33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 155 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2012

Met de Kamer is afgesproken dat ik u op de hoogte houd van misbruik van Nederlandse middelen voor ontwikkelingssamenwerking. Hierbij wil ik u informeren over de laatste ontwikkelingen rond fraude in de onderwijssector in Kenia. Eerder heb ik u van deze zaak op de hoogte gesteld in de bijlage over malversaties/fraude in het jaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken over 2010.

Vanaf 2007 heeft een donorgroep, bestaande uit Canada, het Global Partnership for Education (GPE), UNICEF, de Wereldbank en het VK, de onderwijssector in Kenia ondersteund. De Keniaanse overheid voert het programma uit en is tevens de grootste financier.

Op basis van vermoedens van fraude heeft de donorgroep in 2010 besloten een forensisch accountantsonderzoek te laten uitvoeren, waarvan de resultaten in 2011 zijn gepubliceerd. Het onderzoek stelde omvangrijke fraude vast van USD 60,2 miljoen. Het GPE is hierbij voor USD 27 miljoen benadeeld. Het Nederlandse aandeel in de totale GPE-financiering bedraagt 21%.

De Keniaanse overheid is akkoord gegaan met de uitkomsten van dit onderzoek. Zij heeft de bevindingen openbaar gemaakt en is gestart met de juridische vervolging van de betrokkenen. De eerste veroordeling heeft inmiddels plaatsgevonden. Ook is de overheid een terugbetalingsregeling overeengekomen met de donoren. In november 2011 is een bedrag van USD 4 miljoen terugbetaald aan de Wereldbank, UNICEF, VK en Canada.

De terugbetaling van USD 27 miljoen aan het GPE is vertraagd vanwege de moeilijke economische situatie in Kenia. De Wereldbank, die de GPE-bijdrage in Kenia beheert, is met de Keniaanse overheid overeengekomen dat dit bedrag wordt vastgelegd in de overheidsbegroting van het komende fiscale jaar, dat in Kenia loopt van juli t/m juni. De verwachting is dat de terugbetaling in de tweede helft van 2012 zal plaatsvinden.

Nederland heeft tijdens de recente vergadering van de Bestuursraad van GPE op 7 juni jl. aangedrongen op urgente afwikkeling van deze zaak. Deze oproep werd breed ondersteund door de leden van de Bestuursraad die de Voorzitter van GPE hebben opgedragen de Keniaanse autoriteiten schriftelijk aan te spreken op het belang van spoedige terugbetaling. De allocatie voor een nieuwe GPE-aanvraag door Kenia (USD 88,4 miljoen) blijft opgeschort, zolang de terugbetaling niet heeft plaatsgevonden.

Ik blijf deze zaak op de voet blijven volgen en zal de Kamer informeren over de afwikkeling ervan.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Naar boven