Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2021
Zwangere vrouwen kunnen hun ongeboren kind laten screenen op down-, edwards- en patausyndroom.
Zij kunnen bij deelname aan deze prenatale screening kiezen tussen de combinatietest
en de niet-invasieve prenatale test (NIPT), die sinds 1 april 2017 in onderzoeksverband
wordt aangeboden. De deelname aan de combinatietest is sinds de introductie van de
NIPT ver teruggelopen. Op dit moment kiest ongeveer 0,7% van de zwangere vrouwen nog
voor de combinatietest. Het RIVM verwacht dat deze trend zich voortzet en dat er nog
minder dan 400 combinatietesten per jaar zullen worden uitgevoerd. Door de zeer lage
deelname aan de combinatietest, is de kwaliteit ervan in het geding. In de kwaliteitsrichtlijnen,
die opgesteld zijn door het RIVM en relevante beroepsgroepen, is er een ondergrens
aan het aantal combinatietesten gesteld om de kwaliteit te waarborgen. Deze ondergrens
ligt op 3.000 verrichtingen per jaar. Met de huidige deelname wordt dit aantal verrichtingen
niet meer gehaald. Dit kan er mogelijk toe leiden dat meer zwangere vrouwen onterecht
worden doorverwezen voor invasief vervolgonderzoek en dat meer ongeboren kinderen
met één van de drie aandoeningen niet uit de screening naar voren komen.
Het RIVM adviseert de combinatietest per 1 oktober 2021 niet meer aan te bieden, omdat
deze niet langer verantwoord aangeboden kan worden. Gelet op de enorme terugloop in
deelname en omdat kwaliteit een belangrijk uitgangspunt bij screening is, volg ik
het advies van het RIVM.
Het stopzetten van de combinatietest heeft geen gevolgen voor zwangere vrouwen die
wensen deel te nemen aan de screening de screening op down-, edwards- en patausyndroom.
Zij kunnen tot 1 april 2023 onder de vlag van het TRIDENT-2 onderzoek gebruikmaken
van de NIPT, waarvan de eigen betaling vergelijkbaar is als de prijs van de combinatietest.
Hierover informeerde de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uw Kamer op
7 juli 20201. Het nieuwe kabinet kan besluiten over de toekomst van de prenatale screening op
down-, edwards- en patausyndroom.
Ik verwacht uw Kamer zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis