33 000 IXB Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012

Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2012

Met deze brief geef ik graag gevolg aan enkele toezeggingen. Hiermee beschouw ik deze toezeggingen als afgehandeld, tenzij anders is aangegeven.

Motie Braakhuis/Omtzigt inzake uniformering pensioengevend loon

Bij de parlementaire behandeling van de Wet uniformering loonbegrip is de gewijzigde motie van de leden Braakhuis en Omtzigt aangenomen.1 Met deze motie wordt het kabinet verzocht in overleg te treden met sociale partners om te bezien of het Witteveenkader gebaseerd kan worden op het uniforme loonbegrip en het resultaat van de gesprekken binnen vier maanden aan de Tweede Kamer voor te leggen. Bij brief d.d. 9 september 2011 heb ik uw Kamer meegedeeld dat het onderzoek meer tijd vraagt dan de gestelde periode.2

Met deze brief wil ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, meedelen dat een brief is ontvangen van de Stichting van de Arbeid (STAR). Daaruit volgt dat de STAR geen meerwaarde ziet – in aanvulling op de bestaande maximering – het begrip pensioengevend loon in het Witteveenkader dwingendrechtelijk te uniformeren. Ter toelichting verwijs ik naar de als bijlage bijgevoegde brief van de STAR.3

Gegeven het oogmerk van de indieners van de motie, merkt de STAR aanvullend op wel andere mogelijkheden te zien om tot lagere uitvoeringskosten voor zowel de pensioenuitvoerders als voor de aangesloten werkgevers te komen. Die mogelijkheden bestaan uit het verdergaand gebruik maken van gegevens die thans reeds in de periodieke loonaangifte door werkgevers aan de Belastingdienst worden verstrekt en in de polisadministratie worden opgeslagen. De polisadministratie, die door UWV wordt beheerd, bevat gegevens ten behoeve van de taken van Belastingdienst, UWV en het CBS. In de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) is geregeld dat het UWV onder voorwaarden gegevens uit de polisadministratie waarvoor zij verantwoordelijk is mag verstrekken aan onder meer pensioenuitvoerders.

Het kabinet is verheugd met de intentie van sociale partners en pensioenuitvoerders om te onderzoeken of de kosten van (de uitvoering van) pensioen kunnen worden beperkt door – al dan niet na een aanpassing van de pensioenregeling – meer gebruik te gaan maken van reeds ter beschikking staande gegevens. Sociale partners en pensioenuitvoerders hebben de uitvoeringslasten hier in eigen hand door pensioentoezeggingen meer af te stemmen op de beschikbare gegevens. Het kabinet is echter bereid te onderzoeken in hoeverre en onder welke voorwaarden de mogelijkheden tot gebruikmaking van (loon-) gegevens door deze private partijen kunnen worden verruimd. De bestaande gegevensset uit de aangifteset, die de publieke gegevensbehoefte afdekt, geldt hierbij als uitgangspunt. Daarbij moet uiteraard worden voldaan aan waarborgen betreffende de bescherming van persoonsgegevens.

Inwerkingtreding Wet aanpassing tarief levende dieren

Bij brief van 19 december 2011 heb ik toegezegd u te informeren over de reactie van de Europese Commissie inzake mijn verzoek om uitstel van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren).4 Inmiddels heb ik een reactie van de Europese Commissie ontvangen. In de bijlage vindt u mijn verzoek richting de Europese Commissie d.d. 11 november 2011 en de reactie daarop van de Europese Commissie d.d. 19 januari 2012.3 Tevens informeer ik u over de stand van zaken in Duitsland en Frankrijk.

In haar reactie geeft de Europese Commissie aan Nederland uitstel van inwerkingtreding tot 1 juli 2012.

Naar aanleiding van mijn brief van 11 november 2011 was de indruk dat de Europese Commissie enige ruimte wilde bieden ten aanzien van de inwerkingtredingsdatum van de wet, maar dat een open einddatum of een expliciete koppeling met de trajecten in Duitsland en Frankrijk moeilijk lag. Nadat de Eerste Kamer had ingestemd met het wetvoorstel over de tariefsaanpassing levende dieren en de wetteksten naar de Europese Commissie konden worden toegestuurd, heb ik de Commissie gewezen op het op dat moment voorziene tijdspad in Duitsland met betrekking tot de wetswijziging over het btw-tarief van paarden en het belang daarbij voor Nederland. Uiteindelijk bleek de Europese Commissie bereid om uitstel te geven tot uiterlijk 1 juli 2012.

In Duitsland ligt thans een wetsvoorstel bij het parlement dat er eveneens per 1 juli 2012 in voorziet dat met betrekking tot alle leveringen en diensten met betrekking tot paarden het algemene tarief wordt toegepast.

De zaak die de Europese Commissie heeft aangespannen tegen Frankrijk met betrekking tot het verlaagde btw-tarief op paarden is op dit moment nog aanhangig bij het Hof van Justitie. De rechtsvraag of paarden in het algemeen bestemd zijn voor gebruik bij de bereiding van levensmiddelen dan wel gebruikelijk en doorgaans in de landbouw worden gebruikt, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie evenwel reeds in ontkennende zin beantwoord in de Nederlandse en Duitse zaken.

In het licht van het vorenstaande, en het feit dat Nederland een boeteprocedure tegemoet kan zien indien de onderhavige wet niet uiterlijk per 1 juli 2012 in werking is getreden, ben ik voornemens de wet per koninklijk besluit op 1 juli 2012 in werking te laten treden.

Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik u te melden dat ik naar aanleiding van een brief van 10 februari 2012 van de Sectorraad Paarden, die ook naar uw Kamer is gestuurd, de sector opnieuw heb geconsulteerd over de reikwijdte van het begrip «paarden die kennelijk bestemd zijn voor gebruik in de landbouw». In mijn brief van 19 december 2011 heb ik u meegedeeld hoe ik over deze reikwijdte denk. Ik zal de nadere informatie die ik van de sector heb gekregen, bestuderen en de sector zo spoedig mogelijk inlichten over de uitkomsten daarvan. Mocht naar aanleiding van de extra informatie die ik heb gekregen de noodzaak ontstaan op mijn standpunt inzake de landbouwpaarden terug te komen, dan zal ik u daar ook over informeren.

Oldtimers

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2012 heb ik aan uw Kamer een brief toegezegd over de mogelijkheden de parallelimport van vervuilende oldtimers te beperken. Daarbij heb ik al aangegeven, dat dergelijke beperkingen in de fiscale sfeer niet mogelijk zijn. De Staatssecretaris van I&M zal op korte termijn een verkenning aan uw Kamer toesturen van de niet-fiscale mogelijkheden om oldtimers te weren.

Proef automatische rittenregistratie

Tijdens het algemeen overleg over de autobrief en enige andere onderwerpen van 30 juni 2011 (Kamerstuk 32 800, nr. 21) heb ik toegezegd in kaart te brengen wanneer een proef betreffende een automatische rittenregistratie (black box) en een eventueel daaruit voortvloeiende gestaffelde bijtelling met personenauto plaats zou kunnen vinden.

Uit het overleg dat daarna is gevoerd met het bedrijfsleven in het kader van een soortgelijke proef met bestelauto’s, en met de fabrikanten van automatische rittenregistratiessystemen is mij gebleken dat een proef met automatische rittenregistratiesystemen eigenlijk niet nodig is. Op basis van de ervaringen met de reeds bestaande systemen is voldoende gebleken dat deze voldoen aan de eisen die aan zo’n systeem moeten worden gesteld op het gebied van betrouwbaarheid, fraudebestendigheid en gebruiksvriendelijkheid. De eerder aangekondigde pilot/proef met bestelauto’s beperk ik dan ook tot een onderzoek naar het huidige (privé)gebruik van de bestelauto van de zaak. Gelet hierop lijkt me een proef met personenauto´s dan ook niet langer nodig.

Wat betreft de eisen waaraan een automatische rittenregistratie moet voldoen, heeft de Belastingdienst recent het normenkader gepubliceerd.6 De systemen die aan dat normenkader voldoen, kunnen nu al worden gebruikt voor bijvoorbeeld de rittenregistratie die is vereist om aan te tonen dat minder dan 500 kilometer privé wordt gereden en straks voor de toepassing van een gestaffelde bijtelling.

Werkkostenregeling Ministerie van Financiën

Tijdens het algemeen overleg over de Fiscale Agenda op 15 februari jl. heb ik aangegeven dat het Ministerie van Financiën als werkgever per 1 januari 2012 de werkkostenregeling toepast. In aanvulling hierop kan ik u informeren dat daaronder ook de medewerkers van de Belastingdienst vallen.

Inwerkingtreding afschaffing Eurovignet

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2012 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het overleg met België en de andere Eurovignetlanden, gericht op een gezamenlijke afschaffing. In februari is met deze landen overlegd over de Nederlandse uitstap. Daarbij bleek, dat geen van de vier andere landen overweegt gezamenlijk met Nederland te stoppen met de heffing van het Eurovignet, zolang zij nationaal geen nieuw systeem hebben ingevoerd waaraan ook buitenlandse vervoerders meebetalen. Ten tijde van de Autobrief en het Belastingplan 2012 was sprake van een mogelijke overstap op korte termijn van België en Denemarken van het Eurovignet naar een kilometerheffing. Inmiddels is duidelijk dat deze overstap meer tijd zal vergen. In overleg met de sector zal ik bezien wat het voorgaande betekent voor de datum van inwerkingtreding van de afschaffing van het Eurovignet in Nederland. Ik zal u daarover nog nader informeren.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II, 2010/11, 32 131, nr. 24.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2011/12, 30 922, nr. 18.

Naar boven