32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 januari 2013

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december jl. is mij verzocht de Kamer te informeren of het Regeerakkoord aanleiding is het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden te wijzigen en, indien dat het geval is, daarbij een planning te verschaffen.

Het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden beoordeel ik in beginsel positief. Het wetsvoorstel beoogt door het schrappen van procedurele bepalingen in de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur deze regelingen beter te laten aansluiten bij de behoeften op de werkvloer. Ook wordt het mogelijk om kort- en langdurend zorgverlof op te nemen om te zorgen voor huisgenoten die geen partner, kind of ouder zijn. Voor moeders van wie het kind na de bevalling in het ziekenhuis wordt opgenomen, komt er een regeling die voorziet in verlenging van het bevallingsverlof. Dit zijn belangrijke maatregelen die de toegankelijkheid van het verlofstelsel vergroten en daarmee bijdragen aan een betere balans tussen arbeid en zorg.

Zoals ik heb aangegeven bij de behandeling van de Begroting SZW 2013 wil ik deze kabinetsperiode aanvullende stappen zetten om de combinatie van arbeid en zorg te verbeteren. Daarbij denk ik aan vaderverlof, mantelzorg en mogelijkheden voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Ik wil dit in samenhang bezien met het initiatiefwetsvoorstel Flexibel werken (Van Gent/Van Hijum, nr. 32 889). Over deze aanvullende agenda op het gebied van arbeid en zorg ga ik in gesprek met sociale partners in het kader van de sociale agenda. Daarbij wordt bezien welke vormen van beleid (zoals communicatie, bewustwording of wetgeving) passend zijn. Dit traject kan leiden tot wijziging of aanvulling van het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Ik wil u dan ook verzoeken de behandeling van beide genoemde wetsvoorstellen aan te houden. In het voorjaar zal ik u informeren over de resultaten van het overleg met sociale partners en de mogelijke wijzigingsvoorstellen die hieruit voortvloeien. Ik streef ernaar eventuele wijzigingsvoorstellen in het derde kwartaal van dit jaar in te dienen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven