32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 296 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ontvangen ter Griffie op 14 maart 2024.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 11 april 2024.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 12 april 2024.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2024

Hierbij bied ik u aan de ontwerpregeling financiële verantwoording regionale publieke media-instellingen en de RPO 2024. Voor de inhoud van de ontwerpregeling verwijs ik u naar de ontwerptoelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in de artikelen 2.172, vierde lid, en 2.173a, derde lid, van de Mediawet 2008.

Op grond van de aangehaalde bepalingen worden regels over de wijze waarop inzicht wordt gegeven in de kosten van de programmering of wijzigingen van die regels niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat een ontwerp daarvan aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien meer dan een vierde deel van die termijn binnen een recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de regeling met ingang van 1 mei 2024.

Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, F.Q. Gräper-van Koolwijk

Naar boven