Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2018
In het bevolkingsonderzoek darmkanker krijgen personen tussen de 55 en 75 jaar elke
twee jaar een uitnodiging voor deelname, waarbij zij thuis een informatieset met een
ontlastingstest ontvangen. Na afname van een ontlastingsmonster sturen de deelnemers
deze test in een bijgevoegde retourenveloppe op voor analyse. Bij een afwijkende uitslag
van de ontlastingtest volgt een doorverwijzing voor vervolgonderzoek (intakegesprek en coloscopie). Wanneer een deelnemer de ontlastingtest niet binnen zes weken
opstuurt, krijgt hij of zij een herinnering.
De invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker is in 2014 gestart. De invoering
gebeurt stapsgewijs, waarbij elk jaar een groter deel van de doelgroep wordt uitgenodigd.
In 2019 is de invoering volledig en vanaf dat moment zullen zo’n 2,2 miljoen personen
per jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek ontvangen.
In 2014 en 2015 hebben in totaal ongeveer 1,3 miljoen mensen aan het bevolkingsonderzoek
meegedaan. Recent is gebleken dat 604 deelnemers daarbij helaas geen uitslag hebben
gehad van hun ontlastingstest. Het gaat om gevallen waarbij deelnemers de test in
eerste instantie niet hebben teruggestuurd, maar pas nadat de tweede ronde bevolkingsonderzoek
in 2016 en 2017 was gestart en de uitnodigingen daarvoor waren uitgegaan. Zij hebben
de test uit de eerste ronde daarna alsnog opgestuurd. De houdbaarheid van deze test
was echter in de meeste gevallen verlopen, waardoor de uitslag van de test onbetrouwbaar
is.
In het automatiseringssysteem van het bevolkingsonderzoek (ScreenIT) wordt een ronde
van deelnemers na twee jaar afgesloten. De ingestuurde oude buisjes zijn weliswaar
door het laboratorium geanalyseerd, maar de uitslag is vanwege de «afgesloten ronde»
niet naar de deelnemers verzonden. Het automatiserings-systeem was er niet op ingericht
dat mensen na het verstrijken van meer dan twee jaar, deze eerste test alsnog zouden
insturen.
Het is belangrijk dat deelnemers aan een bevolkingsonderzoek goede informatie krijgen
en ik betreur dan ook dat deze groep geen terugkoppeling van hun test heeft gehad.
Inmiddels zijn alle 604 mensen schriftelijk geïnformeerd. De communicatie hierover
is daarbij op maat ingericht.
De niet-verstuurde uitslagen betreffen zowel gunstige als ongunstige uitslagen. De
uitslagen zijn deels betrouwbaar, deels onbetrouwbaar door de verstreken houdbaarheid
en deels niet te beoordelen. Mensen met een onbetrouwbare of niet te beoordelen uitslag
die niet met een nieuwe screeningsronde hadden meegedaan, hebben een nieuwe test ontvangen.
De uitslag is onbetrouwbaar wanneer de houdbaarheid van de test verlopen is. De uitslag
is niet te beoordelen wanneer mensen bijvoorbeeld alleen het formulier hebben teruggestuurd.
Tot de 604 personen die geen uitslag hebben ontvangen behoorden 35 mensen met een
ongunstige uitslag. Een ongunstige uitslag houdt in dat er bloed in de ontlasting
is gevonden. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Om de oorzaak vast te stellen
is vervolgonderzoek nodig.
Hoewel bij een aantal van deze 35 mensen met een ongunstige uitslag de houdbaarheid
van de test al was verstreken, is het zekere voor het onzekere genomen. Met elk van
deze 35 mensen heeft een arts individueel contact gehad. Zij zijn doorverwezen voor
vervolgonderzoek.
Het goed informeren van de mensen die geen uitslag hadden ontvangen stond allereerst
centraal. Daarnaast hebben de vijf screeningsorganisaties die het bevolkingsonderzoek
uitvoeren, onder regie van het RIVM, een commissie ingesteld onder leiding van een
externe voorzitter voor nader onderzoek van dit voorval. Tevens hebben de screeningsorganisaties
het voorval gemeld bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting.
Het bij het bevolkingsonderzoek naar darmkanker gehanteerde IT-systeem is inmiddels
aangepast waardoor mensen in het vervolg altijd een uitslag krijgen wanneer zij een
test opsturen. Ik vertrouw erop dat op deze wijze ook deelnemers aan het bevolkingsonderzoek
die langer wachten met het opsturen van hun test alsnog een adequaat bericht krijgen
over hun deelname. Daarnaast zal in de voorlichtingsmaterialen voortaan meer aandacht
zijn voor het feit dat de test tijdig verstuurd moet worden.
Met deze genomen maatregelen verwacht ik deze situatie in de toekomst te kunnen voorkomen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis