Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 32764 nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 32764 nr. 10 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2013
Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen uit de procedurevergadering van 18 april 2013 van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking tot de evaluatie van de regelingen energiebeperkende maatregelen en de stand van zaken bij de uitvoering van de motie Beertema (Kamerstuk 32 764, nr. 7).
Hierbij bied ik u het evaluatierapport aan over de inzet van de «crisismiddelen» in casu de regelingen van 2009 betreffende het verbeteren van de energiezuinigheid en het binnenklimaat van scholen in het primair en voortgezet onderwijs1. Deze brief bevat tevens mijn beleidsreactie op dit rapport.
Aanleiding van de evaluatie
Het kabinet Balkenende IV heeft in 2009 een extra budget uitgetrokken voor maatregelen voor scholenbouw en scholenonderhoud. Doel hiervan was de economie een impuls te geven door te investeren in energiebesparing en het binnenklimaat van schoolgebouwen. De middelen moesten op korte termijn tot besteding leiden om de economische bedrijvigheid een extra impuls te geven. In de regelingen is gekozen om in te zetten op verbeteringen van oudere schoolgebouwen, van 2003 of eerder, om daarmee de leer- en werkomgeving binnen de scholen te verbeteren. Conform de toezegging van 15 september 2011 aan uw Kamer zijn de regelingen geëvalueerd.
De belangrijkste bevindingen van de evaluatie
Met de uitvoering van de regelingen is in korte tijd een flinke impuls gerealiseerd in de bedrijvigheid van de bouwsector en in energiebesparing en verbetering van het binnenklimaat van scholen. Het budget van € 150 mln. is grotendeels besteed. Volgens de scholen is in het primair onderwijs 98% van de middelen besteed en in het voortgezet onderwijs 77%. Het merendeel van de scholen geeft aan tevreden te zijn, 60 tot 65% van de scholen zegt dat er verbeteringen zijn gerealiseerd op het gebied van energiebesparing en binnenklimaat. In maar liefst 50% van de schoolgebouwen in het primair onderwijs en 30% van de schoolgebouwen in het voortgezet onderwijs zijn verbeteringen gerealiseerd. De bereikte energiebesparingen zijn aanzienlijk en worden geschat op circa € 20 mln. per jaar. De evaluatie geeft aan dat de middelen niet altijd exact besteed zijn zoals vermeld in de goedgekeurde aanvraag. De subsidie is in echter wel in alle gevallen besteed aan verbetermaatregelen zoals bedoeld in de regelingen.
Tot slot is een beperkt aantal schouwingen uitgevoerd, waarbij de scholen onder andere is gevraagd een beoordeling te geven van het technisch functioneren van de aangebrachte voorzieningen. Hieruit blijkt dat in de meeste gevallen de voorzieningen naar behoren functioneren, behalve als het gaat om het functioneren van luchtbehandelingssystemen.
Beleidsreactie
Ik stel vast dat de doelstelling van de regeling is gerealiseerd. De regeling heeft in de bouwsector (inclusief toeleveranciers) op korte termijn een aanjaageffect bereikt en heeft in de onderwijssector geleid tot een forse besparing op energiekosten en een verbetering van het binnenklimaat van schoolgebouwen.
Conform de opzet van de regelingen zijn scholen die dat het beste konden gebruiken, geholpen om verbeteringen aan te brengen. Het merendeel van de scholen is dan ook tevreden over het gerealiseerde voorzieningenniveau.
De geschatte besparing op energiekosten bedraagt € 20 mln. per jaar. Dat is een mooi rendement en deze besparing op de exploitatiekosten kunnen de scholen in deze moeilijke periode goed gebruiken.
Een beperkt deel van de middelen is onbesteed gebleven, ondanks de verlenging van de realisatietermijn met acht maanden. Vertraagde levering van bestelde voorzieningen of uitstel van de nodige voorbereidingen voor de maatregelen waren oorzaken hiervan.
Voor zover de middelen niet altijd exact besteed zijn conform de goedkeuring lijkt het er op dat in de meeste gevallen de school vaak alsnog voor een andere verbetering gericht op energiezuinigheid en binnenmilieu heeft gekozen. Dit laat ik nog nader uitzoeken. Mijn voorlopige inschatting is dat de gedetailleerde regels en de korte realisatietermijn ertoe hebben geleid dat de middelen niet altijd adequaat zijn besteed en dat de uitvoeringslasten hoog waren. Aan de andere kant is het positief dat scholen en gemeenten naast cofinanciering ook extra eigen middelen hebben toegevoegd. De belangrijkste redenen voor deze extra investeringen zijn dat het eigen investeringsplan versneld kon worden doorgevoerd en dat de regeling bovendien meer grootschalige investeringen mogelijk heeft gemaakt.
In de meeste gevallen functioneren de voorzieningen in technische zin goed, Het gaat daarbij om voorzieningen als dubbel glas, het plaatsen van een nieuwe CV-ketel, het aanbrengen van radiatorkranen en dakisolatie. Het is gebleken dat alleen de luchtbehandelingssystemen niet altijd adequaat functioneren. Aangezien dit kostbare systemen zijn is dat een ernstige zaak. Ik ga ervan uit dat, waar dit het geval is, leveranciers en installateurs bereid zijn de gebreken in overleg met de scholen op te lossen.
Alles overziend concludeer ik dat de regelingen voor wat betreft de behaalde opbrengsten hun nut hebben bewezen, met verbeteringen op tal van scholen, een impuls aan de werkgelegenheid en een duurzame energiebesparing.
In de motie Beertema wordt benadrukt dat middelen die voor het onderwijs zijn bedoeld, daar ook terecht moeten komen. In het regeerakkoord «Bruggen slaan» van 29 oktober 2012 is opgenomen dat structureel 256 miljoen uit het Gemeentefonds wordt overgeheveld naar de lumpsum-vergoedingen die de schoolbesturen vanuit het Rijk ontvangen. Daarmee zijn de in de motie voorgestelde maatregelen niet meer nodig om het in de motie geformuleerde doel te bereiken.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32764-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.