Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juli 2019
Op 17 juli 2019 heeft het International Health Regulations Emergency Committee (onderdeel
van de WHO) de huidige ebola epidemie in de Democratische Republiek Congo (DRC) uitgeroepen
tot een internationale gezondheidscrisis, een Public Health Emergency of International
Concern (PHEIC). Het Emergency Committee heeft hiertoe besloten vanwege het al ruim een jaar voortduren
van de uitbraak, het doorlopend detecteren van nieuwe ebolapatiënten in nieuwe gebieden
of gebieden die eerder ebolavrij waren en vanwege de detectie van patiënten buiten
de uitbraakregio. De commissie heeft zijn zorgen geuit over de mogelijke regionale
verspreiding van de uitbraak en roept op tot een meer intensieve en gecoördineerde
aanpak om de risico’s te beperken. Het risico op verdere verspreiding op nationaal
en regionaal niveau is naar oordeel van de commissie heel hoog. Op mondiaal en Europees
niveau is dit risico vooralsnog laag.
Risico voor Nederland laag
Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) heeft op 18 juli 2019
een vijfde Rapid Risk Assessment uitgebracht. Ook deze risicobeoordeling geeft aan
dat het risico op ebola in Europa laag is. De enige mogelijke route om ebola in Europa
te introduceren, is via een geïnfecteerd persoon die naar Europa reist. De kans hierop
is echter erg klein, er zijn geen directe vluchten vanaf het uitbraakgebied naar Europa.
Na de vorige grote ebola-uitbraak in West-Afrika (2014–2015) is er door een groot
aantal organisaties verder gewerkt aan de voorbereidingen op een eventuele introductie
van ebola in Nederland.
Hulpverleners en beschikbare zorg
De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI), onderdeel van het Centrum
Infectieziektebestrijding van het RIVM, heeft onder meer afspraken gemaakt met Nederlandse
niet-gouvernementele organisaties waarvan werknemers in het uitbraakgebied werkzaam
zijn. Deze werknemers worden na terugkomst in Nederland gemonitord, met medewerking
van de GGD’en. Zo nodig kunnen zij in een Universitair Medisch Centrum opgenomen worden.
Speciale ambulanceteams zijn op afroep beschikbaar. Indien nodig kunnen antivirale
middelen met spoed besteld worden.
In het landelijk platform preparatie voor groep A-ziekten zijn de eisen vastgesteld
waar een behandelcentrum voor ebola aan moet voldoen. Een aantal Universitair Medische
Centra heeft aangegeven aan deze eisen te voldoen en heeft behandelcapaciteit beschikbaar
indien dit nodig is.
Tijdens de ebola-uitbraak in West-Afrika (2014–2015) heeft Nederland op verzoek van
de WHO een internationale noodhulpverlener behandeld die in Liberia met Ebola besmet
was geraakt. De patiënt is behandeld in het Calamiteiten Hospitaal en is na een succesvolle
behandeling naar Liberia teruggekeerd. Ik vind het belangrijk om ook nu de internationale
hulpverlening die in DRC plaatsvindt te ondersteunen. Ik heb dan ook opnieuw aangegeven
in principe bereid te zijn om een internationale noodhulpverlener die is besmet met
ebola, te behandelen in het Calamiteiten Hospitaal te Utrecht. Op het moment van een
concreet verzoek tot behandeling zal overleg plaatsvinden met het Calamiteiten Hospitaal
over de beschikbare en benodigde capaciteit.
Het risico op besmetting van een hulpverlener is momenteel veel kleiner dan tijdens
de ebola-uitbraak in West-Afrika doordat de meeste hulpverleners worden gevaccineerd
voordat zij in het uitbraakgebied aan het werk gaan. De kans op een verzoek tot behandeling
in het Calamiteiten Hospitaal is dan ook beperkt.
Ik ga ervan uit dat ik uw Kamer hiermee voor dit moment voldoende heb geïnformeerd.
Indien het Calamiteiten Hospitaal wordt ingezet zal ik uw Kamer hierover informeren.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins