Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2016
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, over
een tweetal toezeggingen van de Minister van Economische Zaken tijdens het Algemeen
Overleg Bedrijfslevenbeleid en Innovatie van 11 februari 2016 met betrekking tot het
actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid, en het weergeven van eventuele
grensgevolgen in de memorie van toelichting bij nieuwe wetgeving. Met deze brief beschouw
ik deze toezeggingen als afgedaan.
Tevens reageer ik met deze brief op het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken d.d. 8 april 2016 over de uitkomsten van de openbare raadpleging van de Europese
Commissie over obstakels in grensregio’s.
Actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid
Op 21 januari 2016 heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de start (1 oktober 2015)
en de voortgang van het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid.1 In het najaar van 2016 zal ik u, conform de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken d.d. 8 april 2016, informeren over de resultaten van het actieteam. Ik zal daarbij
ook ingaan op een eventuele voortzetting van het actieteam na 1 oktober 2016.
Grenseffecten
Over de manier waarop grenseffecten een plek krijgen in de memorie van toelichting
bij nieuwe wet- en regelgeving bent u onder andere in de brief van 21 januari 2016
geïnformeerd2.
In het Algemeen Overleg over bedrijfslevenbeleid en innovatie d.d. 11 februari 2016
(Kamerstuk 32 637, nr. 236) heeft mevrouw Mulder (CDA) aangegeven ook te willen dat, als er geen grenseffecten
zijn geconstateerd, dit wordt opgenomen in de memorie van toelichting. De afwegingen
die de rijksoverheid maakt ten behoeve van de vaststelling van nieuwe wet- en regelgeving
liggen vast in het Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK). Het IAK bepaalt
dat de consequenties van deze keuzes, namelijk de mogelijke gevolgen van wet- en regelgeving
in kaart worden gebracht. Deze worden vermeld in de memorie van toelichting. De rijksbrede
schrijfwijzer voor de memorie van toelichting schrijft voor dat de te verwachten effecten
en neveneffecten moeten worden geduid. De lezer van het wetsvoorstel mag er dan ook
van uitgaan dat (substantiële) gevolgen, grensgevolgen of anderszins, in de toelichting
staan vermeld. Als naar gevolgen is gekeken en deze blijken er niet te zijn, dan ligt
het voor de hand om dat in de memorie van toelichting te vermelden indien er anders
twijfel over de (omvang van de) gevolgen zou kunnen bestaan.
Resultaten raadpleging Europese Commissie naar obstakels grensregio’s
U heeft mij op 8 april j.l. verzocht per brief mede te delen wanneer de uitkomsten
van de openbare raadpleging van de Europese Commissie inzake het overwinnen van obstakels
in grensregio’s worden verwacht. De Europese Commissie heeft op 8 april j.l. de resultaten
van de raadpleging gepubliceerd.3 De Commissie werkt aan een bredere «Cross Border Review» dat uiteindelijk in 2017
moet resulteren in een «Issue Paper» met daarin de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen
voor grensoverschrijdende samenwerking in de EU. Ik zal het traject met belangstelling
volgen en u berichten nadat de Europese Commissie met haar bevindingen en aanbevelingen
is gekomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk