Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32793 nr. 462 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32793 nr. 462 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2019
Met deze brief informeer ik u over de vorderingen op de acties en maatregelen uit het Nationaal Preventieakkoord dat een jaar geleden is ondertekend door meer dan 70 partijen (Kamerstuk 32 793, nr. 339). U heeft het afgelopen jaar diverse voorstellen tot aanpassing van wet- en regelgeving gekregen op de thema’s roken en problematisch alcoholgebruik. Het eerste jaar stond voor veel partijen in het teken van het uitwerken van de afspraken in concrete projectplannen en het verstrekken van opdrachten en subsidies. Inmiddels zijn alle partijen van start gegaan en worden de eerste tussentijdse mijlpalen geboekt.
Op 13 juni 2019 heb ik u geïnformeerd over de voortgang op de acties uit het Nationaal Preventieakkoord, inclusief een voorstel voor de monitoring van de acties door het RIVM (Kamerstuk 32 793, nr. 391). Op 3 september volgde het debat met uw Kamer over de maatregelen uit het akkoord (Handelingen II 2018/19, nr. 103, item 9). Op 21 oktober jl. heb ik u inzicht gegeven in de aangegane verplichtingen van de middelen die gekoppeld zijn aan het akkoord in 2019 (Kamerstuk 32 793, nr. 454).
Met deze brief geef ik een beschrijving van de acties en maatregelen die gerealiseerd zijn sinds mijn vorige brief van 13 juni 2019. Het betreft echter geen uitputtend overzicht. Een meer systematische weergave van de voortgang van het Nationaal Preventie Akkoord geef ik u met de eerste voortgangsrapportage in mei 2020.
Met deze brief kom ik mijn toezegging na om een terugkoppeling van het gesprek met het CBL te geven over de manier waarop supermarkten de verkoop van Schijf van Vijf producten stimuleren. Ook kom ik mijn toezegging na om met NUSO in gesprek te gaan over het naar voren halen van de doelstelling voor rookvrije schoolterreinen. Verder ontvangt u met deze brief de «Monitor Kindermarketing Voeding 2018–2019» (bijlage 1)1 en het rapport alcoholintoxicaties (bijlage 2)2.
Tijdens de tweede termijn van het debat over de ontwerpbegroting VWS 2020 op 31 oktober 2019 heb ik toegezegd uw Kamer een beschouwing te doen toekomen over hoe in het kader van het Nationaal Preventieakkoord het thema doelmatigheid door het RIVM in beeld zou kunnen worden gebracht (Handelingen II 2019/20, nr. 18, item 9). Daarbij heb ik aangegeven dat het RIVM in de Voortgangsrapportages in ieder geval in beeld gaat brengen wat de impact is van het pakket aan maatregelen uit het akkoord, afgezet tegen de ambities 2040 (dit gebeurt eens in de vier jaar). Daarnaast wordt jaarlijks op basis van de voortgang van het pakket aan maatregelen, een duiding gegeven van de voortgang kijkend naar de ontwikkeling van een aantal leefstijlindicatoren.
Doelmatigheid is een belangrijk criterium bij de keuze welke maatregelen in te zetten om aanpassingen in leefstijl te realiseren. Om doelmatigheid te kunnen beoordelen, is kennis nodig over de effectiviteit van een maatregel, en de investeringen die ermee gepaard gaan.
Een belangrijke basis hiervoor vormt de eindrapportage van de werkgroep IBO Gezonde Leefstijl3. Hierin werd geconcludeerd dat «instrumenten waarvan de effectiviteit is aangetoond, vaak relatief ingrijpend van aard zijn. Specifiek gaat het om rookverboden, beperkingen van de leeftijd, de locatie en de tijd van de verkoop van alcohol en tabak, maar ook om accijnzen op alcohol en tabaksproducten. Campagnes zijn van groot belang om het beleid te ondersteunen, want dit zorgt voor draagvlak onder de bevolking. En als er draagvlak is, hebben verboden en beperkingen meer effect. Daarnaast is voor roken en alcohol aangetoond dat intensieve persoonlijke begeleiding bij gedragsverandering effectief is.»
Ik concludeer dat veel maatregelen in lijn zijn met hetgeen het IBO-rapport heeft geconcludeerd en geadviseerd over (potentieel) effectieve maatregelen. Om de doelen voor terugdringen van overgewicht en problematisch alcoholgebruik te kunnen bereiken zijn de komende jaren hoogstwaarschijnlijk nog aanvullende maatregelen nodig. De kennis over wat doelmatige instrumenten zijn zal daarbij benut worden. Wat betreft de investeringen die met het Nationaal Preventieakkoord gemoeid zijn, ben ik van mening dat deze beperkt zijn. In het Regeerakkoord is € 56 miljoen over een periode van drie jaar afgesproken. Deze investeringen zijn zeker beperkt als we ze vergelijken met de kosten van de zorgsector (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Dit alles overziend concludeer ik dan ook dat de investeringen in het Nationaal Preventieakkoord doelmatig zijn.
Op vier subthema’s zijn de partijen uit het deelakkoord roken aan de slag gegaan om een rookvrije generatie in 2040 te realiseren: rookvrije (kind)omgeving, stoppen-met-roken zorg, rookvrije zorg en rookvrije organisaties.
Rookvrije (kind)omgeving
Per augustus 2020 zal er een rookverbod op schoolterreinen gelden. Uw Kamer is onlangs geïnformeerd over de nadere uitwerking van de algemene maatregel van bestuur. Begin volgend jaar wordt gestart met een communicatietraject om scholen te informeren over wat het rookverbod voor hen betekent. GGD GHOR en VNG hebben een subsidie ontvangen zodat zij gemeenten kunnen ondersteunen bij het realiseren van een rookvrije generatie. De VNG zal de bestaande werkgroep rookvrije (kind) omgeving benutten voor het betrekken van de maatschappelijke organisaties hierbij.
KinderboerderijenActief en de NUSO hebben de krachten gebundeld bij het rookvrij maken van kinderboerderijen en speeltuinen; hierdoor zijn inmiddels 174 kinderboerderijen rookvrij en bijna 50% van de speeltuinen die bij NUSO zijn aangesloten. KinderboerderijenActief is daarnaast de samenwerking aangegaan met de mbo-raad waardoor leerlingen vanuit de Gezonde school stage kunnen lopen op de rookvrije kinderboerderijen.
