32 793 Preventief gezondheidsbeleid

35 742 Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk over groen in de stad

Nr. 556 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2021

In deze brief ga ik in op uw verzoek om aan te geven welke samenhang is te creëren tussen het Programma Gezonde Groene Leefomgeving en de Initiatiefnota van de leden Bromet en Von Martels over groen in de stad (Kamerstuk 35 742, nr. 2). Ondertussen heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een kabinetsreactie gegeven op de initiatiefnota en naar u doen toekomen (Kamerstuk 35 742, nr. 4). Hierin heeft de Minister van LNV – voor zover dit mogelijk was – reeds aangegeven waar zal worden samengewerkt in relatie tot het Programma Gezonde Groene Leefomgeving (PGGL). Op drie onderdelen is daarom verwezen naar het PGGL. Aangezien Gezonde, Groene Leefomgeving een breed werkveld omvat, werken RIVM en ZonMW de komende maanden aan een programmavoorstel, waarin zowel de inhoudelijke koers op het terrein van gezonde en groene leefomgeving wordt uiteengezet als de governance van het programma. Zo kan interdepartementaal en met externe partners goede afstemming plaatsvinden over de koers van het programma en over de behoefte op de verschillende deelthema’s, zoals ook het thema groen en gezondheid. Uiteraard volgt het PGGL ook de actielijnen die in de brief aan uw Kamer over het PGGL (Kamerstuk 32 793, nr. 549) zijn vermeld. De actielijnen zijn gebaseerd op drie randvoorwaarden 1) het creëren van een stevige kennisbasis (landelijk loket) en regionale kennisinfrastructuur 2) het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van passende (beleids-) instrumenten en 3) evaluatie en monitoring. Toegezegd is begin 2022 met een voortgangsrapportage hierover te komen.

Voor de volledigheid beschrijf ik hieronder wat de Minister van LNV in de reactie op de initiatiefnota heeft aangegeven in relatie tot het PGGL. Daarbij verwijs ik bij punt 2 ook naar een recent opgeleverd e-magazine van het RIVM met bouwstenen voor leefomgeving en gezondheid die ik u graag doe toekomen.

  • 1. De Minister van LNV heeft – in reactie op de initiatiefnota – aangegeven te werken aan meer uitdagend groen voor kinderen, bijvoorbeeld via het programma Jong Leren Eten. Ook is opgenomen dat steeds meer provincies en gemeenten (co)financier zijn van het vergroenen van schoolpleinen en de inzet van speelnatuur. Daarbij heeft ze aangegeven met VWS in gesprek te gaan over nieuwe projecten op dit thema bij de verdere uitwerking van het Programma Gezonde Groene Leefomgeving. Hierbij worden ook het Ministerie van OCW en het Ministerie van IenW betrokken. U wordt daarover in de voortgangsrapportage van het Programma Gezonde Groene Leefomgeving geïnformeerd.

  • 2. Op het punt van de initiatiefnota waarin wordt aangegeven dat provincies en gemeenten meer ondersteuning geboden moet worden, heeft de Minister van LNV aangegeven dat zij samen met het Ministerie van BZK een verkenning heeft uitgevoerd naar de kennisbehoeften naar groen bij provincies en gemeenten. Hieruit komt een aantal concrete suggesties naar voren, zoals een digitaal platform natuurinclusieve verstedelijking, het beschikbaar stellen van een ecoloog voor kleinere gemeenten en het investeren in communicatie en één aanspreekpunt bij de rijksoverheid voor natuurinclusiviteit. Een andere vorm van ondersteuning is het lerend netwerk vernieuwing natuurbeleid, van provincie-ambtenaren Natuur en Wageningen UR, dat ervoor zorgt dat actuele kennis ook ter beschikking staat van andere overheden (www.vernieuwingnatuurbeleid.nl). Dit netwerk kan structureel worden versterkt door het te koppelen met Groen Kennisnet. Dit punt sluit aan bij de actielijnen, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer over het PGGL. In deze brief staat dat we gaan werken aan een landelijk kennisportaal met overzichtelijke informatievoorziening, een landelijk lerend netwerk en een regionale kennisinfrastructuur. Via het PGGL wordt de verbinding tussen de verschillende initiatieven gezocht. De acties rondom informatievoorziening sluiten ook aan bij andere bestaande initiatieven zoals de Atlas Natuurlijk Kapitaal, het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie. Om die reden heeft de Minister van LNV aangegeven met BZK, IenW en VWS in gesprek te gaan om te verkennen hoe we de ondersteuning kunnen verbeteren.

    Ook zullen we met het PGGL gaan investeren in kennis omtrent klimaat en gezondheid, waarbij groen een belangrijk element is voor klimaatadaptatie. Via data gedreven ontwerpprincipes kunnen gemeenten en provincies ondersteund worden, bijvoorbeeld op natuurinclusieve verstedelijking. Daarnaast is er een actielijn in het PGGL die zich richt op de normering. Ook op dit punt wordt gekeken hoe de verbinding met LNV gezocht kan worden op groen.

    Als extra toevoeging bij dit punt wil ik aangeven dat de actielijnen van het PGGL deels gebaseerd zijn op de eerste resultaten van een inventarisatie die het RIVM heeft gedaan in opdracht van het Ministerie van VWS om de behoefte aan kennis en ondersteuning van regionale en lokale actoren op het thema gezonde leefomgeving in kaart te brengen. De resultaten van de inventarisatie zijn inmiddels officieel en het RIVM heeft het Ministerie van VWS hiertoe een e-magazine aangeboden (zie bijlage 1)1. In het e-magazine worden vier conclusies uitgewerkt over essentiële aspecten rondom het werken aan een Gezonde Leefomgeving:

    • het opzetten en onderhouden van een heldere structuur voor integrale samenwerking; met aandacht voor tijd, vaardigheden en gezamenlijke visie

    • het beter beschikbaar stellen van de reeds beschikbare kennis, voor meer partijen en met aandacht voor bruikbaarheid en integraliteit;

    • het ontsluiten van praktijkvoorbeelden en handelingsperspectieven die praktisch bruikbaar zijn in het kader van de Omgevingswet;

    • het beter faciliteren van en bevorderen samenwerking met private partijen die veelal een belangrijke rol spelen in het (her)ontwerpen van buurten en wijken.

    Per conclusie worden bouwstenen aangeboden voor de korte en middellange termijn. Deze bouwstenen worden meegenomen bij het maken van het programmaplan van het PGGL.

  • 3. Op het punt van de initiatiefnota rondom de betrokkenheid van burgers noemt de Minister van LNV verschillende initiatieven die interdepartementaal zijn ingezet. Aangezien de burger en diens invloed op de leefomgeving ook een belangrijk thema van het PGGL is, kijken VWS, LNV en wellicht ook andere ministeries hoe de synergie gevonden kan worden. Ook hierover informeer ik u in de voortgangsrapportage begin 2022.

Ik vertrouw erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven