33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012

Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2011

Tijdens het Begrotingsonderzoek d.d. 24 november 2011, heb ik aangegeven u de volgende informatie te doen toekomen:

  • 1. aansluiting geautoriseerde begroting 2011 naar de ontwerpbegroting 2012;

  • 2. overzicht over de budgetflexibiliteit van de OCW-artikelen.

Ik geef door middel van bijgevoegde bijlagen gehoor aan deze toezeggingen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

1. Aansluiting geautoriseerde begroting 2011 naar de ontwerpbegroting 2012

De belangrijkste budgettaire wijzigingen op de OCW-begroting worden hieronder weergegeven. In de stand geautoriseerde begroting 2011 zijn de ombuigingen uit het Regeerakkoord 2010 reeds verwerkt. In de nieuwe stand ontwerpbegroting 2012 zijn ook de intensiveringen uit het Regeerakkoord van in totaal € 1,4 miljard in 2016 verwerkt.

Uitgaven

Tabel 1 Bijstellingen t.o.v. geautoriseerde uitgavenbegroting 2011 (x € 1 miljoen)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2012

34 130,5

33 694,0

34 043,2

33 942,3

33 570,0

33 756,4

Stand geautoriseerde begroting 20111

33 669,7

33 406,5

32 928,3

32 780,2

32 433,5

32 395,0

Totaal verschil

460,8

287,5

1 114,9

1 162,1

1 136,5

1 361,4

Leerlingenontwikkeling

38,6

130,1

205,0

232,6

266,2

281,8

Ramingsbijstelling studiefinanciering

– 156,2

– 126,2

– 66,5

– 25,9

34,5

21,8

Intensiveringen Regeerakkoord

0,0

460,0

790,0

880,0

940,0

1 095,0

Alternatieve inzet intensiveringen Regeerakkoord

0,0

10,0

10,0

0,0

120,0

0,0

Fasering langstudeerders en passend onderwijs

0,0

358,0

192,0

87,0

– 23,0

– 23,0

Dekking fasering langstudeerders en passend onderwijs

– 123,0

– 137,5

– 79,5

– 7,5

– 124,5

0,0

Eindejaarsmarge 2010

141,6

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Intertemporele compensatie

– 60,5

– 2,7

63,1

– 0,7

2,7

3,0

Kasschuiven OV-kaart

420,0

– 450,0

– 50,0

0,0

0,0

0,0

Tegenvaller VO en dekking

56,0

– 56,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Afronding FES

– 25,0

– 2,1

– 9,4

– 6,6

0,0

0,0

Diversen

– 4,1

– 13,7

– 9,2

9,7

– 2,9

– 2,1

Totaal bijstellingen

287,3

169,8

1 045,5

1 168,6

1 212,9

1 376,4

Technische bijstellingen:

           

Loon- en prijsbijstelling

328,1

391,3

389,9

388,2

384,9

386,6

Overige technische bijstellingen

– 154,6

– 273,6

– 320,5

– 394,7

– 461,3

– 401,7

Totaal technische bijstellingen

173,5

117,7

69,4

– 6,5

– 76,4

– 15,0

Totaal verschil

460,8

287,5

1 114,9

1 162,1

1 136,5

1 361,4

X Noot
1

Stand inclusief Nota van Wijzigingen (NvW), Startbriefmutaties en Incidentele suppletoire begroting (ISB).

Ontvangsten

Tabel 2 Bijstellingen t.o.v. geautoriseerde ontvangstenbegroting 2011 (x € 1 miljoen)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2012

1 210,9

1 197,6

1 267,4

1 345,3

1 415,7

1 499,5

Stand geautoriseerde begroting 20111

1 069,3

1 165,5

1 226,7

1 293,6

1 361,2

1 450,9

Totaal verschil

141,6

32,1

40,7

51,7

54,4

48,6

Leerlingenontwikkeling

– 0,3

0,3

0,5

0,0

0,4

0,3

Ramingsbijstelling studiefinanciering

50,3

49,8

53,8

50,5

50,5

46,0

Diversen

4,1

0,0

0,0

– 1,7

– 3,7

– 3,7

Totaal bijstellingen

54,0

50,1

54,3

48,9

47,2

42,5

Technische bijstellingen

87,5

– 18,0

– 13,5

2,8

7,2

6,1

Totaal technische bijstelling

87,5

– 18,0

– 13,5

2,8

7,2

6,1

Totaal verschil

141,6

32,1

40,7

51,7

54,4

48,6

X Noot
1

Stand inclusief Nota van Wijzigingen (NvW), Startbriefmutaties en Incidentele suppletoire begroting (ISB).