Tijdens het plenaire debat over het Preventieakkoord op 3 september heb ik u toegezegd in gesprek te gaan met de NUSO over de doelstelling rookvrije speeltuinen in 2025 en de NUSO te vragen of zij net als de kinderboerderijen al in 2020 geheel rookvrij kunnen zijn. De NUSO heeft aangegeven zich te willen inzetten om dit te realiseren en ook te streven naar 100% in 2020.
Een van de doelstellingen op het subthema rookvrije kindomgeving is dat in 2020 alle kinderopvanglocaties rookvrij zijn. Uit een verkenning van het Trimbos-instituut4 blijkt dat het buitenterrein van 86% van de ondervraagde kinderopvanglocaties reeds rookvrij is. Ongeveer 12% is gedeeltelijk rookvrij en slechts 2% is niet rookvrij. Verder blijkt uit de verkenning dat veel medewerkers van kinderopvanglocaties niet op de hoogte zijn van de gevaren van derdehandsrook. Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang (BOinK) zet met een communicatieaanpak momenteel sterk in op het terugdringen van derdehandsrook door pedagogische medewerkers.
Stoppen-met-rokenzorg
Per 1 januari 2020 stellen zorgverzekeraars eerstelijns stoppen-met-rokenprogramma’s van gecontracteerde zorgaanbieders vrij van het eigen risico. Ik bereid samen met stakeholders een stoppen met roken campagne voor. Op 9 september jl. is de campagne voor een rookvrije zwangerschap herhaald en opgevolgd met extra social media acties. De campagne Stoptober is dit jaar voor de zesde maal uitgevoerd en 53.000 mensen hebben meegedaan. Net als vorig jaar was er ook dit jaar een Stoptoberhuis, waarin stoppers 5 dagen lang ondersteund werden. Van de deelnemers aan het Stoptoberhuis bleek 82% na twee weken nog steeds gestopt. Ik ben blij om te zien dat Stoptober een steun voor mensen in de rug is om te stoppen met roken. Deze drie campagnes sluiten aan bij de behoefte in het veld om meer aandacht te besteden aan het stoppen met roken. Tevens wordt het kwaliteitsregister Stoppen met Roken met gekwalificeerde stoppen-met-rokenbegeleiders5 verbeterd.
Rookvrije zorg
De GGZ, de verslavingszorginstellingen en de algemene en de academische ziekenhuisinstellingen zijn goed op weg rookvrij te worden. Koepels stimuleren hun achterban rookvrij te worden en bieden tevens ondersteuning aan. Daarnaast hebben zij de taak op zich genomen om de rest van de zorg ook rookvrij te maken. Daartoe worden diverse tools ontwikkeld die op 4 december as. via de website www.rookvrijezorg.com beschikbaar komen voor de gehele zorg. Zo wordt op dit moment gewerkt aan een generiek wachtkamerfilmpje dat iedere zorgorganisatie die rookvrij is, kan gebruiken.
Rookvrije organisaties
In het eerste kwartaal van 2020 zal de Alliantie Nederland Rookvrij! (ANR) een inspiratiesessie voor bedrijven organiseren met als thema «Tabaksvrije bedrijven – geen zaken doen met». Bedrijven kunnen een grote rol spelen in het denormaliseren van roken en de tabaksindustrie. Ik ben blij om te zien dat het onderwerp in het bedrijfsleven steeds meer begint te leven. Zo heeft ProRail in juli dit jaar aangekondigd dat binnen twee jaar alle perrons rookvrij zullen worden en dat zij zich gaat inzetten om ook alle stations rookvrij te maken. Inmiddels zijn 5 van de top 100 grootste bedrijven in Nederland op weg naar een rookvrije organisatie, namelijk ABN AMRO, VGZ, ONVZ, Achmea en Menzis. Daarnaast zijn 14 van de 20 grootste institutionele beleggers in Nederland gestopt met investeren in de tabaksindustrie. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde heeft een start gemaakt met het ondersteunen van bedrijfsartsen in het geven van het stoppen met roken advies.
Wijzigingen wet- en regelgeving tabak
Het kabinet neemt in het kader van het Nationaal Preventieakkoord uiteenlopende wettelijke maatregelen om het gebruik van tabak verder te ontmoedigen.
Een van deze maatregelen is dat het kabinet in 2020 accijns op een pakje sigaretten met 20 stuks zodanig zal verhogen dat de prijs van dat pakje met 1 euro stijgt. Het Belastingplan 2020 waarvan deze maatregel onderdeel uitmaakt ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer.
Een andere maatregel is het verbod op het uitstallen van tabaksproducten en aanverwante producten in verkooppunten. Voor supermarkten gaat het verbod in op 1 juli 2020 en voor speciaalzaken op 1 januari 2021 (twee categorieën speciaalzaken zijn uitgezonderd). Tevens worden tabaksautomaten per 1 januari 2022 verboden. Een ontwerpbesluit over standaardverpakkingen van sigaretten en shag is op 28 juni 2019 aan uw Kamer aangeboden6. De ontwerpregeling met nadere eisen voor standaardverpakkingen van sigaretten en shag is tot 20 november 2019 ter internetconsulatie voorgelegd7. Ook is op 29 oktober 2019 een voorstel van wet tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter uitbreiding van het rookverbod aan uw Kamer aangeboden8. Met dit voorstel wordt het rookverbod uitgebreid met een verbod op het – anders dan door roken – consumeren van tabaksproducten en het consumeren van de damp van elektronische sigaretten met of zonder nicotine.
Door de uitspraak van de Hoge Raad van 27 september 2019 zijn rookruimten in de horeca met directe ingang verboden. Ondanks dat de uitspraak van de Hoge Raad slechts betrekking heeft op de rookruimtes in de horeca, zie ik het arrest als een stimulans om ook in andere sectoren zo snel mogelijk de rookruimtes te sluiten. Zoals ik u op 18 oktober 2019 heb geïnformeerd verken ik daarom de haalbaarheid en gevolgen van het afschaffen van rookruimtes in de (semi-) publieke sector en openbare gebouwen in 2021 en in het bedrijfsleven in 20229. Ik zal u separaat over deze verkenningen informeren.
