33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012

Nr. 54 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2011

In de motie Van der Werf/Klijnsma (33 000 VIII, vergaderjaar 2011–2012) wordt de regering gevraagd aanvragen met een technische noodzaak die in 2012 worden afgewezen, in 2012 mee te nemen in de restauratieregeling. De commissie verzoekt mij aan te geven hoe ik deze motie ga uitvoeren.

Van technische noodzaak is sprake als het voortbestaan van het gebouw gevaar loopt en belangrijke cultuurhistorische waarden verloren dreigen te gaan. Dan is ingrijpend herstel, of met andere woorden een restauratie nodig. Monumenten die in matige tot slechte staat verkeren en dus een restauratiebehoefte kennen, zijn eerder aangewezen op de restauratieregelingen dan op het Brim.

In mijn brief van 23 september 2011 (Kamerstuknummer 33 000 VIII, nr. 6) heb ik aangegeven dat de maximale subsidiabele kosten in het Brim in 2012 verlaagd zijn naar € 100 000 voor kerken en € 50 000 voor overige monumenten. Eigenaren van monumenten met een hoge technische noodzaak en hoge restauratiekosten worden daarom geadviseerd gebruik te maken van de mogelijkheden van Restauratieregelingen. Dat zijn enerzijds de restauratiemiddelen die via de provincies worden verstrekt en waarover ik uw kamer bij brief van 16 september 2011 heb geïnformeerd (Kamerstuknummer 32 156, nr. 31). Op dit moment ben ik met het IPO in overleg over de modaliteiten van deze nog te creëren subsidiefaciliteit waarvoor jaarlijks € 20 miljoen beschikbaar is vanaf 2012. Anderzijds kan voor ingrijpende restauraties een beroep gedaan worden op een laagrentende lening. Met de instelling van het Revolving Fund plus maar ook met de bestaande Restauratiefondshypotheek zijn er faciliteiten beschikbaar gesteld.

Voor de aanvragers van een Brim subsidie geldt het volgende.

Brim aanvragen die in 2012 worden toegekend, krijgen, ingevolge artikel 9, lid 2 van het Brim, het jaar daarop de beschikking over de subsidie. Aanvragers in 2012 krijgen dus vanaf januari 2013 subsidie uitgekeerd op basis van uitgevoerde werkzaamheden.

Aanvragers die worden afgewezen kunnen een beroep doen op bovengenoemde restauratieregelingen. Artikel 4, lid 2 van het Brim sluit echter uit dat een aanvrager van wie de subsidie is afgewezen in datzelfde jaar een lening kan aanvragen. Met het oog op de uitvoering van de motie heb ik het Nationaal Restauratiefonds (NRF) verzocht de afvallers Brim 2012 al in 2012 te begeleiden in het verkrijgen van een laagrentende lening. Deze afvallers kunnen direct na 1 januari 2013 formeel een lening aanvragen. Het NRF zal dan binnen een maand de procedure afronden.

Ik zal de motie met inachtneming van het bovenstaande uitvoeren. Daarbij wijs ik er ten overvloede op dat er voor alle bovengenoemde financieringsmogelijkheden sprake is van een plafond.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Naar boven