33 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2012

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2011

Tijdens het algemeen overleg van 26 oktober jl. over de informatievoorziening aan de Kamer heb ik toegezegd nader te zullen ingaan op de criteria voor vertrouwelijkheid. Hierbij voldoe ik aan dit verzoek. Allereerst zal ik ingaan op de bestaande afspraken. Vervolgens zal ik ingaan op de openbaarmaking van het budget nog voor de contracttekening. Verder zal ik toelichten waarom de Kamer in de afgelopen weken bepaalde informatie vertrouwelijk heeft ontvangen.

Bestaande afspraken

De Kamer ontvangt over investeringsprojecten in strategisch materieel afzonderlijke brieven in overeenstemming met het Defensie Materieel Proces (DMP). Tijdens de onderhandelingen met leverancier(s) en de voorbereiding daarvan wordt het investeringsbudget in deze openbare brieven weergeven in een bandbreedte. Het betreft de bandbreedten € 25–50 miljoen, € 50–100 miljoen, € 100–250 miljoen en meer dan € 250 miljoen. Niettemin beschikt de Kamer ook reeds in dit stadium van het project over het exacte investeringbudget. De Kamer ontvangt deze informatie in een commercieel vertrouwelijke bijlage bij de DMP-brieven

De criteria voor vertrouwelijkheid zijn tot stand gekomen in overleg tussen de vaste commissie voor Defensie (VCD) en Defensie. In haar brief van 20 april 2010 aan de staatssecretaris van Defensie heeft de VCD haar visie uiteengezet.

Op 7 juli 2010 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 135) heeft de minister van Defensie deze visie op hoofdlijnen onderschreven. Het uitgangspunt bij de informatievoorziening is niet alleen de Kamer een zo volledig mogelijk inzicht te geven in de relevante aspecten, maar tevens om deze informatie zoveel mogelijk openbaar te maken. Alleen wanneer operationele belangen in het geding zijn of wanneer de commerciële belangen van Defensie of het bedrijfsleven worden geschaad, zal informatie vertrouwelijk worden verstrekt.

Het betreft bijvoorbeeld gegevens over het budget of het te verwerven product waarvan openbaarmaking, zolang de onderhandelingen nog niet zijn voltooid, nadelig kan zijn voor Defensie.

Verder is in de brief van 7 juli 2010 uiteengezet dat in de systematiek van het DMP het sluiten van een contract het einde vormt van de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). Na de D-fase gaat een project over in de realisatiefase. Van deze projecten zijn de contracten gesloten en staat de contractprijs vast. De financiële omvang van de projecten hoeft in de realisatiefase niet meer vertrouwelijk te zijn. De omvang wordt dan ook vermeld in de begroting, het materieelprojectenoverzicht (MPO) en het departementaal jaarverslag. Wanneer vertrouwelijk verstrekte informatie Stg (Staatsgeheim) confidentieel is, zoals aantallen munitie, kan deze niet openbaar worden gemaakt.

Nadere toelichting

De D-brief wordt aan de Kamer verstuurd als de onderhandelingen met de gekozen leverancier zijn voltooid maar het contract nog niet is getekend. Tijdens het algemeen overleg van 26 oktober is van de zijde van de Kamer aangedrongen op vermelding van het exacte investeringsbudget in de D-brief. Dit is meestal mogelijk en in het merendeel van de D-brieven van de afgelopen jaren is dit ook gebeurd. Ik zal ook in dit opzicht blijven streven, in lijn met de gemaakte afspraken, naar een zo openbaar mogelijke informatievoorziening.

Onlangs verstrekte vertrouwelijke informatie

DMP-brieven

In de afgelopen twee maanden heeft de Kamer enkele malen commercieel vertrouwelijke informatie ontvangen. Over vier projecten zijn DMP-brieven verzonden:

  • De C-brief over de studiefase van het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) (Kamerstuk 33 000 X, nr. 3 van 23 september jl.).

  • De B-brief over het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW), deelproject voertuig 7,5 kN (Kamerstuk 26 396, nr. 88 van 23 september jl.).

  • De A-brief over het project Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) (Kamerstuk 27 830, nr. 91 van 26 september jl.).

  • De A-brief over het project Militaire Satelliet Capaciteit (MILSATCAP) (Kamerstuk 27 830, nr. 92 van 10 oktober jl.).

Bij deze DMP-brieven is een commercieel vertrouwelijke bijlage verzonden met informatie over de exacte financiële omvang van het desbetreffende project, eventueel onderverdeeld naar deelprojecten of kostenposten, en over de exploitatiekosten. Omdat het niet ging om D-brieven en de onderhandelingen met de industrie nog niet zijn voltooid, was het bekendmaken van het projectbudget niet aan de orde. In de commercieel vertrouwelijke bijlage bij de brief over het project VOSS is een shortlist opgenomen van bedrijven die zullen worden uitgenodigd een offerte uit te brengen. Deze shortlist dient vertrouwelijk te blijven zowel met het oog op de belangen van Defensie als die van het bedrijfsleven.

Programma SPEER

Naast deze DMP-brieven heeft de Kamer op 14 oktober jl. antwoorden ontvangen op aanvullende vragen van de VCD over de voortgangsrapportage van het programma SPEER (Kamerstuk 31 460, nr. 21). Enkele vragen hadden betrekking op welke functionaliteiten in SAP nog tijdens het programma SPEER tot eind 2013 zullen worden ontwikkeld en welke functionaliteiten zullen moeten wachten tot na het einde van dit programma. Het desbetreffende overzicht heb ik commercieel vertrouwelijk naar de Kamer gezonden omdat Defensie nog moet onderhandelen met de industrie die deze functionaliteiten eventueel zal helpen bouwen. De Kamer wordt openbaar geïnformeerd over het investeringsbudget van SPEER.

Helikopterproject NH-90

Op 13 oktober jl. heeft de Kamer de elfde jaarrapportage van het helikopterproject NH-90 ontvangen (Kamerstuk 25 928, nr. 49). Dit project bevindt zich reeds geruime tijd in de realisatiefase en de Kamer is regelmatig openbaar geïnformeerd over de omvang van het projectbudget. In de commercieel vertrouwelijke bijlage wordt ingegaan op de hoogte van deelbudgetten, waaronder de risicoreservering, en de beheersmaatregelen voor de onderkende risico’s. Zoals uiteengezet in deze jaarrapportage en de brief van 20 mei jl. (Kamerstuk 25 928, nr. 48) wordt het NH-90 project herijkt. Over veel aspecten van de herijkte behoefte moet nog worden onderhandeld met de industrie en daarom is het nodig dat de hoogte van de deelbudgetten commercieel vertrouwelijk blijft.

De openbare brief gaat in op de onderkende projectrisico’s. Op de maatregelen ter beheersing van deze risico’s en de mogelijke gevolgen voor het projectbudget, in het bijzonder de risicoreservering, wordt in de bijlage ingegaan. Deze informatie dient vertrouwelijk te blijven met het oog op de toekomstige onderhandelingspositie van Defensie in het geval een of meer van deze risico’s zich inderdaad zullen voordoen.

Ten slotte

Tijdens het algemeen overleg van 26 oktober is van de zijde van de Kamer onderstreept dat de verstrekte informatie zoveel mogelijk openbaar moet zijn. Ik onderschrijf deze behoefte aan openbaarheid en ik zal mij inspannen zoveel mogelijk aan deze wens te voldoen. Voor de volledigheid van de informatievoorziening is echter vertrouwelijkheid in sommige gevallen onvermijdelijk. Indien vertrouwelijkheid noodzakelijk is, zal ik dit per geval beargumenteren.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven