32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 160 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2019

In het Wetgevingsoverleg over de Mediabegroting op 3 december 2018 (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 149) heeft uw Kamer de motie van het lid Sneller c.s. ingediend.1 Uw Kamer en ik spraken hierover tijdens het algemeen overleg Streekomroepen medio mei dit jaar (Kamerstuk 32 827, nr. 155). Tijdens dat overleg heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren. Met mijn brief van 14 juni 2019 geef ik gehoor aan deze wens.2

Verdeling incidentele middelen

Het kabinet gelooft in het belang van lokale publieke omroepen en de kansen die verdere samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen biedt voor het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit van lokale journalistiek. Het kabinet stelt hiervoor incidenteel € 15 miljoen beschikbaar voor de jaren 2019–2021. Dit ten behoeve van verdere versterking van deze samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen.3

In mijn brief aan uw Kamer benadruk ik dat een deel van het bedrag wordt aangewend voor de pilot rond streekomroepen, conform de motie van het lid Sneller c.s. Dit omdat het kabinet erkent dat de vorming van streekomroepen bij kan dragen aan de professionalisering van het lokale omroepveld. Van de € 15 miljoen is € 6 miljoen bestemd voor de uitvoering van de motie. De middelen verdeel ik over de jaren 2019 en 2020. Voor beide jaren stel ik € 3 miljoen per jaar beschikbaar.

Opdracht Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ)

Aan het SvdJ heb ik inmiddels gevraagd een verkenning uit te voeren naar de mate waarin en de wijze waarop lokale publieke (streek)omroepen kunnen bijdragen aan de professionalisering van het lokale omroepveld en daarmee verbetering van de nieuwsvoorziening op lokaal en regionaal niveau. De insteek van de pilot is niet om noodlijdende omroepen overeind te houden, maar leereffecten te maximeren.

De verkenning moet uitmonden in praktisch bruikbare criteria voor het selectieproces dat vooraf gaat bij een mogelijke subsidieregeling die gericht is op het vormgeven van een aantal pilots met lokale (streek)omroepen. Ik verwacht half oktober 2019 de resultaten. Over deze resultaten (en het vervolg) treed ik in overleg met zowel de NLPO als het Ministerie van BZK.

Van het incidentele bedrag van € 15 miljoen is het resterende bedrag van € 9 miljoen bestemd voor vergroting van de kwaliteit en professionaliteit van lokale journalistiek via verdere versterking van de samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen. Ik ben voornemens deze middelen evenredig te verdelen over de jaren 2020 en 2021. Voor beide jaren stel ik voor € 4,5 miljoen per jaar beschikbaar te stellen. Over de precieze wijze waarop deze middelen worden verdeeld en ingezet, ga ik nog in overleg met de RPO, de NLPO en NOS.

Subsidieregeling innovatie en samenwerking regionale publieke media-instellingen

Het incidentele bedrag staat los van de subsidieregeling die sinds 1 april 2019 voor regionale publieke omroepen is geopend.4 Binnen die regeling is in 2019 € 5.5 miljoen beschikbaar. De samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen is in de regeling meegenomen. Voor volgend jaar houd ik rekening met een beschikbaar bedrag van € 7.9 miljoen. De subsidieregeling heeft per 1 april 2019 de zogenoemde «frictiekostenregeling B» vervangen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 132

X Noot
2

Kamerstuk 32 827, nr. 154

X Noot
3

Kamerstuk 32 827, nr. 157

X Noot
4

Rijksoverheid, Subsidieregeling innovatie en samenwerking regionale publieke media-instellingen, 8 april 2019, geraadpleegd op 3 september 2019, op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/media-en-publieke-omroep/documenten/formulieren/2019/04/08/subsidieregeling-innovatie-en-samenwerking-regionale-publieke-media-instellingen/

Naar boven