32 836 Interparlementair Koninkrijksoverleg juni 2011

C/ nr. 3 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2012

Toezeggingen Interparlementair Overleg Koninkrijksrelaties juni 2011

Tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg op 15 juni 2011 zijn door het Ministerie van OCW ambtelijk vier toezeggingen gedaan die zien op het terugbetalen van studieschuld.

Toegezegd is:

  • 1. een aantal rekenvoorbeelden te geven waaruit blijkt hoe de verlaging van het maandbedrag (draagkrachtmeting) voor betrokkenen in de praktijk op de eilanden uitpakt als deze wordt omgerekend naar Antilliaanse en Arubaanse guldens.

  • 2. na te gaan welke concrete signalen DUO in de laatste jaren hebben bereikt naar aanleiding van klachten over de door DUO ingeschakelde deurwaarder op Curaçao.

  • 3. inzicht te geven in de aantallen debiteuren afkomstig van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland (verder te noemen de eilanden), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen personen met draagkracht, zonder draagkracht en wanbetalers.

  • 4. aan te geven hoeveel studenten, afkomstig van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland, na de opleiding in Nederland terugkeren naar deze eilanden.

Aan de eerste twee toezeggingen is bij brief d.d. 11 januari 20121 voldaan. De derde toezegging komt in deze brief aan de orde. De vierde toezegging en de cijfers komen terug in de bij deze brief gevoegde bijlage.

Debiteuren op de eilanden

Uit de cijfers blijkt dat 60% van de debiteuren afkomstig van de eilanden bij de terugbetaling van zijn studieschuld een achterstand van drie of meer maanden heeft. Dit vind ik een onaanvaardbaar hoog percentage van wanbetalers. Afbetaling van schuld is niet vrijblijvend. Zeker omdat terugbetaling onder sociale voorwaarden kan plaatsvinden. Deze zijn:

  • 1. een debiteur hoeft nooit meer af te lossen dan naar draagkracht mogelijk is (draagkrachtregeling). Bij onvoldoende inkomen kan het maandelijkse bedrag dat moet worden terugbetaald worden verlaagd of zelfs helemaal op nul worden gesteld;

  • 2. terugbetaling naar draagkracht vindt gedurende 15 jaar plaats. Eventuele restschuld aan het einde van die periode wordt kwijtgescholden; en

  • 3. de debiteur kan aflosvrije perioden inzetten. Hij kan er dus voor kiezen gedurende een bepaalde periode niet af te lossen.

Mocht een debiteur ondanks bovenstaande mogelijkheden (een deel van) zijn studieschuld moeten afbetalen maar dit niet op tijd of onvolledig doet, volgt een aantal maatregelen. Allereerst ontvangt de debiteur een aanmaning, daarna volgen invorderingsmaatregelen: de schuld wordt overgedragen aan een deurwaarder. Deze kan er uiteindelijk toe overgaan beslag te leggen op bezittingen en/of rekeningen. Additionele kosten komen voor rekening van de debiteur. Deze werkwijze geldt net zo goed op de eilanden als in Europees Nederland.

Uit de gegevens van DUO blijkt verder dat 18% van de debiteuren afkomstig van de eilanden gebruik maakt van de draagkrachtregeling. Om te kunnen beoordelen of een debiteur in aanmerking komt voor het afbetalen naar draagkracht, zijn inkomensgegevens van hem nodig. Het is daarom noodzakelijk dat deze debiteuren de draagkrachtmeting zelf aanvragen, waarbij die gegevens kunnen worden overgelegd.

Brief terugbetalingsbeleid Curaçao

Eind vorig jaar ontving de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief van mevrouw Alcalá-Wallé, een voormalig gedeputeerde van onder andere Onderwijs van Curaçao, waarin zij knelpunten bij het terugbetalen van studieschuld door Curaçaose studenten beschrijft. Zij benadrukt dat de schuldenproblematiek van debiteuren afkomstig van Curaçao aandacht verdient. Zij schetst een aantal oorzaken van deze schuldenproblematiek. Debiteuren zouden te maken hebben met een aantal specifieke omstandigheden die het terugbetalen bemoeilijken (onvoldoende op de hoogte van de draagkrachtregeling en de andere sociale voorwaarden waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de terugbetaling, dure euro ten opzichte van de Antilliaanse dollar, hoge transactiekosten bank). Ook missen zij het overzicht van hun totaal uitstaande schuld. Mevrouw Alcalá-Wallé doet in haar brief een aantal suggesties om het probleem te verminderen.

