33 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012

Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2011

Uw kamer heeft verzocht om nadere informatie te ontvangen over de integriteit van bewindspersonen op Curaçao (lekken uit Rijksministerraad, belastingdienst, privé-schulden van het Kabinet, etc.) en verzocht om een brief voor het VAO op 22 december 2011.

Ten aanzien van het lekken van informatie over de Rijksministerraad verwijs ik u naar de brief van 2 december jl. die mijn ambtsvoorganger u, mede namens de minister-president, deed toekomen (kamerstukken 2011–12, 33 000 IV, nr. 42). Net als mijn ambtsvoorganger betreur ik het dat indirect geheime informatie in de openbaarheid is geraakt. Omdat het verslag van de gevolmachtigd minister op Curaçao in de openbaarheid is geraakt, betreft het feiten die buiten de rechtsmacht van Nederland liggen.

Van zaken betreffende de belastingdienst en de privé-schulden van leden van het Kabinet van Curaçao heb ik kennis genomen uit de media. Ook hier acht ik het betreurenswaardig dat op deze manier deze informatie in de openbaarheid komt, maar ook dit is een aangelegenheid van Curaçao. Ik zal begin 2012 een eerste werkbezoek brengen aan Curaçao, en ik zal mij vanzelfsprekend ook hierover laten informeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. E. Spies

Naar boven