Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2011
Op 19 september 2011 heeft in Rotterdam de ondertekening van de Kwaliteits-sprong Zuid plaatsgevonden. Met deze brief bied
ik u dit programma ter informatie aan1. Met het programma geeft het Kabinet invulling aan een onderdeel van de Woonvisie die op 1 juli 2011 is aan uw Kamer is toegezonden
(TK 32 847, 2011, nr. 1). In de Woonvisie is aangegeven dat de rijksoverheid de leefbaarheid ondersteunt, wanneer er sprake is van een opeenstapeling
van achterstanden of specifieke problemen. De Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid is daarbij als één van de te nemen maatregelen
genoemd.
Advies commissie Deetman/Mans
In februari 2011 is door de commissie Deetman/Mans een advies uitgebracht inzake Rotterdam Zuid. De analyse van de commissie
is dat er sprake is van grote sociaal-economische problematiek binnen het zwakste deel van de woningmarkt in Nederland. Rijksbetrokkenheid
is van belang, zo concludeerde de commissie, omdat deze problemen te groot zijn voor Rotterdam om alleen aan te pakken. Het
belangrijkste advies van de commissie aan Rotterdam was om met alle betrokken partijen tot een meerjarige, duurzame visie
te komen.
Kwaliteitssprong Zuid
Rotterdam en partners (corporaties, bedrijfsleven, onderwijs en bewoners) hebben een gedeelde visie, ambities en doorbraken
voor 20 jaar opgesteld. De kern van de visie is dat Rotterdam Zuid in 2030 een gebied is met een prettig en gevarieerd woon-
en werkmilieu met in de regio voldoende banen, waar jongeren goed zijn opgeleid, kansen krijgen en die ook pakken. Aan de
hand van deze visie zijn op de drie genoemde pijlers doelen, ambities en doorbraken vastgesteld:
Talentontwikkeling
Rotterdam, ROC’s en scholen gaan aan de slag met het beter opleiden van jongeren speciaal gericht op vakmanschap en het tegengaan
van schooluitval. Er wordt ingezet op «Beter Presteren» door extra uren leertijd aan te bieden en kinderen op jongere leeftijd
naar school te laten gaan (voorschoolse en vroegtijdige educatie). De inzet op de pijler Talentontwikkeling is in samenspraak
met het bedrijfsleven opgesteld, waarbij er ook afspraken zijn gemaakt over zaken als baangaranties.
Economische versterking
Voor economie en arbeidsmarkt gaat het om een nieuwe symbiose tussen stad en haven en het aanboren van onbenut arbeidspotentieel
in Rotterdam Zuid om aan de toekomstige vervangingsvraag te kunnen voldoen. Hiervoor wordt ingezet op het investeren in de
topsectoren in de regio, worden economische kernpunten ontwikkeld gericht op techniek en zorg en wordt het ondernemerschap
in Rotterdam Zuid meer gestimuleerd.
Fysieke kwaliteitsverbetering
Voor de fysieke kwaliteitsverbetering zetten alle partners in op het verbeteren van de woonmilieus in Rotterdam Zuid. Hierbij
gaat het om een beter evenwicht tussen dure en goedkope woningen en tussen huur en koop. Daarnaast wordt ingezet op de verbetering
van de bereikbaarheid en het versterken van leefbaarheid en veiligheid door de buitenruimte grootscheeps aan te pakken.
De rijksrol
Rotterdam en partners zijn als eerste aan zet om de problematiek aan te pakken.
Met het afsluiten van het nationaal programma onderschrijft het Rijk de visie en ambities van Rotterdam Zuid èn het belang
dat Nederland heeft dat de tweede stad van Nederland de kansen die er zijn, ook pakt. Er worden geen verantwoordelijkheden
of taken overgenomen. Het rijk zal ondersteunen met kennis en kunde, door waar nodig en gewenst belemmerende wet- en regelgeving
aanpassen en waar mogelijk te herprioriteren binnen bestaande middelen.
Uitvoering
Rotterdam en partners gaan aan de slag met het opzetten van een krachtige uitvoeringsorganisatie en het aanstellen van een
directeur met doorzettingsmacht. Met de ondertekening van het nationaal programma is door alle betrokken (bestuurlijke) partners
een stevig fundament neergelegd voor de kwaliteitssprong die nodig is voor Rotterdam Zuid.
Visitatiecommissie
De activiteiten in Rotterdam Zuid bouwen voort op de aanbevelingen die de Visitatiecommissie Wijkenaanpak in haar eindrapportage
heeft gedaan. Dit rapport stuur ik u hierbij eveneens toe1.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner