32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 43 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2013

Tijdens de procedurevergadering van 13 februari jl. heeft de vaste commissie voor Financiën mij gevraagd om op korte termijn een nadere toelichting op de fiscale component van het «Woonakkoord» te verschaffen. In de brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst en mijzelf van 5 november 20121 is aangegeven dat eerstgenoemde de behandeling van het toenmalige wetvoorstel Wet herziening fiscale behandeling eigen woning primair voor zijn rekening zou nemen. Diezelfde bevoegdheidsverdeling geldt ook voor de koopwoningmarktmaatregel uit het «Woonakkoord», die immers nauw samenhangt met de inmiddels in werking getreden wet.2 Om die reden zal niet ik maar de minister voor Wonen en Rijksdienst uw Kamer informeren over de fiscale component van het «Woonakkoord».

Tijdens het debat over het wetsvoorstel Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens) op 13 februari jl. heeft de minister voor Wonen en Rijksdienst uw Kamer toegezegd dat er begin maart een beleidsbesluit openbaar zal worden gemaakt, waarin ik zal ingaan op de uitvoeringsaspecten van de koopwoningmarktmaatregel uit het «Woonakkoord». Gelijktijdig met dat beleidsbesluit wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de fiscale component van de koopwoningmarktmaatregel uit het «Woonakkoord» (Handelingen II, 2012/2013, nr. 52). Ik spreek de hoop uit dat u met dit tijdpad kunt instemmen.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II 2012/13, 33 405, nr. 10.

X Noot
2

Maatregel 9 uit de brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 13 februari jl. (Kamerstukken II 2012/13, 32 847, nr. 42).

Naar boven