33 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2012

Nr. 19 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 25 november 2011

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu inzake de het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) projectenboek 2012 (Kamerstuk 33 000 A, nr. 3).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 24 november 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Snijder-Hazelhoff

De griffier van de commissie,

Sneep

1

Is de planning van de MIRT Onderzoeken op het terrein van de deltaprogramma’s Zoetwater, Nieuwbouw en Herstructurering, Rivieren en Kust verschoven ten opzichte van de planning zoals die in 2011 was voorzien?

De planning van de MIRT Onderzoeken Zoetwater, Nieuwbouw en Herstructurering en Rivieren is niet verschoven. De planning van het MIRT Onderzoek Kust is verschoven van laatste kwartaal 2012 naar eerste kwartaal 2013.

2

Kunt u aangeven of er uit het taakstellend budget van Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) ook reserveringen zijn gemaakt voor project 24 (Kampen-IJsseldelta)? Zo ja, hoe hoog zijn deze reserveringen?

Er is uit het BIRK 10 miljoen euro bijgedragen voor maatregelen die het mogelijk maken dat de beoogde bypass de Hanzelijn en de N50 ongelijkvloers kan kruisen ter hoogte van de Slaper bij Kampen.

3

  • a. hoeveel geld van het taakstellend budget van 2 158 mln. is besteed en zal worden besteed aan projecten die als doel hebben nieuwe natuur aan te leggen?

  • b. welke gebieden zijn gereserveerd om ook in de toekomst rivierverruiming mogelijk te maken en hoe groot deze gebieden zijn?

  • c. hoeveel hectare landbouwgrond uiteindelijk door de 39 maatregelen wordt omvat?

  • d. voor alle 39 maatregelen individueel, hoeveel deze hebben gekost of hoeveel deze moeten gaan kosten?

  • a. Er gaat geen geld naar projecten met als doel om nieuwe natuur aan te leggen. Bij Ruimte voor de Riviermaatregelen kan natuur ontstaan doordat gebieden als gevolg van overstromingen of van stijgend grondwaterpeil door vergravingen te nat worden om landbouw op te bedrijven.

  • b. In de PKB, deel 4 staan op de kaarten 6, 7 en 8 de gebieden ruimtelijk gereserveerd voor de lange termijnopgave. Dit betreffen:

    • Hoogwatergeul Zutphen (479 ha)

    • Hoogwatergeul Kampen (2 328 ha)

    • Dijkverlegging Noorddiep (294 ha)

    • Dijkverlegging Loenen (299 ha)

    • Dijkverlegging Brakelse benedenwaarden (34 ha)

    • Dijkverlegging Heesselt (36 ha)

    • Retentie Rijnstrangen (2 351 ha)

    • Hoogwatergeul Deventer (453 ha)

    • Twee dijkverleggingen Drongelen (117 ha + 95 ha)

    • Dijkverlegging Oosterhout – Slijk-Ewijk (55 ha)

  • c. Het totale plangebied van Ruimte voor de Rivier is circa 24 000 hectare, waarvan ruim 1 000 hectare landbouwgrond zal vernatten en ongeschikt wordt voor de landbouw.

  • d. De 39 individuele maatregelen vormen samen het programma. Daarover wordt slechts op programmaniveau de raming en de budgetuitputting gerapporteerd. Dit ook om redenen om de markt niet te voorzien van gevoelige financiële informatie.

7

Hoe verhoudt de opmerking dat het rijk voor 100 procent de financiering voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma draagt zich tot het Bestuursakkoord Water waarin gesproken wordt over cofinanciering van de waterschappen?

Dit is niet geheel juist. Het rijk draagt niet meer voor 100% de financiering van het HWBP-2. De projecten binnen het HWBP-2 krijgen wel 100% subsidie. Echter een deel van dit subsidiegeld is afkomstig van de waterschappen.

8

  • a. Waarom worden de middelen voor NURG niet overgeheveld naar en als integraal onderdeel gezien van het programma Ruimte voor de Rivier?

  • b. Wat is de meerwaarde van dit aparte project?

  • c. Wat zijn de voor- en nadelen van overheveling?

  • d. Kunt u aangeven hoeveel hectaren landbouwgrond er al voor Nadere uitwerking rivierengebied (NURG) is aangekocht en voor welke prijs?

Het NURG-programma loopt al sinds de jaren negentig. Het is opgezet als een samenwerkingsprogramma tussen EL&I (LNV) en I&M (V&W) waarbij de formele afspraak is gemaakt dat beide partijen 50% betalen. Het programma loopt nog tot en met 2015. De succesvolle samenwerking richt zich op het gezamenlijk realiseren van natuur (Natura 2000 doelen) in combinatie met het vergroten van de hoogwaterveiligheid. Vanuit praktische overwegingen is tot op heden niet gekozen voor samenvoeging: het NURG-programma loopt al bijna 15 jaar en bevindt zich dus in de eindfase. Overheveling betekent dat lopende afspraken ontbonden moeten worden en dat tussentijds verrekend zal moeten worden tussen de twee partijen. De totale uitgaven voor verwerving van landbouwgrond en bebouwde vastgoedobjecten zijn t/m 2010  € 163 mln. Per eind november kan worden vastgesteld dat circa 5 200 hectare op de juiste locatie ligt en dat er nog 618 hectare buiten begrenzing nieuwe natuur is gelegen, maar wel binnen de uiterwaarden. Deze gronden zullen worden aangewend voor ruilingen. De totale grondvoorraad t.b.v. NURG bedraagt daarmee 5 800 hectare. Voor de gedane uitgaven geldt een gemiddelde kostprijs van circa € 28 000 per hectare. De gemiddelde aankoopprijs voor landbouwgrond (incl. bebouwde vastgoedobjecten) ligt lager.

10

In hoeverre zou een deel van de middelen uit het Synergieprogramma Kaderrichtlijn Water overgeheveld kunnen worden naar het programma Ruimte voor de Rivier?

Alle middelen uit het Synergieprogramma Kaderrichtlijn Water zijn belegd, dat wil zeggen dat met provincies en waterschappen afspraken zijn gemaakt over de besteding van deze middelen voor de uitvoering van concrete projecten. Er resteren derhalve geen vrij beschikbare middelen die overgeheveld zouden kunnen worden naar het programma Ruimte voor de Rivier.

11

Een deel van de middelen uit het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren is inmiddels overgeheveld naar het programma Ruimte voor de Rivier. Is het mogelijk dit hele programma over te hevelen naar het Deltaprogramma en wat zijn hiervan de voor- en nadelen?

In het verbeterprogramma Waterkwaliteit was een specifiek budget gekoppeld aan KRW maatregelen voor project Ruimte voor de Rivier, waardoor gelijktijdige realisatie van waterkwaliteitsmaatregelen en maatregelen Ruimte voor de Rivier plaatsvinden. Maar het grootste deel van de middelen van het Verbeterprogramma Waterkwaliteit is niet gekoppeld aan waterveiligheidsprojecten. Gelet op amendement Lucas is een overheveling van dit hele Verbeterprogramma naar het Deltaprogramma nu niet meer mogelijk.

12

Waarom staan er geen beschikbare middelen genoemd bij het project Toekomst Afsluitdijk?

Het project Toekomst Afsluitdijk staat nu als verkenning in het MIRT-projectenboek. Na afronding van de verkenning en bij overgang naar de planfase zal in het volgende projectenboek het budget (te weten circa € 600 mln) zichtbaar worden gemaakt.

13

  • a. In hoeverre is de locatiekeuze en dimensionering van het project Extra Spuicapaciteit (ESA) van invloed op het project Toekomst Afsluitdijk?

  • b. Hoe wordt de samenhang tussen deze twee projecten gewaarborgd?

  • a. Voor de start van het project Toekomst Afsluitdijk stond de locatie van ESA vast en deze is ook als uitgangspunt bij alle oplossingsrichtingen voor Toekomst Afsluitdijk gehanteerd. De gekozen veiligheidsoptie voor het dijklichaam, overslag bestendig maken, is goed met ESA te combineren. De dimensionering van het complex is niet van invloed op de versterking van de Afsluitdijk.

  • b. Gezien de raakvlakken tussen beide projecten, vindt overleg en afstemming plaats en worden keuzes in samenhang gemaakt. Daartoe is binnen het ministerie van I&M op DG-niveau een stuurgroep gevormd.

14

Kunt u aangeven of er voor de realisatie van de Natte natuurprojecten IJsselmeergebied landbouwgrond is en wordt gebruikt? Zo ja, hoeveel hectaren?

In het kader van het ICES-programma natte natuurontwikkeling in het IJsselmeergebied is en wordt geen landbouwgrond gebruikt voor natte natuurontwikkeling. Hierbij moet worden aangetekend dat in het geval van het project Roggebotveld (60 ha, onderdeel van 230 ha natuurontwikkeling in de IJsselmonding) het gebied eigendom is van Staatsbosbeheer, en tot 2008 verpacht werd voor landbouwkundig gebruik.

15

  • a. Hoe is de samenhang tussen het project capaciteit Volkeraksluizen en de planstudie Volkerak-Zoommeer gewaarborgd?

  • b. Klopt het dat de planstudie in planning vooruitloopt op het besluit over de capaciteit van de sluizen?

  • a. Voor de toekomstige ontwikkeling van Grevelingen en Volkerak-Zoommeer wordt samen met de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta een uitvoeringsstrategie ontwikkeld. Beide projecten worden bij deze strategie betrokken. Hiermee is de onderlinge samenhang gewaarborgd.

  • b. Dit klopt niet; zie antwoord a.

16

Wat is de reden dat er pas in 2014 een advies komt en in 2015 een besluit wordt genomen over het project Oijen-Wansum als onderdeel van de deltabeslissing rivieren ?

De lange termijn opgave voor het Maasdal wordt uitgewerkt in het deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma. Dit deelprogramma komt in 2014, conform de opdracht van het Deltaprogramma, met een advies over de lange termijn opgave voor de Maas. Dit advies zal een bijdrage leveren aan de Deltabeslissing Waterveiligheid, die o.a. bestaat uit gebiedsgerichte strategieën om de veiligheidsopgave aan te pakken.

De gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum is een pilot-project voor het deelprogramma rivieren omdat hier hoogwaterbescherming en ruimtelijke ontwikkeling integraal worden opgepakt.

Op 10 november jongstleden is de MIRT verkenning Ooijen-Wanssum gestart. Het doorlopen van het MIRT traject en het nemen van de benodigde besluiten loopt tot 2014. Daarna pas kan de uitvoering starten.

17

Kunt u aangeven voor het project Zandmaas wat er precies wordt verstaan onder beperkte natuur en of hier ook landbouwgrond voor wordt gebruikt?

Het MIRT-projectenboek spreekt over «... en wordt beperkt natuur ontwikkeld ...».

Het gaat veelal om gronden die ten gevolge van rivierverruiming (hoogwaterbescherming) ongeschikt worden (bijvoorbeeld door vernatting) om nog economisch rendabel te zijn voor de landbouw. Op dit moment vindt herijking van natuur bij Zandmaas/Grensmaas plaats. Zoals in de laatste voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas reeds is gemeld wordt de Kamer hierover geïnformeerd zodra meer duidelijkheid is te geven.

18

Waarom staat het project Veessen-Wapenveld niet genoemd in de projecten Oost-Nederland?

Geen van de acht projecten langs de IJssel uit de PKB Ruimte voor de Rivier zijn opgenomen in het lijstje van projecten Oost-Nederland, omdat Ruimte voor de Rivier een apart nationaal programma is en apart in het projectenboek (op pagina 26 en 27) staat opgenomen.

19

Kunt u aangeven voor de Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR) of bij grondverwerving sprake is geweest van gedwongen onteigening? Zo ja, om hoeveel hectare gaat dit in totaal?

Er is bij het project Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR) geen sprake geweest van gedwongen onteigening. Grondverwerving heeft op beperkte schaal plaatsgevonden (totaal 4 ha) waarbij de grond op basis van vrijwilligheid is aangekocht.

20

Hoe verhoudt het feit dat de planstudie verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (vaargeul De Boontjes) is vertraagd zich tot uw antwoorden op Kamervragen terzake waarin is aangegeven dat de verdieping van de Boontjes conform planning verloopt (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel Handelingen 2664)?

In de vragen van 26 april 2011 vroegen de leden Huizing en Lucas, of Rijkswaterstaat overwoog, om realisatie van de Boontjes uit te stellen. Dat was toen niet het geval, en ook nu is er geen sprake van een keuze of overweging tot uitstel. De opdracht tot het uitvoeren van het benodigde onderzoek is verleend aan de provincie Friesland. Zodra de provincie de onderzoeken op een goede manier heeft afgerond, kan ik de opdracht tot realisatie geven. De provincie heeft in de planstudie tussentijds de planning geactualiseerd om de wettelijke procedures in te passen, zodat de start van de realisatie pas in 2012 zal plaatsvinden.

21

Kunt u aangeven wat er met de 10 mln. wordt gedaan die is uitgetrokken voor de Zandmotor in 2012?

Hoewel de werkzaamheden met betrekking tot de aanleg volgens de huidige inzichten dit jaar zullen worden afgerond, zijn ook daarna nog kosten voorzien. Deze kosten hebben vooral te maken met afspraken die gemaakt zijn over de monitoring van de ontwikkeling op en rondom de Zandmotor na de aanleg. Verder zal een deel van het budget worden ingezet voor de versterking van de Delflandse kust en dient een verwachte meevaller nog verrekend te worden met de provincie Zuid-Holland.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dijksma, S.A.M. (PvdA), Gent, W. van (GL), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), voorzitter, Slob, A. (CU), Haverkamp, M.C. (CDA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), Graus, D.J.G. (PVV), Ouwehand, E. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), Bashir, F. (SP), Mos, R. de (PVV), Tongeren, L. van (GL), Monasch, J.S. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Dijkgraaf, E. (SGP), Veldhoven, S. van (D66), Koolmees, W. (D66), ondervoorzitter, Jong, L.W.E. de (PVV), Leegte, R.W. (VVD), Caluwé, I.S.H. de (VVD) en Holtackers, M.P.M. (CDA).

Plv. leden: Groot, V.A. (PvdA), Braakhuis, B.A.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Koopmans, G.P.J. (CDA), Lucas, A.W. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Gerven, H.P.J. van (SP), Bontes, L. (PVV), Thieme, M.L. (PvdD), Bochove, B.J. van (CDA), Ulenbelt, P. (SP), Agema, M. (PVV), El Fassed, A. (GL), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Jacobi, L. (PvdA), Staaij, C.G. van der (SGP), Ham, B. van der (D66), Verhoeven, K. (D66), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Lodders, W.J.H. (VVD), Boer, B.G. de (VVD) en Werf, M.C.I. van der (CDA).

Naar boven