Toelichting

Leerlingenontwikkeling

In de verschillende onderwijssectoren is in het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger dan waarmee tot nu toe in de begroting rekening was gehouden. De grootste opwaartse mutaties doen zich voor in het VO en het MBO. In het VO stijgt de gemiddelde verblijfsduur iets. In het MBO hangt de geraamde stijging vooral samen met het vorig jaar zich al aftekenende, maar nu meerjarig verwerkte substitutie-effect tussen BOL en BBL (meer BOL-deelnemers in plaats van BBL-deelnemers betekent meer uitgaven). In onderstaande tabel wordt de leerlingen- en studentenontwikkeling per sector weergegeven.

Tabel 3 Leerlingen- en studentenontwikkeling (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Primair onderwijs

16

5 371

3 936

2 569

8 117

15 170

Voortgezet onderwijs

41 898

62 226

65 044

75 796

87 371

95 410

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

7 829

37 355

88 130

94 005

110 279

111 908

Hoger beroepsonderwijs

– 22 231

3 189

19 082

26 576

28 117

30 643

Wetenschappelijk onderwijs

7 733

16 247

20 612

20 727

16 717

11 361

Studiefinanciering

1 949

4 194

6 416

10 755

12 824

13 873

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

1 384

1 546

1 796

2 184

2 742

3 396

Totaal uitgaven

38 578

130 128

205 016

232 612

266 167

281 761

Lesgeldontvangsten

– 268

288

463

44

403

270

Totaal ontvangsten

– 268

288

463

44

403

270

Ramingsbijstelling studiefinanciering

De raming van de uitgaven voor studiefinanciering vertoont tot en met 2014 per saldo een meevaller, daarna worden per saldo tegenvallers geraamd. De ramingsbijstelling is het gevolg van een aantal ontwikkelingen. De belangrijkste ontwikkeling zijn:

  • Bij de omzetting van prestatiebeurs in gift worden op grond van de actuele inzichten in het omzettingsritme de eerste jaren meevallers verwacht, die vanaf 2015 omslaan in tegenvallers.

    Daarnaast is er bij de aanvullende beurs is een lager gebruik dan eerder werd geraamd.

  • Bij de uitgaven voor de OV-studentenkaart doen zich tegenvallers voor.

    Deze worden gecompenseerd door hoger uitvallende renteontvangsten aan de ontvangstenkant.

Intensiveringen Regeerakkoord

Alle intensiveringsenveloppen zijn structureel, inclusief oploop, toegevoegd aan de begroting van OCW. In totaal gaat het om € 540 miljoen in 2012 oplopend tot € 1,4 miljard in 2016.

De intensivering Kwaliteitsimpuls / reservering ramingsrisico is bij Voorjaarsnota volledig ingezet ter dekking van de stijgende leerlingen en studentenaantallen. Het gaat om € 70 miljoen in 2012 oplopend tot € 270 miljoen in 2016. Daarnaast is een deel van de intensiveringen Versterken centrale en uniforme toetsing en Prestatiebeloning op basis van leerwinst ingezet ter dekking van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord 2010. De intensivering voor Versterken centrale en uniforme toetsing is daardoor verlaagd met € 10 miljoen in 2012 en 2013 en Prestatiebeloning op basis van leerwinst is verlaagd met € 120 miljoen in 2015.

In onderstaande tabellen worden de intensiveringen weergegeven, exclusief het deel dat reeds bij Voorjaarsnota is ingezet ter dekking van de stijgende leerlingen en studentenaantallen en de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs. Tabel 4a geeft de totale reeksen weer. In tabel 4b wordt vervolgens het totaal van de intensiveringen per beleidsdirectie weergegeven. Het aandeel van het groene onderwijs in deze intensiveringen is toegevoegd aan de begroting van EL&I.

Tabel 4a Intensiveringen (x € 1 000)

Intensivering

Artikel

2012

2013

2014

2015

2016

Uitbreiding doelgroep VVE

1

30 000

50 000

50 000

50 000

50 000

Versterken centrale en uniforme toetsing

1, 3, 4

70 000

70 000

80 000

80 000

80 000

Professionalisering onderwijspersoneel

9

100 000

150 000

150 000

150 000

150 000

Prestatiebeloning op basis van leerwinst

9

10 000

20 000

40 000

80 000

220 000

Hoogbegaafden

1, 3

20 000

30 000

30 000

30 000

30 000

Taal en rekenen

1, 3

20 000

20 000

0

0

0

Meer schakelklassen en summercourses

1

40 000

50 000

50 000

50 000

50 000

Plusvoorzieningen en wijkscholen

4

30 000

30 000

30 000

30 000

30 000

Kwaliteitsverbetering

4

0

150 000

150 000

150 000

150 000

Verhogen intensiteit onderwijs

6, 7

50 000

130 000

210 000

230 000

245 000

Innovatie en onderzoek

6, 7, 16

90 000

90 000

90 000

90 000

90 000

Totaal intensiveringen

 

460 000

790 000

880 000

940 000

1 095 000

Tabel 4b Intensiveringen per beleidsartikel (x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Primair onderwijs

118 677

154 503

146 477

146 477

146 477

Voortgezet onderwijs

48 061

52 255

48 722

48 745

48 775

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

41 911

184 033

185 734

185 734

185 734

Hoger beroepsonderwijs

28 392

68 614

110 223

120 658

128 416

Wetenschappelijk onderwijs

65 608

100 814

137 694

146 871

153 616

Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

110 000

170 000

190 000

230 000

370 000

Onderzoek en wetenschapsbeleid

46 000

46 000

46 000

46 000

46 000

Aandeel groen onderwijs (op begroting EL&I)

1 351

13 781

15 150

15 515

15 982

Totaal intensiveringen

460 000

790 000

880 000

940 000

1 095 000

Alternatieve inzet intensiveringen Regeerakkoord

Een deel van de intensiveringen Versterken centrale en uniforme toetsing en Prestatiebeloning op basis van leerwinst is ingezet ter dekking van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord 2010. Voor Versterken centrale en uniforme toetsing gaat het om € 10 miljoen in 2012 en 2013 en voor Prestatiebeloning op basis van leerwinst om € 120 miljoen in 2015.

Fasering langstudeerders en passend onderwijs en Dekking fasering langstudeerders en passend onderwijs

De maatregelen uit het Regeerakkoord, verhoging van het collegegeld voor langstudeerders en de efficiencykorting op de instellingen en de bezuiniging op passend onderwijs, worden gefaseerd ingevoerd. De dekking vindt volledig binnen de OCW-begroting plaats. Zie brief aan de Tweede Kamer, d.d. 13 april 2011 (kamerstuk 32 618, nr. 32).

Eindejaarsmarge 2010

De budgetten die in 2010 niet volledig tot besteding zijn gekomen, zijn voor 2011 aan de OCW-begroting toegevoegd.

Intertemporele compensatie

Op diverse budgetten vinden intertemporele compensaties plaats omdat middelen in latere (of eerdere) jaren benodigd zijn.

Kasschuiven OV-kaart

Een deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart uit 2011 is al in 2010 voldaan (€ 80 miljoen). Daarnaast is een deel van de verplichtingen uit 2012 en 2013 al in 2011 voldaan (totaal € 500 miljoen).

Tegenvaller VO en dekking

In het Regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. In de sector VO ontstaat daardoor een liquiditeitsprobleem. Ter dekking van de kosten van de arbeidsvoorwaarden wordt € 56 miljoen van 2012 naar 2011 geschoven.

Afronding FES

Dit betreft de toevoeging van de onderuitputting 2010 aan 2011 en het neerwaarts bijstellen van het projectplan en de activiteiten van het voormalige FES project Beelden voor de Toekomst.

Diversen

De post diversen bevat met name een deel van de dekking voor de taakstellingen zorg en overige problematiek Rijksbegroting. Deze taakstellingen worden grotendeels ingevuld door middel van meevallers bij de studiefinanciering, maar daarnaast zijn ook een restant van de prijsbijstelling en incidentele posten ingezet ter dekking.

Loon- en prijsbijstelling

In het Regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. Dit betekent dat de loonbijstelling tranche 2011 die aan de departementen is uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten. Voor OCW gaat het om € 131 miljoen in 2011 aflopend naar € 123 miljoen in 2016.

Daarnaast staan op de aanvullende post van Financiën met ingang van 2012 middelen gereserveerd voor de (verdere) financiering van het Actieplan LeerKracht van Nederland. Tranche 2012 is toegevoegd aan de OCW-begroting. Het gaat om een incidentele loonontwikkeling van ca. € 60 miljoen structureel vanaf 2012.

Tot slot is de prijsbijstelling tranche 2011 toegevoegd aan de OCW-begroting. Het gaat om ca. € 200 miljoen structureel vanaf 2011.

Overige technische bijstellingen

Het betreft overboekingen van en naar andere departementen zoals de overboekingen naar EL&I van het structurele budget van TNO en het aandeel groen onderwijs in de intensiveringen en ombuigingen uit het Regeerakkoord.

Daarnaast is er sprake van minder niet relevante uitgaven voor studiefinanciering doordat de groei in de leningen studiefinanciering minder groot is dan eerder geraamd. Ook wordt er structureel minder aanvullende beurs als prestatiebeurs toegekend. Aangezien dit leningen betreft, zijn deze niet relevant voor het uitgavenkader Rijksbegroting-eng.

2. Overzicht Budgetflexibiliteit 2012

Onderstaand is weergegeven de mate van budgetflexibiliteit cf. de wijze zoals was weergegeven in de ontwerpbegroting 2011.

Tabel Budget flexibiliteit artikel 1 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

9 537 998

9 357 476

9 157 197

9 000 413

8 940 968

Totaal juridisch verplicht

9 465 747

9 284 336

9 093 617

8 935 877

8 876 097

Totaal bestuurlijk gebonden

71 664

72 431

62 746

64 056

64 356

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

587

709

834

480

515

Tabel Budget flexibiliteit artikel 3 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

6 906 781

6 988 361

7 036 931

7 070 889

7 118 289

Totaal juridisch verplicht

6 852 389

6 940 492

6 989 108

7 023 327

7 071 437

Totaal bestuurlijk gebonden

54 234

47 552

47 506

47 247

46 537

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

158

317

317

315

315

Tabel Budget flexibiliteit artikel 4 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

3 451 393

3 497 125

3 447 104

3 326 799

3 312 554

Totaal juridisch verplicht

3 406 475

3 294 126

3 249 136

3 130 638

3 115 660

Totaal bestuurlijk gebonden

44 733

202 735

197 549

195 834

196 611

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

185

264

419

327

283

Tabel Budget flexibiliteit artikel 6 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

2 483 839

2 460 876

2 502 815

2 508 240

2 551 996

Totaal juridisch verplicht

2 478 545

2 423 295

2 440 922

2 446 213

2 486 697

Totaal bestuurlijk gebonden

5 294

36 955

60 522

60 094

63 906

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

626

1 371

1 933

1 393

Tabel Budget flexibiliteit artikel 7 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

3 894 034

3 908 357

3 952 266

3 961 192

3 998 475

Totaal juridisch verplicht

3 870 055

3 852 493

3 924 082

3 933 251

3 971 247

Totaal bestuurlijk gebonden

23 979

54 545

26 101

26 093

26 228

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

1 319

2 083

1 848

1 000

Tabel Budget flexibiliteit artikel 8 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

16 890

16 759

16 997

16 502

16 501

Totaal juridisch verplicht

15 172

14 352

5 905

5 368

3 660

Totaal bestuurlijk gebonden

1 454

2 154

10 608

10 664

12 371

Totaal niet -juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

264

253

484

470

470

Tabel Budget flexibiliteit artikel 9 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

420 120

491 994

521 618

569 841

719 533

Totaal juridisch verplicht

340 916

373 397

390 506

437 591

227 383

Totaal bestuurlijk gebonden

79 204

118 597

131 112

132 250

492 150

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Tabel Budget flexibiliteit artikel 11 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

3 658 463

4 135 470

4 243 762

4 253 385

4 295 457

Totaal juridisch verplicht

3 658 463

4 135 470

4 243 762

4 253 385

4 295 457

Totaal bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Tabel Budget flexibiliteit artikel 12 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

112 215

112 178

112 445

114 120

116 697

Totaal juridisch verplicht

112 215

112 178

112 445

114 120

116 697

Totaal bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Tabel Budget flexibiliteit artikel 14 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

895 631

845 898

794 615

739 655

739 554

Totaal juridisch verplicht

793 849

156 132

155 927

152 398

152 393

Totaal bestuurlijk gebonden

101 782

689 766

638 688

587 257

587 161

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Tabel Budget flexibiliteit artikel 15 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

915 954

862 662

823 342

719 546

730 002

Totaal juridisch verplicht

915 098

861 695

822 375

718 534

728 991

Totaal bestuurlijk gebonden

856

967

967

1 012

1 011

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Tabel Budget flexibiliteit artikel 16 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

894 029

868 281

861 162

810 404

809 455

Totaal juridisch verplicht

891 235

865 003

855 408

804 834

803 455

Totaal bestuurlijk gebonden

2 794

2 854

4 734

5 041

5 491

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

424

1 020

529

509

Tabel Budget flexibiliteit artikel 25 (bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Programma-uitgaven

16 630

17 322

17 544

17 833

17 833

Totaal juridisch verplicht

7 249

4 279

1 318

1 624

150

Totaal bestuurlijk gebonden

9 381

13 043

16 226

16 209

17 683

Totaal niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden

0

0

0

0

0

Naar boven