De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
overwegend, dat de beoogde invoeringsdatum van 1 april 2011 bij werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in
de Stichting van de Arbeid (STAR) op zwaarwegende bezwaren stuit;
overwegend, dat er zowel in de uitvoering als bij het oplossen van voorziene inkomensgaten bij een deel van de AOW-gerechtigden
knelpunten worden voorzien die waarschijnlijk niet substantieel voor 1 april zullen zijn weggenomen;
overwegend, dat er in het kader van de aanwijzingen voor de regelgeving zogenaamde vaste verandermomenten zijn afgesproken,
te weten: 1 januari en 1 juli;
overwegend, dat door de STAR aanvankelijk vier jaar uitstel is bepleit om alle knelpunten adequaat tegemoet te kunnen treden;
overwegend, dat door de regering onlangs een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer is gestuurd dat per 1 januari 2013 beoogt de
AOW te wijzigen ten aanzien van het moment waarop recht op AOW ontstaat;
verzoekt de regering de invoering van het wetsvoorstel Wijziging ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen op te schorten tot 1 januari
2013, de verlengde invoeringstermijn te benutten om in samenspraak met werkgevers en werknemers de door hen gesignaleerde
knelpunten effectief op te lossen en deze Kamer over de voortgang daarvan in het najaar van 2012 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Elzinga
Noten
Nagel
De Lange
Thissen
Ester