Bij verschillende maatregelen zoals rookvrije schoolterreinen, het uitstalverbod en standaardverpakkingen zal communicatie op maat plaatsvinden.
Op 3 december heeft de Eerste Kamer de implementatie van artikel 15 (tracking en tracing) en artikel 16 (veiligheidskenmerk) van de Tabaksproductenrichtlijn als hamerstuk afgedaan. Naar verwachting zullen deze artikelen in de eerste helft van 2020 in werking treden. Daarnaast wordt de wetgeving waarmee het Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging wordt geratificeerd, dit jaar nog aangeboden aan uw Kamer.
Met het Nationaal Preventieakkoord streven we naar maximaal 38% volwassen Nederlanders in 2040 (nu ruim 50%) met overgewicht en naar maximaal 7,1% volwassen Nederlanders met obesitas (nu 14,5%). Hier is een stevige start mee gemaakt op weg naar gezondere voeding, meer sport en bewegen, een gezonde omgeving en passende zorg en ondersteuning voor hen die dit nodig hebben.
In stappen naar de Schijf van Vijf
Uit een pilot benchmark van supermarkten11 bleek dat één op de vijf aanbiedingen voor een Schijf van Vijf product is en de rest voor producten buiten de Schijf. In het debat over het Nationaal Preventieakkoord van 3 september hebben de leden Dik-Faber (CU) en Kuik (CDA) mij gevraagd hierover in gesprek te gaan met het CBL, omdat supermarkten te weinig gebruik zouden maken van prijsprikkels en aanbiedingen om consumptie van de Schijf van Vijf producten te stimuleren. Mevrouw Dik-Faber gaf daarbij aan dat de directeur van het CBL zou hebben gezegd het te willen omdraaien: 80% reclame voor producten uit de Schijf van Vijf. Uit contact met CBL blijkt dat de directeur van het CBL zich de uitspraak niet kan herinneren. Hij zal het vanuit het CBL in ieder geval nooit zo beloofd hebben, zo geeft het CBL aan, aangezien supermarkten zelf hun reclamebeleid bepalen en de koepel daar geen afspraken over maakt. Wat het CBL wél doet is hetgeen in het Nationaal Preventieakkoord staat, namelijk streven naar een consumptiegroei van de Schijf van Vijf producten. Het CBL stimuleert zijn achterban hiertoe en inventariseert de acties die supermarktenketens hier individueel voor ondernemen. Om nog scherper te krijgen welke acties hieraan kunnen bijdragen, zijn vrijwel alle supermarkten in Nederland dit jaar samen een onderzoek gestart. Dit onderzoek «Transparant gezond & duurzaam» is gericht op het ontwikkelen van interventies om productinformatie te verduidelijken en consumenten te ondersteunen bij het maken van gezonde en duurzame keuzes. Het is een vierjarig onderzoek dat de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Wageningen University & Research (WUR) met de supermarkten samen doen, mede gefinancierd vanuit de Topsector Agri&Food.
Op 18 juni zijn in het kader van het Nationaal Actieplan Groenten en Fruit (NAGF) de resultaten van het «Ga Voor Kleur»-Lab (GVKL) gepresenteerd. Het GVKL was een 6 weken durende nudginginterventie met als doel de verkoop van verse groenten en fruit in de supermarkt te stimuleren. De resultaten laten zien dat het GVKL de verkoop van verse groenten en fruit iets heeft gestimuleerd. Het is nog een uitdaging om dit «nudge-effect» vast te houden in een supermarkt; dit vraagt veel creativiteit en gevarieerde inzet.
Begin januari van dit jaar is het Voedingscentrum gestart met de crossmediale campagne «Eetwissels»(www.voedingscentrum.nl/eetwissel). Deze campagne heeft als doel het handelingsperspectief van consumenten te versterken om zo stapsgewijs meer volgens de Schijf van Vijf te gaan eten. Consumentenonderzoek laat zien dat de campagne heel goed is ontvangen en goed scoort op o.a. begrip, waardering en persoonlijke relevantie. De bekendheid van het begrip Eetwissel groeit volgens verwachting evenals het aantal mensen dat zegt een Eetwissel te maken. De crossmediale campagne heeft gedurende dit hele jaar plaatsgevonden en wordt in 2020 vervolgd.
Verbeteren productsamenstelling
Om een gezonde keuze te maken is ook de samenstelling van producten van belang. In mijn brief van 13 juni jl. heb ik u geïnformeerd over de afspraken over frisdranken. Intussen is door producenten en supermarkten ook de aangekondigde afspraak over suikerreductie in zuivelproducten gemaakt. Voor 5 verschillende productgroepen, variërend van toetjes (vla, yoghurts, kwark, pudding) tot zuiveldranken, is afgesproken het gehalte aan toegevoegd suiker gemiddeld met 5–18% te verlagen in de periode 2018–2021. Het betreft een verdere verlaging van het maximumgehalte aan toegevoegd suiker. Dit is in de genoemde productgroepen in de periode 2015–2018 al gemiddeld 5% verlaagd met een gezamenlijke afspraak. In 2021 zijn zuivelproducten, vergeleken met 2015, door deze 2 reductieafspraken totaal gemiddeld 10–21% verlaagd in toegevoegd suiker.
Deze en andere afspraken kunt u inzien op de website van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling: https://www.akkoordverbeteringproductsamenstelling.nl/afspraken-en-resultaten/overzicht-productgroep.
Nog deze maand informeer ik u met een aparte brief meer specifiek over de voortgang van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) en de gerelateerde afspraken over productverbetering in het Nationaal Preventieakkoord overgewicht. Daarbij zal ik u ook informeren over de voorbereidingen voor de nieuwe aanpak voor productverbetering die ik uitwerk ter opvolging van het AVP na 2020.
Voedselkeuzelogo Nutri-Score
Op donderdag 28 november heb ik u per brief geïnformeerd over mijn besluit t.a.v. een nieuw voedselkeuzelogo voor Nederland (Kamerstukken 32 793 en 31 532, nr. 459). Op grond van de resultaten van de onderzoeken naar de logo’s die in de omringende landen zijn geïntroduceerd heb ik voor Nutri-Score gekozen. Dit logo kan consumenten het beste helpen bij het maken van de gezonde keuze. En daar draait het om bij een voedselkeuzelogo.