Eerder ingezette acties

Bovenstaande signalen zijn niet nieuw. Eerder heb ik naar aanleiding daarvan verschillende acties ondernomen om de informatievoorziening voor de doelgroep beter en gerichter te maken (apart formulier draagkrachtmeting, speciaal e-mailadres, spreekuren op de eilanden). Ik heb u daarover in de brief van 11 januari 2012 geïnformeerd.

Vervolgacties

Wanbetaling op de eilanden blijft een probleem dat moet worden opgelost. Ik heb daartoe de volgende aanpak voor ogen.

De inningsactiviteiten van DUO op de eilanden worden onverminderd voortgezet. Hierbij hoort ook de overdracht van studieschuld aan deurwaarders. Daarnaast zullen twee aanvullende acties worden ondernomen, mede gebaseerd op de suggesties die mevrouw Alcalá-Wallé in haar brief doet.

Pilot lokale bankrekening

Een van die acties is het openen van een lokale bankrekening waar debiteuren hun schulden in eigen valuta kunnen terugbetalen. Het inningssysteem van DUO kan slechts werken met euro’s. Afbetalen via een lokale bankrekening vereist dus meer dan het openen van een rekening. Er moet een systeem worden ontwikkeld waarbinnen de bedragen periodiek en tegen een bepaalde (steeds wisselende) wisselkoers worden omgerekend naar euro’s. Iets dergelijks zou moeten worden opgezet op de verschillende eilanden, waarbij rekening moet worden gehouden met afbetaling in drie verschillende valuta’s. Gezien deze uitvoeringstechnische obstakels ben ik voornemens deze mogelijkheid in eerste instantie in de vorm van een pilot aan te bieden aan debiteuren die woonachtig zijn in Caribisch Nederland. Indien deze pilot uitmondt in een afname van het percentage wanbetalers en dus succesvol blijkt, kan de doelgroep mogelijk worden uitgebreid met debiteuren woonachtig op Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Lokaal aanspreekpunt

Het inrichten van een aanspreekpunt ter plaatse lijkt mij van belang om personen te wijzen op de consequenties van wanbetaling. Daarvoor moeten mensen in stelling worden gebracht die goed op de hoogte zijn van het Nederlandse inningssysteem inclusief de voorwaarden voor specifieke doelgroepen. Ook lokale expertise over het communiceren met de doelgroep is noodzakelijk.

Bij deze voorlichting kan de doelgroep er ook op worden gewezen een draagkrachtmeting aan te vragen. Omdat gebleken is dat deze doelgroep daartoe op een gerichte manier moet worden aangesproken, vraag ik DUO jaarlijks mondelinge voorlichtingsbijeenkomsten ter plaatse te organiseren. Ik zou daarbij graag gebruik maken van locale kennis en expertise. Ik wil mevrouw Alcalá-Wallé graag uitnodigen hierin met DUO en mij mee te denken.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

Bijlage

Inleiding

Hieronder wordt inzicht gegeven in de aantallen debiteuren afkomstig van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen debiteuren met draagkracht, debiteuren zonder draagkracht en wanbetalers. Ook is aangegeven hoeveel studenten, afkomstig van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland, na hun opleiding in Nederland naar de eilanden terugkeren. De gegevens zijn afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Uitgangspunten en aannames

Persoonsgegevens

Als gevolg van de Wet Bescherming Persoonsgegevens registreert DUO alleen die persoonsgegevens van haar klanten, die voor de uitvoering van haar wettelijke taken relevant zijn. Voor de uitvoering van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) is het niet noodzakelijk te registeren of studenten en/of debiteuren afkomstig zijn van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland (hierna: de eilanden). Zij hebben immers de Nederlandse nationaliteit en op basis hiervan kan studiefinanciering worden toegekend. In zowel het systeem waarmee de toekenning van studiefinanciering wordt gefaciliteerd als het systeem waarin de inning van de studieschulden is geregeld, staan derhalve geen gegevens over de herkomst van de student/debiteur.

GBA

Om rechtmatig studiefinanciering te kunnen toekennen, verifieert DUO persoons- en adresgegevens van studenten in de Gemeentelijke Basisregistratie Persoonsgegevens (GBA). In deze registratie staan ook gegevens over de geboorteplaats van studenten. Bij debiteuren die zijn geboren op de eilanden, is als geboorteland Nederlandse Antillen of Aruba geregistreerd. Vermoedelijk is ook bij veel debiteuren die zijn geboren op Aruba, in de GBA Nederlandse Antillen als geboorteland geregistreerd.

Opgegeven adressen

Adresgegevens van debiteuren die in Nederland woonachtig zijn, worden geautomatiseerd verkregen vanuit de GBA. Als de debiteur buiten Nederland gaat wonen, is hij zelf verantwoordelijk voor een juiste registratie van zijn adres bij DUO: hij moet zelf een adreswijziging doorgeven. De adresgegevens die DUO heeft van debiteuren op de eilanden zijn niet gecontroleerd bij de lokale bevolkingsadministraties. Het is niet zeker of de debiteur daadwerkelijk woonachtig is op dat adres.

Aanname: geboren op de eilanden

Het is niet mogelijk gebleken de datum van vestiging in Nederland van de debiteuren te verkrijgen. Om toch enig inzicht te kunnen geven in debiteuren afkomstig van de eilanden, wordt verondersteld dat debiteuren afkomstig zijn van de eilanden, indien zij zijn geboren op de eilanden. Dit betekent dus dat in deze categorie ook de debiteuren zijn inbegrepen, die niet vanwege een opleiding in Nederland zijn komen wonen, maar al eerder in Nederland zijn komen wonen en pas later zijn gaan studeren.

Wanbetalers

In deze bijlage worden aantallen wanbetalers genoemd. Onder een wanbetaler wordt in deze bijlage verstaan een debiteur, die ten minste een achterstand van drie maanden of meer heeft opgelopen bij de aflossing van zijn schuld en waarvan de inning van zijn studieschuld is overgedragen aan een deurwaarder.

Situatie eind 2011

De cijfers die in deze bijlage worden genoemd hebben betrekking op de situatie van eind 2011.

Aantallen debiteuren afkomstig van de eilanden

Het aantal debiteuren afkomstig van de eilanden bedraagt 19 378, waarvan 16 826 debiteuren aflossingsplichtig zijn2.

Van de debiteuren afkomstig van de eilanden maakte in 2011 18% (3 107 debiteuren) van het aantal aflossingsplichtige debiteuren (16 826) gebruik van de draagkrachtregeling.

Van de debiteuren afkomstig van de eilanden wordt 61% (10 213 debiteuren) aangemerkt als wanbetaler.

Bovenstaande cijfers leiden tot de volgende tabel:

 

Debiteuren afkomstig van eilanden

Met studieschuld

19 378

Aflossingsplichtig

16 826

Gebruikmakend van draagkrachtregeling

3 107

Percentage gebruikmakend van draagkrachtregeling

18%

Wanbetalers

10 213

Percentage wanbetalers

61%

Aantallen debiteuren die zijn teruggekeerd naar de eilanden

Van de totaal 19 378 debiteuren die afkomstig zijn van de eilanden heeft 34% (6 554 debiteuren) een adres op de eilanden. Het totaal van 6 554 debiteuren betreft zowel aflossingsplichtige als nog niet aflossingsplichtige debiteuren.

In onderstaande tabel wordt aangegeven waar deze 6 654 debiteuren, volgens eigen opgave, woonachtig zijn:

Woonachtig op

aflossingsplichtig

nog niet aflossingsplichtig

totaal aantal debiteuren

Curaçao

3 579

222

3 801

Bonaire

277

12

289

St. Maarten

420

16

436

Aruba

1 884

103

1 987

Sint-Eustatius

33

0

33

Saba

7

1

8

Totaal

6 200

354

6 554

Van de aflossingsplichtige debiteuren met een woonadres op de eilanden kan over gebruikmaking van de draagkrachtregeling en wanbetaling het volgende worden gezegd:

 

aflossings-

plichtig

draagkracht

%

wanbetaler

%

Curaçao

3 579

812

23%

2 439

68%

Bonaire

277

59

21%

186

67%

St. Maarten

420

49

12%

313

75%

Aruba

1 884

352

19%

1 198

64%

Sint-Eustatius

33

11

33%

18

55%

Saba

7

1

14%

5

71%

Gemiddeld

6 200

1 284

21%

4 159

67%


X Noot
1

Kamerstukken I en II, 2011–2012, 32 836, nr. B/2.

X Noot
2

In de eerste twee jaar na beëindiging van de opleiding hoeft nog niet te worden terugbetaald. Dit wordt de aanloopfase genoemd. Pas aan het begin van het tweede jaar van de aanloopfase worden de debiteuren in het inningssysteem van DUO opgenomen.

Naar boven