Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2012
Tijdens het debat over de Algemene Politieke Beschouwingen in uw Kamer is door het
lid Kuiper (ChristenUnie) een motie ingediend waarin wordt verzocht een commissie
in te stellen die studie doet naar een meer toekomstbestendig stelsel van hypotheekrenteaftrek1. Deze motie is in meerderheid door uw Kamer aanvaard. Vervolgens is tijdens de Algemene
Financiële Beschouwingen in uw Kamer uitvoerig gesproken over de initiële reactie2 van het kabinet op deze motie.
Deze initiële reactie werd door een meerderheid van uw Kamer als te mager gekenschetst.
Ik heb daarvoor begrip getoond. Uw Kamer roert immers een veelomvattend en maatschappelijk
belangrijk onderwerp aan. Daarnaast heb ik laten weten dat het kabinet als vanzelfsprekend
niet in de positie is een discussie daarover in uw Kamer te voorkomen. Om die reden
heb ik alsnog bewilligd in de wens van uw Kamer om, zonder daarbij afbreuk te willen
doen aan de lijn van het kabinet ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek, in reactie
op de motie Kuiper een visie op de toekomstbestendigheid van die aftrek toe te zeggen3. In deze reactie zal tevens aandacht worden geschonken aan bestaande studies op het
terrein van de woningmarkt alsmede aan de positie van de huidige eigen woningbezitter,
de toegang tot koopwoningen voor starters, de grenzen waarbinnen sprake is van een
aanvaardbare schuldenlast en het beslag op de algemene middelen. Ook ben ik, conform
mijn toezegging in de richting van het lid Essers (CDA) tijdens de behandeling van
het Belastingplan 2012, voornemens in die reactie aandacht te besteden aan de aftrek
wegens geen of geringe eigenwoningschuld (regeling Hillen).
Ik ben uw Kamer zeer erkentelijk dat tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen
meerdere malen is benadrukt dat uw Kamer, zoals het een «chambre de réflexion» betaamt,
hecht aan een zorgvuldige en goed afgewogen discussie naar aanleiding van de genoemde
reactie. Een goed afgewogen, actuele en zorgvuldige reactie van kabinetszijde kan
op haar beurt een belangrijke bijdrage leveren aan het welslagen van de gedachtewisseling
in uw Kamer. Om die reden vraag ik u dan ook om uw begrip dat de door u gevraagde
en door mij toegezegde kabinetsreactie na 15 maart 2012, maar in ieder geval in het
tweede kwartaal van dit jaar, aan uw Kamer zal worden aangeboden.
Naast de aan uw Kamer toegezegde visie op de toekomstbestendigheid van de hypotheekrenteaftrek,
wil ik Uw Kamer met dit schrijven ook informeren over de voortgang van de uitvoering
van de twee andere toezeggingen. De voor 1 april aanstaande toegezegde notitie over
de belastingplicht van overheidsbedrijven verwacht ik eind april aan uw Kamer te kunnen
sturen.
Ook de voor 1 april toegezegde uitwerking van de motie Groot/Omtzigt, over de maatschappelijke
rol van woningcorporaties en de daarbij passende fiscale behandeling, loopt enige
vertraging op. Deze motie verwacht ik in het tweede kwartaal van dit jaar af te ronden.
De staatssecretaris van Financiën,
F. H. H. Weekers