterkoolzaad voor zaadwinning in 2017 de daarbij behorende stikstofgebruiksnorm te benutten tot en met 15 september. De groenbemester of het winterkoolzaad dient uiterlijk op 16 september te worden ingezaaid. De stikstofgebruiksnorm kan in die periode ook worden ingevuld met drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib.

De TCB constateert dat een verzoek om uitstel van het uitrijdverbod frequent terugkomt en adviseert om te zoeken naar een structurele oplossing. Ik overweeg om dit in de komende periode op te pakken. Het meest logisch lijkt aansluiting te zoeken bij het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven