Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2020
Gemeenten krijgen de regie over de inburgering in het nieuwe stelsel. Om deze regierol
goed uit te kunnen voeren is het nodig dat de taken van gemeenten en de financiële
middelen in balans zijn. Ik ben daarom blij dat ik samen met de VNG tot bestuurlijke
afspraken ben gekomen over de Veranderopgave inburgering (VOI).
Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze bestuurlijke afspraken. De afspraken
zijn in goede sfeer tot stand gekomen en kunnen rekenen op brede steun bij de betrokken
partijen. De afspraken zijn mede op basis van de reactie van gemeenten op de wetsconsultatie
in de zomer van 2019 gemaakt. De afspraken hebben betrekking op drie onderdelen:
-
1. Financiële afspraken om taken en middelen voor gemeenten in balans te brengen.
-
2. Inhoudelijke afspraken die de regierol van gemeenten verstevigen.
-
3. Procesafspraken over randvoorwaarden.
1. Financiële afspraken over middelen voor gemeenten.
Gemeenten krijgen structureel € 35,2 mln. extra voor de taken die zij zullen uitvoeren
onder de nieuwe Wet inburgering. Dit bedrag komt bovenop de middelen die het kabinet
bij het regeerakkoord beschikbaar heeft gesteld en het budget dat in het huidige stelsel
al beschikbaar is voor de uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel.
Naast de structurele middelen stelt SZW ook eenmalig € 36,5 mln. beschikbaar voor
de invoeringskosten van gemeenten voor het nieuwe stelsel. Dit bedrag wordt aan gemeenten
uitgekeerd via de meicirculaire in 2020.
2. Inhoudelijke afspraken die de regierol van gemeenten verstevigen.
De kern van de reacties in de consultatiefase van VNG, Divosa en gemeenten is om voldoende
regie te kunnen voeren in het nieuwe inburgeringsstelsel. Om de regierol van gemeenten
te verstevigen zijn op vier onderwerpen inhoudelijke afspraken en/of aanscherpingen
gemaakt. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen: de leerbaarheidstoets en termijnen
voor het opstellen van het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) en het
wisselen tussen de leerroutes, de relatie met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers
(COA), handhaving en prestatiebekostiging.
3. Procesafspraken over randvoorwaarden
Als onderdeel van de bestuurlijke afspraken zijn ook een aantal procesafspraken gemaakt
met betrekking tot randvoorwaarden die later in het traject van VOI nog aandacht vragen.
Samen met de VNG is nadrukkelijk aandacht besteed aan de «en ondertussengroep», met
als doel om ook inburgeringsplichtige asielstatushouders die niet kunnen profiteren
van het nieuwe stelsel te begeleiden. Voor de begeleiding van deze inburgeraars wordt
vanaf 2021 incidenteel een totaalbedrag van € 25,5 mln. beschikbaar gesteld.
Daarnaast zijn in relatie tot de nieuwe Wet inburgering ook procesafspraken gemaakt
over de informatievoorziening en de ondersteuning van SZW aan gemeenten hierbij, de
monitoring en evaluatie, de bekostiging en verdeling van de middelen aan gemeenten
en de uitwerking van de lagere wet- en regelgeving.
Voor nadere toelichting op het geheel van de afspraken verwijs ik u naar de bestuurlijke
afspraken die als bijlage bij deze brief aan uw Kamer zijn verzonden1.
Tot slot
Ik zie deze bestuurlijke afspraken als een belangrijke mijlpaal. Met deze afspraken
zetten gemeenten en Rijk samen stappen voorwaarts in de voorbereiding en implementatie
van het nieuwe inburgeringsstelsel. De eerstvolgende stap is de uitwerking van de
Wet inburgering. Ik streef ernaar om het wetsvoorstel daarom begin juni aan uw Kamer
aan te bieden. Het ontwerpbesluit verwacht ik nog voor het zomerreces in consultatie
te brengen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees