32 801 EHEC-bacterie

Nr. 10 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij verzocht u een brief te sturen over de situatie in de glastuinbouw na de EHEC crisis. De commissie verzoekt het kabinet hierbij in te gaan op de ontwikkeling en het voortbestaan van de glastuinbouw in Nederland. In deze brief voldoe ik graag aan dit verzoek.

De EHEC uitbraak in mei van dit jaar heeft geleid tot een vraaguitval voor producten als komkommers, tomaten, sla en paprika’s en dat heeft op zijn beurt geleid tot financiële schade voor teelt en handel. Deze crisis heeft aangegeven dat de sector, ondanks zijn technologische toppositie, kwetsbaar is op de (internationale) markt en hoe belangrijk consumentenvertrouwen is.

In mijn brief aan u van 26 augustus 2011 (TK 32 801 nr. 9) heb ik u aangegeven welke compenserende maatregelen het kabinet heeft getroffen om de schade die de sector heeft opgelopen te lenigen. In heb in deze brief ook aangegeven dat de genomen maatregelen niet de volledige schade wegnemen die tuinders en handelaren hebben geleden, maar dat ik geen verdere mogelijkheden zie voor Europese of nationale compensatie.

Ondertussen blijkt, nu de EHEC crisis al bijna twee maanden achter de rug is, dat de situatie op de markt nog steeds verre van rooskleurig is. En hoewel ik de gevolgen van de EHEC crisis beslist niet wil bagatelliseren, is de huidige slechte marktsituatie naar mijn mening niet enkel aan deze crisis te wijten. Met een goed voorjaar kent 2011 een hoge productie van groenten en fruit in geheel Europa. Het aanbod is hoog hetgeen leidt tot lagere prijzen en een exporterend sector als de Nederlandse heeft daar last van. Daar komt bij dat in tegenstelling tot het voorjaar, de zomer minder mooi was wat een lagere consumptie van saladegroenten tot gevolg had. De huidige weinig florissante marktsituatie is dus een combinatie van een verminderd consumentenvertrouwen als gevolg van de EHEC crisis, een groot aanbod van groenten en fruit en een lagere consumptie van saladegroenten.

Nu zijn zaken als kwetsbaarheid op de markt en consumentenvertrouwen in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf. Ik ben dan ook blij dat een initiatiefgroep van Nederlandse glasgroentetelers bekijkt hoe ze de afzetpositie van Nederlandse groenten en fruit kan verbeteren. Binnenkort, begin oktober 2011, zullen ze rapporteren welke stappen er genomen moeten worden om de afzetpositie structureel te verbeteren. Ik wacht deze initiatieven met belangstelling af. Daar waar mogelijk wil ik hierin ondersteunend en faciliterend optreden.

Naast dit initiatief werkt de topsector tuinbouw en uitgangsmaterialen haar advies uit dat ze op 17 juni 2011 aan minister Verhagen heeft gepresenteerd. Ze werkt dit advies uit in combinatie met de kabinetsreactie van 13 september 2011. Ook hier staat het bedrijfsleven in eerste instantie aan de lat om zaken als een nieuw verdienmodel (gericht op de afzet en marktkansen) en volledige sluiting van de keten (ingegeven door de EHEC crisis) verder uit te werken. Verschillende overheden zijn hier overigens nauw bij betrokken maar, zoals gezegd, heeft het bedrijfsleven het voortouw.

En tot slot volg ik de ontwikkelingen binnen de Europese Unie nauwgezet. Zoals u bekend is, hebben Frankrijk en Spanje maatregelen voorgesteld om hun sector te ondersteunen. Het gaat hierbij zowel om Europese als nationale maatregelen. Voor de nationale maatregelen geldt dat het niet om nieuwe maatregelen gaat, maar om maatregelen die onder het Plattelandsontwikkelingsprogramma kunnen worden uitgevoerd.

In Europees verband hebben deze lidstaten aandacht gevraagd voor aanvullende Europese maatregelen. Ik kan instemmen met de voorstellen voor zover ze promotie, transparantie en het uit de markt nemen van producten betreffen. Ik ben geen voorstander van maatregelen in de vorm van een verzekering voor inkomensstabilisatie. Dit gaat naar mijn mening in tegen het principe van marktoriëntatie door de sector (ondernemerschap) en het legt bovendien een extra beslag op het budget. Bij alle maatregelen staat voor mij voorop dat er een gelijk speelveld op de Europese markt blijft bestaan voor tuinders en handelaren.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven