Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2011
Op 19 december 2011 is een amendement ingediend dat betrekking heeft op artikel 44 van de ontwerpbegroting 2012 (amendement
Dijkstra, 33 000 XVI, nr. 102). Met deze brief geef ik een schriftelijke reactie op dit amendement.
In het amendement wordt voorgesteld om binnen artikel 44 ruim € 6,3 mln alternatief aan te wenden om de hoogte van de persoonlijke
kilometerbudgetten (pkb’s) voor 2012 op 750 kilometer per jaar te houden. Dekking wordt gevonden binnen artikel 44 in de uitgaven
waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan. Dit betreft ca. 3% van het totale budget uit dit artikel (€ 212 mln).
Ik hecht er aan u mede te delen dat het voorliggende amendement, volgens mijn inschatting, gebaseerd op een tot op heden nauwkeurig
ramingsmodel, een bedrag van ongeveer € 12 mln aan extra uitgaven met zich mee zal brengen. De hoogte van het bedrag in het
amendement is daarmee onvoldoende om de extra uitgaven die pkb’s van 750 kilometer per jaar met zich meebrengen van dekking
te voorzien.
Bovendien wil ik het misverstand wegnemen dat uitgaven waarvoor nog geen verplichting is aangegaan zondermeer alternatief
aanwendbaar zouden zijn. De middelen op artikel 44 waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan zijn onder andere bestemd
voor de wettelijk verplichte evaluatie van de Wmo (€ 1,8 mln), de Wmo-werkplaatsen1 (€ 1 mln) en projecten in het kader van geweld in afhankelijkheidsrelaties2 (€ 3 mln). Indien dit amendement door uw Kamer wordt aangenomen vervalt de dekking voor deze wettelijke verplichte, dan wel
bestuurlijk gebonden uitgaven.
Gelet op bovenstaande ontraad ik de Kamer dit amendement.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner