32 757 Bouwbesluit 2012

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2012

Op 18 januari jongstleden heb ik u toegezegd om de U-waarde en de Rc-waarde voor nieuwe gebouwen aan te scherpen mits de maatregelen kosteneffectief zijn. Ik bied u hierbij de resultaten van de studie naar de kosteneffectiviteit aan alsmede mijn beleidsvoornemens op basis van de resultaten van de studie.1

Ik concludeer op basis van de rapportage het volgende:

  • 1. Een aanscherping van de U-waarde tot het niveau van HR++-glas is kosteneffectief.

  • 2. Een verhoging van de Rc van 3,5 m2K/W naar 5,0 m2K/W is niet kosteneffectief, maar niet in sterke mate.

Op basis van deze conclusies ben ik het volgende voornemens.

Per 1 januari 2013 zal ik de minimale eis voor de U-waarde voor nieuwe gebouwen aanscherpen naar het niveau van HR++-glas. Ondanks dat de verhoging van de Rc-waarde thans nog niet kosteneffectief is, zal ik deze toch invoeren. De termijn van inwerkingtreding zal ik echter bepalen op 1 januari 2015.

Hiermee wil ik tegemoet komen aan de wens van de Tweede Kamer om een goede schilkwaliteit te waarborgen. Ik wil hiermee echter ook gehoor geven aan de signalen uit het veld die ik de afgelopen periode heb gekregen. Verschillende marktpartijen, waaronder de ondertekenaars van het Lente-akkoord energiezuinige nieuwbouw hebben mij laten weten dat zij wel voorstander zijn van een verhoging van de Rc-waarde, maar graag meer voorbereidingstijd hebben. Met een verhoging van de Rc-waarde naar 5,0 m2K/W op 1 januari 2015 krijgen zij deze voorbereidingstijd gecombineerd met de verzekering dat op die datum de Rc-waarde ook daadwerkelijk zal worden verhoogd naar voornoemd niveau.

Mijn verwachting is bovendien dat door deze aangekondigde verhoging van de Rc-waarde partijen zich zo kunnen voorbereiden dat de verhoging van de Rc-waarde op dat moment wel kosteneffectief zal zijn.

Met mijn voornemen geef ik tevens invulling aan de motie Jansen c.s. inzake de Rc-waarde van de gebouwschil (32 757, nr. 9) en de motie De Boer/Verhoeven inzake verbeteringen in de schilisolatie (32 757, nr. 27).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven