32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr.66 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 oktober 2012

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 25 juni 2012 over de beleidsreactie op het advies van de Raad voor Cultuur getiteld «Plaatsen van herinnering. Naar een Europees erfgoedlabel» (Kamerstuk 32 820, nr. 60). Bij brief van 5 oktober2012 heeft de staatssecretaris deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Bochove

Adjunct-griffier van de commissie, Bošnjaković-van Bemmel

INHOUD

   

Blz.

     

Inleiding

2

Conclusie en advies

2

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie. De leden van deze fractie zien aanleiding om een aantal opmerkingen te maken en vragen te stellen.

Conclusie en advies

De leden van de VVD-fractie vragen wat het aantoonbare verschil is tussen de nog aan te wijzen sites en de al bestaande beschermde sites. Zoals de Raad voor Cultuur ook al aangaf, is gezocht naar abstracte omschrijvingen van de «Plaatsen van herinnering», juist om deze te onderscheiden van bestaande EU-intiatieven. Is er sprake van overlap? Wat zijn de concrete criteria waaraan de sites moeten voldoen en wanneer worden die criteria bekend gemaakt, zo vragen de leden van de genoemde fractie.

II Reactie van de staatssecretaris

De leden van de VVD-fractie stellen een aantal vragen naar aanleiding van mijn beleidsreactie op het advies van de Raad voor Cultuur getiteld «Plaatsen van herinnering. Naar een Europees erfgoedlabel». Zij vragen wat het aantoonbare verschil is tussen de nog aan te wijzen sites en de al bestaande sites en willen weten of er sprake is van overlap met bestaande EU-initiatieven. Tot slot vragen zij wat de concrete criteria zijn waaraan de sites moeten voldoen en wanneer deze criteria bekend worden gemaakt.

Om met de laatste vraag te beginnen: de criteria voor het Europees Erfgoedlabel zijn in 2011 bekend gemaakt. Doel van de EU-actie is de aandacht te vestigen op erfgoedsites die de Europese integratie, idealen en geschiedenis huldigen en symboliseren. Sites die in aanmerking willen komen voor het label moeten symbolische Europese waarde vertegenwoordigen en een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis en cultuur van Europa en/of de opbouw van de Europese Unie. Daarbij dienen zij een plan te overleggen voor het beheer van de site, promotie en toegankelijkheid en de organisatie van culturele en educatieve activiteiten, vooral gericht op jongeren.

De EU actie voor een Europees Erfgoedlabel bouwt voort op een intergouvernementeel initiatief, in 2006 gestart door Frankrijk, Hongarije en Spanje, dat zich richt op bewustmaking van de Europese identiteit en gedeelde Europese geschiedenis. De EU nam dit initiatief in 2011 over om de reikwijdte, de zichtbaarheid en het prestige ervan te vergroten. De criteria en de procedures werden nader uitgewerkt, maar de doelstelling bleef gelijk. De 68 sites die op grond van het intergouvernementele initiatief als Europees erfgoed zijn erkend, kunnen vanaf 2014 worden aangemeld voor de EU actie voor het Europees Erfgoedlabel. Gezien de overeenkomstige doelstellingen en criteria zal er geen aantoonbaar verschil zijn tussen bestaande en nog aan te wijzen sites. Wel is het wenselijk geacht dat bestaande en nieuwe sites zich volgens eenzelfde procedure kwalificeren voor het EU Erfgoedlabel. Daarom moeten sites uit het intergouvernementele programma opnieuw een aanvraag indienen, die zal worden beoordeeld door een onafhankelijke jury.

De EU heeft geen andere initiatieven ontwikkeld om de Europese geschiedenis te promoten. Er is dus geen sprake van overlap. De Raad voor Cultuur heeft naar eigen zeggen bij het formuleren van Nederlandse thema’s gekozen voor een hoog abstractieniveau, om verwarring te voorkomen met voordrachten voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De Werelderfgoedconventie streeft wereldwijd naar het behoud van cultureel en natuurlijk erfgoed van uitzonderlijke universele waarde. Het Europees Erfgoedlabel vormt hierop een aanvulling, door de nadruk die het legt op de Europese symbolische waarde en de educatieve bijdrage van de te selecteren sites.

Naar boven