32 849 Mijnbouw

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2011

Op donderdag 27 oktober heb ik met u Algemeen Overleg gevoerd over een aantal thema’s met betrekking tot mijnbouw. Als toegezegd, zend ik u mijn reactie op de resterende vragen uit de eerste termijn.

Bij een aantal boringen naar aardwarmte zijn olie en/of gas mee naar boven gekomen. Dit leidt tot onvoorzien hoge kosten om de koolwaterstof van het warme water te scheiden. Hoe ziet de oplossing eruit waar u aan werkt? (CDA)

De doorontwikkeling van aardwarmte wil ik mogelijk maken en de oplossing waar ik aan werk, ziet er als volgt uit. Ik zet me in om een constructieve bijdrage te leveren in deze bijvangstproblematiek. Dit is ook afgesproken in de green deal met Zuid-Holland en dit is conform de doelstellingen van Kas als Energiebron en het actieplan aardwarmte.

Ik financier samen met het Productschap Tuinbouw, vanuit het programma Kas als Energiebron, het onderzoek naar de ontwikkeling van de technische oplossing. Daarnaast heb ik er voor gezorgd dat er via de Marktintroductie Energie-Innovatie (MEI) regeling een gedeeltelijke bijdrage aangevraagd kan worden, om het scheiden van olie en/of gas en water bij aardwarmteboringen te ontwikkelen en mogelijk te maken. Dit geldt dus voor de bestaande projecten, die onvoorzien tegen dit probleem zijn aangelopen. Aardwarmteprojecten die later starten of nog niet zijn begonnen, kunnen profijt hebben van deze oplossing, omdat zij tegen lagere kosten er lering van kunnen trekken. Bovendien zijn deze projecten beter voorbereid op het verschijnsel bijvangst. Ook wordt gekeken of en op welke manier de bijvangst benut kan worden.

Ligt er een mogelijkheid om te komen tot synergie tussen schaliegasboringen en geothermie? Kan de minister hier zijn visie op geven? Geldt dat bijvoorbeeld ook al voor de proefboring? (CDA)

Een dergelijke synergie ligt zeker voor de hand en is een optie waar we al naar kijken. Als een proefboring namelijk geen gas aantreft, betekent dat bijna per definitie dat de put water heeft aangetroffen. Deze put kan dan in principe gebruikt worden om warm water naar boven te pompen. Mogelijk is er dan nog een retourput nodig voor het water. Het voordeel van deze combinatie is ook dat er vooraf geen risico ligt bij de partijen die in aardwarmte zijn geïnteresseerd. Op basis van de reeds gezette boring en de meetgegevens daaruit, kan bepaald worden of geothermie ter plaatse economisch geëxploiteerd kan worden. Ook ligt er een voordeel bij de partijen die naar aardgas zoeken, omdat hun put – ook al vinden ze geen aardgas – een waarde heeft. Dit verlaagt de economische drempel in de besluitvorming rondom proefboringen naar gas en is dus indirect een stimulans voor het mijnbouwklimaat. Dit win-win model geldt echter in mindere mate voor boringen naar schaliegas, omdat het hier om dicht gesteente gaat. Daardoor zijn de lagen die schaliegas bevatten, niet echt geschikt voor de productie en injectie van water.

Kan de minister – in het kader van de gasrotonde strategie – aangeven hoe het staat met de brief over de marginale gasvelden in de Noordzee? (VVD)

De resultaten van de werkgroep «The Dutch mining climate» komen eind dit jaar beschikbaar. Deze werkgroep onderzoekt hoe de opsporing en winning van de nog aan te tonen gasvoorkomens en de winning van de nog resterende gasreserves in reeds aangetoonde gasvoorkomens in technische en economische zin verder kunnen worden gestimuleerd. Ik verwacht u hier begin komend jaar separaat over te kunnen informeren.

Wat zijn de stand van zaken van de verankering van de aansprakelijkheid in het Burgerlijk Wetboek voor schade die ontstaan is door CO2-opslag activiteiten? (VVD)

Mijn collega bij Veiligheid en Justitie is voornemens om te komen met een voorstel voor de wijziging van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Op dit moment wordt ambtelijk aan een voorstel gewerkt.

Voor het Bergermeer gasopslag project heeft u de natuurcompensatie niet goed heb geregeld. Graag uw reactie hierop. (PvdD)

De natuurcompensatie-overeenkomst tussen de provincie en TAQA en het natuurcompensatieplan zijn met de vergunningen ter inzage gelegd. Het project Bergermeer is nu onder de rechter. De Raad van State is nu aan zet. De uitspraak wordt in het eerste kwartaal van 2012 verwacht wordt.

In het kader van de Bergermeer gasopslag, klopt het dat de gemeenten niet mee mogen praten over de nulmeting? (PvdD)

TAQA voert sinds het verlenen van de vergunningen, en mede naar aanleiding van de toezeggingen op dit punt, constructief overleg met de vier betrokken gemeenten (Bergen, Alkmaar, Heiloo en Schermer). TAQA heeft ambtelijk overeenstemming met de vier gemeenten over twee annexen bij de convenanten over nulmeting en voorfinanciering. Tevens heeft TAQA met de vier gemeenten gesproken over de aanpak van de nulmeting. De signalen die genoemd zijn, kan ik dus niet plaatsen.

Er zijn berichten over een mogelijke opslag van kernafval door België nabij de Nederlandse grens. Hier is lokaal ook veel bezorgdheid over. Graag uw reactie. (SP)

Ik wil benadrukken dat in België nog geen locatiekeuze aan de orde is, dit is ook door de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangegeven tijdens het vragenuurtje op 27 september jl. Het onderzoek naar alle mogelijke opties voor het lange termijnbeheer van radioactief afval wordt door België voortgezet. Er is nauw contact met de Belgische overheid en de Gedeputeerde van Noord-Brabant over dit dossier.

Over dit onderwerp zijn ook op 29 september vragen ingediend door het lid De Mos (PVV). De antwoorden worden spoedig aan u toegezonden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven