33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012

Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2011

Naar aanleiding van vragen van Kamerlid Roemer over het CABR-dossier van Klaas-Carel Faber (Handelingen II 2010/11, nr. 102, behandeling mondelinge vragen van het lid Roemer aan de minister president, minister van Algemene Zaken over de zaak Klaas-Carel Faber en het bericht «Faber nu oorlogsmisdadiger nummer 1») , heeft de minister-president, mede namens mij, op 27 oktober 2011 een brief1 naar Uw Kamer gestuurd waarin is toegezegd dat ik zal onderzoeken of ontheffing op het verbod op raadpleging van het dossier voor slachtoffers en hun nabestaanden door het College bescherming persoonsgegevens mogelijk is.

Hierbij informeer ik Uw Kamer over de uitkomsten van dit onderzoek.

De algemene rijksarchivaris heeft samen met het College bescherming persoonsgegevens de best mogelijk oplossing binnen de wettelijke kaders onderzocht, ervan uitgaande dat de urgentie die Kamerlid Roemer heeft aangegeven in verband staat met de wens dat Klaas-Carel Faber alsnog zijn straf ondergaat.

De uitkomst van het onderzoek is dat een aanvraag voor raadpleging zal kunnen worden gehonoreerd als slachtoffers en hun nabestaanden de gegevens in het dossier nodig hebben om een juridische actie of een procedure tegen Klaas-Carel Faber te ondernemen.

Tevens is gebleken dat een besluit tot algemene ontheffing door het Cbp niet eenvoudig is, omdat het in dit geval moeilijk zal zijn een zwaarwegend algemeen belang te construeren. Zonder dat belang is een algemene ontheffing niet mogelijk.

Als slachtoffers en hun nabestaanden echter een gemotiveerd verzoek om raadpleging indienen bij de algemene rijksarchivaris, als bevoegd orgaan in deze, kan de algemene rijksarchivaris een beroep doen op de uitzonderingsgrond van de Wbp «voor de vaststelling, uitoefening of verdediging van een recht in rechte» om het verbod op de raadpleging te doorbreken.

Een en ander betekent dat het verbod op raadpleging van het dossier alleen dan op korte termijn zou kunnen worden doorbroken, als er een concreet en gemotiveerd verzoek aan de algemene rijksarchivaris wordt gedaan door slachtoffers en nabestaanden (of een gemachtigde).

In zo’n verzoek moet worden aangegeven dat raadpleging ten doel heeft een juridische actie of procedure voor te bereiden tegen Klaas-Carel Faber.

De algemene rijksarchivaris zal op een dergelijk verzoek zo snel mogelijk besluiten. Het besluit zal verwijzen naar het doel en bepalen dat het dossier alleen kan worden geraadpleegd en dat geen kopieën van de stukken kunnen worden gemaakt. Op dit besluit staat bezwaar en beroep open.

Ik meen dat hiermee de best mogelijke oplossing is gegeven.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra


X Noot
1

Tweede Kamer 2011–2012, 33 000 VI, nr. 21.

Naar boven