Wel moet de achterliggende berekening van Nutri-Score zodanig worden aangepast dat door het logo bij de Nederlandse consumenten zo min mogelijk verwarring ontstaat over wat de gezonde(re) keuze is. Uit onderzoek van het RIVM en Voedingscentrum bleek namelijk dat dit logo op een aantal productgroepen afwijkt van onze voedingsrichtlijnen. Begin 2020 zal door de aan Nutri-Score deelnemende landen een mandaat worden opgesteld voor een onafhankelijke wetenschappelijke comité dat vanaf medio 2020 het Nutri-Score systeem zal gaan evalueren. De verwachting is dat Nederlandse producenten vanaf halverwege 2021 wettelijk dit logo op hun producten kunnen plaatsen. Ik houd u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Gezonde omgeving
Het Voedingscentrum rondt dit jaar de Richtlijn Gezondere Eetomgevingen af, waarmee allerlei aanbieders in diverse eetomgevingen de gezonde keuze makkelijker kunnen maken (via aanbod en presentatie). Om het inkopers van bijvoorbeeld catering en horeca makkelijker te maken gezond in te kopen, werkt het Voedingscentrum ook aan het informeren van de groothandel over welke producten wel en niet in de Schijf van Vijf zitten.
Het Voedingscentrum maakt dit jaar een quick-scan om de huidige situatie van het aanbod bij shops van tankstations en op treinstations in beeld te brengen. Op basis hiervan bespreekt VWS met betreffende bedrijfsorganisaties hoe het aanbod onderweg stap voor stap verbeterd kan worden. Parallel hieraan spreek ik ook met gemeenten over de uitdagingen die zij ervaren in het inrichten van een gezondere omgeving.
Op 15 oktober jl. heeft de Alliantie Voeding in de Zorg een expert meeting over gezonde voeding in ziekenhuizen georganiseerd. Met deze input wordt een implementatieplan gemaakt om te komen tot een gezonder voedingsaanbod in ziekenhuizen, voor patiënten, medewerkers en bezoekers.
Dankzij een intensivering vanuit het Nationaal Preventieakkoord is de afgelopen maanden extra inzet gepleegd op scholen en kinderdagverblijven via de programma’s Gezonde School en Gezonde Kinderopvang.
In het kader van «de Gezonde Kinderopvang» is op 20 november de 500ste opgeleide coach in het zonnetje gezet, en dit aantal groeit nog steeds snel. In de train-de-trainercursus heeft de coach geleerd te werken volgens de aanpak van Gezonde Kinderopvang. Deze coach is vervolgens hét aanspreekpunt voor een gezonde leefstijl binnen de organisatie en schoolt en coacht de eigen collega’s.
Op 20 september bezocht ik de 100ste mbo-locatie die een vignet Gezonde School heeft behaald. Vanuit het programma Gezonde School zijn in 2019 het maximaal te financieren aantal van 853 scholen12 ondersteund. Een recordaantal van 1.200 scholen gaf aan dat zij gebruik zouden willen maken van dit aanbod, wat aangeeft dat scholen echt gezonder willen zijn. Het Voedingscentrum heeft in 2019 een groot aantal schoollocaties geholpen aan een gezonder voedingsaanbod: ruim 543 scholen hebben dit jaar vooralsnog een zilveren of gouden Gezonde Schoolkantine Schaal13 ontvangen voor het gezonde voedingsaanbod. In de kinderopvang zijn inmiddels 345 nieuwe professionals getraind in de Gezonde Kinderopvang aanpak.
De Subsidieregeling Watertappunten heeft een goede start gemaakt. 471 basisscholen hebben direct belangstelling getoond en kunnen via de regeling een watertappunt aanschaffen voor op het schoolplein. In totaal gaan we in 2019 en 2020 duizend watertappunten plaatsen via deze regeling.
Op 18 november ben ik op werkbezoek geweest bij de «Gezonde Basisschool van de Toekomst» in Zuid Limburg. Gezonde voeding en extra beweging staan daar centraal en de eerste resultaten van dit concept zijn veelbelovend. Ik heb de initiatiefnemers gevraagd om samen met RIVM, de Universiteit Wageningen en Amsterdam UMC de impact en haalbaarheid van een bredere toepassing in Nederland te verkennen. Ik zal deze verkenning na de zomer met uw Kamer delen.
Sinds februari 2019 is de nieuwe Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RvV) van kracht. Daarin is onder andere afgesproken dat «licensed media characters» niet meer zijn toegestaan op verpakkingen gericht op kinderen. Bijgaand doe ik u ook de monitor «Voedingsreclame gericht op kinderen 2018–2019» toekomen. Deze monitor is uitgevoerd naar aanleiding van motie van het lid Bruins Slot (Kamerstuk 32 793, nr. 265) en geeft inzicht in de naleving van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RvV), artikel 8 en verder. Uit deze monitoring blijkt enerzijds dat zelfregulering grotendeels goed werkt en partijen binnen de kaders handelen. Anderzijds worden er kanttekeningen geplaatst bij diezelfde kaders van de RvV, die wellicht scherper kunnen. Ik ga over deze monitor en de resultaten in gesprek met de Reclame Code Commissie om te bekijken wat beter kan en zal u hierover op de hoogte houden. Volgend jaar volgt deze monitor wederom, met speciale aandacht voor de impact van sociale media.
Een mooi voorbeeld van kidsmarketing is dat supermarkt Aldi vanaf januari 2020 kidsmarketing alleen nog toepast op Schijf van Vijf-producten. Deze worden dan voorzien van de licensed media characters (zoals Disneyfiguren). In samenwerking met JOGG komt er ook extra aandacht voor gezonde keuzes.
In 28 JOGG-gemeenten heeft een daling van het BMI bij kinderen plaatsgevonden. Ik blijf gemeenten aanmoedigen om zich aan te sluiten en de JOGG-aanpak lokaal toe te passen. Inmiddels zijn ook meer dan 1.586 sportkantines of -accommodaties aan de slag met het JOGG-initiatief Team:Fit, waarvan 134 een bronzen, zilveren of gouden certificaat hebben behaald, met als doel 2.500 bereikte sportkantines in 2020, waarvan 40% een certificaat op minimaal niveau brons heeft behaald. Er is hierbij ook een mooie verbinding tussen de drie thema’s in het Nationaal Preventieakkoord. Team:Fit werkt bijvoorbeeld ook actief samen met de Alliantie Nederland Rookvrij!, zodat zoveel mogelijk sportaccommodaties in de toekomst een gezonder voedingsaanbod hebben én rookvrij zijn. Specifiek ondersteunen de coaches van Team:Fit nu desgewenst ook op het thema roken, dat inmiddels geleid heeft tot de eerste certificaten op dit vlak. Het gesloten convenant «gezonde sportevenementen» heeft direct geleid tot resultaten bij evenementen waaronder het WK Basketbal 3x3 in Amsterdam en het EK Wielrennen in Alkmaar. Heereveen zal deze maand tijdens een schaatsfestijn in Thialf een gezond sportevenement organiseren.
Voor dagattracties (pretparken, dierentuinen en musea) zijn inmiddels door het Voedingscentrum richtlijnen ontwikkeld. Afgelopen 5 september op het congres Gezond Uit bleek er veel animo bij dagattracties is om aan de slag te gaan met het aanbieden van een gezonder voedingsaanbod.
Leefstijl en zorg
De Alliantie Voeding in de Zorg is aan de slag om meer aandacht te krijgen voor gezonde leefstijl binnen de zorgopleidingen. Hieronder vallen de thema’s: voeding, bewegen, ontspanning, een brede blik op achterliggende problematiek en samenwerking in de keten. Het doel is om in 2021 extra aandacht te realiseren op deze thema’s in het curriculum van minimaal 4 medische opleidingen (Wetenschappelijk Onderwijs) en 20% van de opleidingen tot verpleegkundige (MBO en HBO).
De verbinding met de zorg is in 2019 ook steeds belangrijker geworden voor succesvol overgewichtbeleid. Het landelijk model Ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas wordt steeds meer lokaal geïmplementeerd, geëvalueerd en doorontwikkeld. Bij deze aanpak wordt expliciet gekeken naar de stapeling van sociale- en gezondheidsproblemen die kunnen leiden tot of bijdragen aan overgewicht en obesitas. In 2020 krijgt dit in 35 gemeenten verder vorm.
Ook is gestart met de doorontwikkeling van het landelijke model ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas naar een model voor volwassenen. Dit is een model voor de ketensamenwerking tussen het medisch en sociaal domein gericht op het voorkomen, de behandeling en terugdringing van (ernstig) overgewicht.
De ketenaanpak voor volwassenen met overgewicht of obesitas draagt tevens bij aan een goede implementatie van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). De GLI wordt sinds dit jaar vanuit het basispakket vergoed en inmiddels op steeds meer plaatsen aangeboden. We zijn vanuit VWS, samen met betrokken partijen, hard bezig om de implementatie van de GLI te versnellen. Het RIVM monitort de GLI en kijkt hierbij naar het bereik, aanbod, budgetimpact en de (kosten)effectiviteit.
De GLI is een mooi voorbeeld van leefstijlgeneeskunde. Ik vind het belangrijk dat er meer aandacht komt voor leefstijladvies en leefstijlinterventies als onderdeel van de behandeling. Ik heb daarom ZonMw dit voorjaar gevraagd om een subsidieoproep uit te zetten gericht op de vraag welke effectieve leefstijlinterventies kunnen worden ingezet bij welke (chronische) ziekten en aandoeningen en bij wie leefstijlgeneeskunde succesvol kan zijn. Vanwege het grote aantal ingediende onderzoeksvoorstellen op deze eerste subsidieoproep en het belang dat ik aan dit onderwerp hecht, heb ik besloten het budget te verhogen van € 1 mln. naar € 5 mln.
Afgelopen periode is ook geïnvesteerd in de verbinding van de domeinen die betrekking hebben op bewegen. Samen met het Sportakkoord en het Ministerie van I&W wordt laagdrempelig bewegen gestimuleerd. In dat kader wordt een alliantie gevormd die zich inzet voor actiever forenzen.
De partijen van het deelakkoord problematisch alcoholgebruik streven na dat jongeren onder de 18 jaar en zwangere vrouwen in 2040 geen alcohol meer drinken en dat het aantal volwassen Nederlanders dat te veel alcohol drinkt daalt van 8,8% naar maximaal 5%.
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol
In bijgaand rapport van VeiligheidNL treft u een overzicht aan (over 2018) van het aantal bezoeken aan spoedeisende hulpdiensten vanwege een alcoholvergiftiging of vanwege een ongeval waarbij alcohol mogelijk een rol speelde.
De belangrijkste bevindingen zijn:
– Ruim de helft (3150) van de hulpvragen bij een alcoholintoxicatie is afkomstig van jongeren en jongvolwassenen onder de 25 jaar. Alcoholintoxicaties per 100.000 inwoners is het hoogst onder jong volwassenen (18 – 25 jaar) en daarna bij jongeren (< 18 jaar). Hoewel er geen sprake is van een toename van de hulpvraag vanwege alcoholvergiftiging van jongeren blijft dit nog altijd een fors aantal. Veel ziekenhuizen hanteren inmiddels een protocol voor jongeren waarbij ze een nacht ter observatie worden opgenomen en samen met hun ouders voorlichting ontvangen over de risico’s van het gebruik van alcohol.
– In 2018 zijn 17.700 mensen behandeld vanwege ongevallen en geweldpleging waarbij het gebruik van alcohol mogelijk een rol speelde. Vermoedelijk gaat het in werkelijkheid om een groter aantal, omdat op de spoedeisende hulp niet bij elke hulpvraag het gebruik van alcohol wordt gesignaleerd en geregistreerd, al lijkt dit de laatste jaren wel verbeterd. Ongeveer drie op de tien hulpvragers werd in het ziekenhuis opgenomen. Opvallend is met name het aantal valincidenten waarbij in elk geval hoofdletsel het gevolg was, maar ook relatief vaak een hersenschudding is opgetreden. Opvallend is dat met name hulpvragers van 55 jaar en ouder zich relatief vaak met ongevalsletsel in combinatie met alcohol op de spoedeisende hulp melden.
De in deze rapportage opgenomen bevindingen onderstrepen de noodzaak om extra in te zetten op preventie, met name op voorlichting, het bevorderen van bewustwording en op vroegsignalering van problematisch alcoholgebruik. Ik beschouw de bevindingen dan ook als een bevestiging van de noodzaak aan de slag te gaan met een aantal maatregelen zoals in het Preventie Akkoord Alcohol zijn neergelegd. Denk aan de continuering van de NIX 18 en IKPAS campagnes en de (door)ontwikkeling van interventies op het gebied van vroegsignalering, in het bijzonder voor jeugd en jongvolwassenen, senioren en voor naasten.
School en studieomgeving
Afgelopen zomer is, mede in opdracht van de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten en de Vereniging Hogescholen, een verkenning alcoholbeleid bij hoger onderwijsinstellingen van start gegaan. Het onderzoek, gedaan door Tranzo en het Trimbos Instituut, dient handvatten te bieden voor onderwijsinstellingen hoe zij alcoholbeleid kunnen opzetten en implementeren en is gebaseerd op goede voorbeelden. Dit onderzoek zal naar verwachting deze maand opgeleverd worden, waarbij resultaten tijdens een studiedag gepresenteerd zullen worden. Er is gestart met het voorbereiden van de monitor drankgebruik onder studenten in het Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs.
Marketing
Het RIVM is in de zomer gestart met zijn onderzoek naar de effecten van Minimum Unit Pricing (MUP). Het onderzoek beschrijft aan de hand van de ervaringen met minimum unit prijzen in het buitenland, zoals Schotland, de mogelijkheden van het invoeren van deze maatregel in Nederland. Op basis hiervan wordt gekeken naar de beleidsmatige en juridische haalbaarheid van een aantal kansrijke scenario’s. Daarbij worden ook partijen van het Nationaal Preventie akkoord betrokken. Vervolgens zal het RIVM een doorrekening maken van de meest realistische scenario’s van MUP in de Nederlandse situatie. Dit onderzoek zal naar verwachting eind 2020 gereed zijn.
Daarnaast is in het Nationaal Preventieakkoord afgesproken dat VWS onderzoek laat doen naar de huidige beschikbaarheid van alcohol en de ontwikkeling hiervan en de te verwachten gevolgen van een uitbreiding van het aantal typen verstrekkingspunten. In dit kader brengt het CBS momenteel het aantal fysieke en online verkooppunten van alcoholhoudende dranken in Nederland in beeld.
Deze inventarisatie zal eind december worden afgerond. Op basis van deze resultaten wordt het vervolgonderzoek bepaald.
Sport
Op het gebied van «een gezonde sportomgeving» worden stappen gezet. Zo heeft de KNVB eind september 2019, in het kader van de actie modelkantines, FC Vers gelanceerd. Dit is een samenwerking met voetbalverenigingen en partners om verantwoorde producten in kantines aan te bieden, roken tegen te gaan en alcoholgebruik te beperken.
Binnen het thema «een gezonde sportomgeving» heb ik opdracht verleend aan Tabula Rasa om een analyse te maken van de invloed van de sportomgeving op de normalisering van alcoholgebruik. Dit onderzoek zal februari 2020 afgerond worden. Daarnaast heb ik opdracht verleend aan het Mulier Instituut om een onderzoek te doen naar de mate van afhankelijkheid van sponsoring door alcoholproducenten in de sport. Dit is een gecombineerd onderzoek waarbij sponsoring en catering van alcoholhoudende dranken en andere producten die minder goed in een gezond voedingspatroon passen, worden onderzocht. Dit onderzoek zal maart 2020 afgerond worden.
Bewustwording en vroegsignalering
De IkPas campagne van 2020 (geïnitieerd door stichting Positieve Leefstijl) om 30 of 40 dagen niet te drinken wordt geïntensiveerd. Daarbij wordt de campagne nauw aangesloten op de activiteiten van de ouderenbonden, zoals de actie «40 dagen geen druppel». De IKPas campagne zet extra in op de editie in januari 2020 (Dry January), die speciaal gericht is op een breder publiek om na de feestdagen even een time out van alcohol te nemen. Doelstelling voor de gehele campagne in 2020 is om het totale deelnemersaantal van 2019 (37.000) te overstijgen met 13.000 deelnemers. De campagne is bedoeld om mensen bewust te maken van alcoholinname en geeft praktische en positieve handvatten om een periode bewust niet te drinken.
Ook wordt met betrokken partijen gewerkt aan een VWS-campagne om mensen bewust te maken van hun eigen alcoholgebruik en het vergroten van de kennis over de schadelijke effecten van alcohol. De start van deze publiekscommunicatie staat gepland voor mei 2020. Focus ligt daarbij op het beïnvloeden van de algemeen geldende sociale norm omtrent alcoholgebruik. Daarbij richten we ons naast het algemeen publiek, ook op drie doelgroepen met een relatief hoog alcoholgebruik: studenten, ouderen en plattelandsjongeren.
In 2019 heeft Verslavingskunde Nederland samen met andere akkoordpartijen het samenwerkingsverband vroegsignalering opgericht om de signalering van (beginnende) alcoholproblematiek te verbeteren. Momenteel worden de belemmeringen in de vroegsignalering en eventuele doorverwijzing voor de verschillende doelgroepen (ouderen, zwangeren, jeugd/jongvolwassenen, eerstelijnszorg, tweedelijnszorg, werknemers/bedrijven) in kaart gebracht. Deze zogenaamde knelpuntenanalyse zal eind dit jaar gereed zijn. Komende jaren zal in het kader van vroegsignalering een landelijke e-health keten worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat er landelijk één kwalitatief goede standaard is voor zorgprofessionals en publiek.
Naleving
Verschillende acties zijn gericht op het verhogen van het nalevingsniveau naar 100% in 2030. Het gaat hierbij om de naleving van de leeftijdsgrens en het (niet) doorschenken bij dronkenschap.
Aan het onderzoeksbureau Objectief is een opdracht verstrekt om e-learnings op maat te ontwikkelen met en voor de verschillende branches: horeca, slijters, sportverenigingen en studentenverenigingen. Deze e-learnings worden begin 2020 opgeleverd.
Met de VNG heb ik opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een handreiking aan gemeenten als instrument om de handhaving van de Drank- en Horecawet (zie ook de brief van 11 oktober jl. in antwoord op de motie van het lid Van der Staaij14 (Kamerstuk 32 793, nr. 449)) te ondersteunen. Deze handreiking wordt via een digitale omgeving begin 2020 beschikbaar gesteld aan gemeenten. In 2020 zullen 10 gemeenten starten met een pilot om de handreiking te implementeren.
Daarnaast wordt subsidie verstrekt aan een «pilot procescontrole CBL». Dit project vindt plaats in Nederlandse (keten)supermarkten om de naleving en handhaving van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol in deze (keten)supermarkten risicogericht in te richten.
Er is gestart met de Europese aanbesteding van een nieuw landelijk nalevingsonderzoek dat in 2020 en 2022 uitgevoerd zal worden op de naleving van de leeftijdsgrens voor alcohol en voor tabak. U wordt voor de zomer geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek in 2020.
Wetgeving
Op 13 november jl. is het wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet bij uw Kamer ingediend. Een drietal wettelijke maatregelen uit dit wetsvoorstel komt voort uit het Nationaal Preventieakkoord en is erop gericht om de naleving van het verbod op het tegen betaling verstrekken van alcoholhoudende drank aan jongeren tot 18 jaar te vergroten:
– regels over online of telefonische verkoop van alcoholhoudende dranken (verkoop op afstand),
– de strafbaarstelling van volwassenen die alcoholhoudende drank doorgeven aan minderjarigen; en
– de uitzondering van de strafbaarstelling voor 16- en 17-jarige testkopers in het kader van toezicht.
Hiermee draagt dit wetsvoorstel bij aan het behalen van de doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord. Daarnaast regelt het wetsvoorstel een verbod op het tegen betaling aanbieden van alcoholhoudende drank met meer dan 25% korting, zoals aangekondigd in mijn begeleidende brief bij het Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 339). Verder bevat het wetsvoorstel enkele verbeteringen en moderniseringen van de Drank- en Horecawet.
Kort geleden is ook de voorbereiding van een algemene maatregel van bestuur en een ministeriële regeling gestart waarin nadere regels zullen worden uitgewerkt over onder meer verkoop op afstand van alcoholhoudende dranken. Bij de start is een MKB-panelbijeenkomst georganiseerd waarin een aantal supermarkthouders, online wijnhandelaren en slijters bevraagd is over de haalbaarheid,
uitvoerbaarheid en betaalbaarheid van de voorgenomen nadere regels. Ook is er een gesprek gevoerd met brancheverenigingen over de nog op te stellen algemene maatregel van bestuur en de ministeriële regeling.
Lokale en regionale preventieaanpak
Een actie die in ieder deelakkoord is opgenomen, betreft de doorvertaling van de ambities en afspraken uit het Nationaal Preventieakkoord naar een lokale en/of regionale aanpak. De gemeenten fungeren daarin als regisseur, vaak in samenwerking met de regionale GGD. Door het maken van bindende afspraken met partners kan het verschil gemaakt worden op lokaal en regionaal niveau en kan een versnelling worden aangebracht in het realiseren van de ambities. Het ontwikkelen van een lokaal of regionaal preventieakkoord dat is gebaseerd op het Nationaal Preventieakkoord kan de gemeenten hierbij op weg helpen.
Ondersteuningsprogramma VNG
Wanneer gewenst, kunnen gemeenten hulp vragen bij de VNG. Vanaf 1 mei is het ondersteuningsprogramma voor gemeenten gestart. De ondersteuning voorziet in inhoudelijke input, meedenken, het faciliteren van bijeenkomsten en passende procesbegeleiding. Het ondersteuningsteam werkt samen met Pharos, Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), GGD GHOR, Alles is Gezondheid en het Ministerie van VWS.
Er is inmiddels contact met (samenwerkende) gemeenten uit Friesland, de Achterhoek en regio Rijnmond. Verder wordt met regiobijeenkomsten in de twaalf provincies – die in samenwerking met de VNG, Pharos, RIVM en het Ministerie van VWS worden georganiseerd – het ondersteuningsprogramma onder de aandacht gebracht bij de gemeenten.
Het ondersteuningsprogramma van de VNG heeft een website gelanceerd waarin op een kaart de stand van zaken per gemeente in het land weergegeven wordt betreffende de ontwikkeling van een lokaal of regionaal preventieakkoord, dan wel een preventieve gezondheidsaanpak die in lijn is met het Nationaal Preventieakkoord. Gemeenten waarvan de huidige situatie (nog) niet bekend is, worden opgeroepen om zich te melden bij de VNG, zodat ook zij op de juiste wijze op de kaart worden weergegeven.
Eerste lokale akkoorden
Het eerste (voor zover bekend) lokale preventieakkoord is op 7 oktober jl. ondertekend in de gemeente Nijmegen. Het preventieakkoord komt voort uit een beweging in Nijmegen die sinds 2017 in gang is gezet (Wij zijn groen, gezond en in beweging Nijmegen). De initiatiefnemers van dit akkoord zijn Radboud UMC, gemeente Nijmegen en GGD Gelderland-zuid. Het Nationaal Preventieakkoord heeft als inspiratie en voorbeeld gediend voor invulling van het lokaal akkoord. Naast ambities en afspraken over roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik gaat het akkoord ook in op de thema’s mentale gezondheid en sociaal welzijn, en gezonde omgeving.
Op 11 december aanstaande wordt het lokaal preventieakkoord van de gemeente Rotterdam gepresenteerd aan de betrokken partners. Het is de bedoeling dat dit akkoord de basis vormt voor een regionaal akkoord in Rijnmond.
De gemeente Hardenberg heeft een intentieverklaring met de partners ondertekend om te komen tot een lokaal preventieakkoord. De gemeente werkt via het IJslandse model aan een aantal doelstellingen, waaronder de aanpak van roken en alcoholgebruik. Gemeenten uit de Achterhoek hebben in juli dit jaar een Sportakkoord gesloten en zijn nu in gesprek over een regionaal preventieakkoord. De regio Zuid-Limburg is een voorbeeld van een regio die ervoor kiest om geen preventieakkoord te sluiten, maar wel een gedegen preventieve gezondheidsaanpak heeft die in lijn is met de ambities uit het Nationaal Preventieakkoord. De regio Zuid-Limburg kampt met forse achterstanden op het gebied van gezondheid en participatie. Er is sprake van hardnekkige problematiek die van generatie op generatie over gaat. Eind 2018 is daarom besloten om de sturing op de aanpak van deze gezondheidsvraagstukken te veranderen. Zuid-Limburg legt daarbij de focus op het begin van de levensloop (van kinderwens tot 18 jaar).
In de lokale aanpakken is er ook veel aandacht voor achterliggende problematiek vanwege de gezondheidsachterstanden waar veel mensen met een praktische opleiding en laag inkomen mee te maken hebben. Naast de drie thema’s uit het Nationaal Preventieakkoord verbreden gemeenten hun akkoord met thema’s als sociaal welzijn en participatie. En wil men maatwerk leveren met een wijkgerichte aanpak, zoals dat in Nijmegen en Limburg wordt gedaan.
Agenda voor de toekomst
In het Nationaal Preventieakkoord is ook aandacht voor andere onderwerpen die raken aan de ambities uit het akkoord maar breder zijn dan de drie thema’s uit de deelakkoorden. Deze onderwerpen zijn opgenomen in de Agenda voor de toekomst en bespreek ik met de Klankbordgroep Preventie onder leiding van de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER).
De onderwerpen worden door verschillende partijen uit de Klankbordgroep of door het Ministerie van VWS als trekker uitgewerkt. Zo werkt NOC*NSF samen met GGD GHOR NL, de gezondheidsfondsen en de Bernard van Leer Stichting aan een voorstel om ambassadeurs in te zetten om de brede beweging naar meer gezondheid en vitaliteit te ondersteunen. Verder is onder leiding van VNO-NCW/MKB-Nederland een plan van aanpak opgesteld voor het programma Vitaal Bedrijf. Er wordt momenteel een verkenning uitgevoerd binnen het bedrijfsleven en andere sectoren en branches om de exacte uitwerking van het programma Vitaal Bedrijf vorm te geven.
E-health en digitale innovatie
Ook staat de inzet van technologie en e-health op de agenda. Dit thema vormt, evenals preventie en organiseerbaarheid van de zorg, een belangrijke pijler onder de contourennota over de toekomst van de zorg, die voor de zomer van volgend jaar wordt opgesteld. We zijn (onder meer naar aanleiding van de initiatiefnota modern preventiebeleid van het lid Veldman) samen met veldpartijen de inzet van e-health aan het versterken en aan het bekijken hoe digitale middelen beter benut kunnen worden in het preventiebeleid en in het bereiken van onze ambities en doelstellingen. Er lopen meerdere trajecten, waaronder Zorg van Nu, de samenhang met het Topsectorenbeleid en het digitaal vaardiger maken van zorggebruikers én zorgprofessionals. Ook wordt met een brede coalitie aan partijen (o.a. NHG, Patiëntenfederatie Nederland, GGD GHOR, NeLL, MIND, VNO-NCW, ZN en de VNG) stappen gezet om te komen tot een uitbreiding van de betrouwbare website thuisarts.nl en tot het realiseren van een gezamenlijk toetsingskader en app-bibliotheek van gezondheidsapps.
Verbinding met het Nationaal Sportakkoord
Op 29 juni 2018 is het Nationaal Sportakkoord «Sport verenigt Nederland» ondertekend. Er is veel samenhang tussen de ambities uit het Nationaal Sportakkoord en het Nationaal Preventieakkoord, inhoudelijk met name op het thema «bewegen» en in de gedachte dat de landelijke afspraken hun doorvertaling moeten vinden in lokale aanpakken.
Ook in de ondersteuning van gemeenten wordt actief gewezen op de mogelijkheid om de verbinding te maken tussen beide akkoorden. Bij het preventieakkoord is de ondersteuning geregeld vanuit het ondersteuningsprogramma van de VNG en bij het sportakkoord vanuit de inzet van de sportformateurs. De Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) is bij beide ondersteuningstrajecten betrokken. In het contact dat de sportformateurs hebben met de gemeenten wordt gewezen op de optie om de afspraken te verbreden naar (de thema’s van) het preventieakkoord. Op de websites www.vng.nl/lokalepreventieakkoorden, www.sportakkoord.nl en www.allesoversport.nl komen voorbeelden te staan van gemeenten die de verbinding maken tussen het sportakkoord en het preventieakkoord.
Daarnaast wordt vanuit beide programma’s actief gemonitord in hoeverre gemeenten een verbinding (willen) maken. In de praktijk zien we daar al voorbeelden van terug. De Achterhoek is een voorbeeld van een regio waar eerst een sportakkoord is gesloten en waar vervolgens nu de stap wordt gezet om de ambities te verbreden naar een preventieakkoord.
In de gemeente Venray heeft de vertaling van het Nationaal Sportakkoord en het Nationaal preventieakkoord het karakter van een Leefstijlakkoord gekregen. Venray was één van de eerste gemeente in Nederland die de keuze maakte om het Sportakkoord en Preventieakkoord met elkaar te verbinden. Inmiddels zijn 100 partners aangesloten en worden bijzondere verbindingen gelegd tussen sport, gezondheid en andere domeinen.
Het RIVM werkt samen met de partijen van de thematafels aan de voorbereiding van de eerste Voortgangsrapportage die in mei 2020 aan uw Kamer wordt aangeboden. Begin volgend jaar wordt aan de partijen gevraagd om de voortgang die in 2019 is geboekt, aan te geven. Deze informatie wordt samen met de ontwikkeling op een aantal relevante leefstijlindicatoren in beeld gebracht. Op basis hiervan kunnen we, meer dan nu het geval is, een inschatting maken of we op de goede weg zijn als het gaat om het realiseren van de doelen in 2020.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
IBO Gezonde leefstijl, april 2016, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/04/01/ibo-gezonde-leefstijl.
Beschikbaar via: www.internetconsultatie.nl/nadere_eisen_standaardverpakking_sigaretten_en_shagtabak
Een Zilveren schaal betekent dat het aanbod bestaat uit minimaal 60% betere keuzes (Schijf van Vijf) en een Gouden schaal 80%; zie ook https://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/nl.aspx.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32793-462.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.