32 740 Fiscale agenda

Nr. 18 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2014

Bij brief van 22 mei 2014 en bij brief van 4 juni heeft de griffier van de vaste commissie voor Financiën namens de vaste commissie voor Financiën het verzoek gedaan om u te informeren over de stand van zaken en het tijdpad met betrekking tot diverse fiscale stukken en brieven. In deze brief informeer ik u daarover.

De commissie heeft in de eerste plaats geïnformeerd naar een aantal specifieke stukken:

  • Het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2014 is op 3 juni aanhangig gemaakt bij uw Kamer (Kamerstuk 33 950). De spoedige behandeling die uw Kamer voor ogen heeft – getuige de voorziene inbrengdatum van 13 juni voor het verslag – onderschrijf ik. Mijn streven is om de eerste helft van volgende week nog een nota van wijziging op het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2014 in te dienen (Kamerstuk 33 950, nr. 4). Naar ik hoop kan deze nota van wijziging nog worden betrokken bij het verslag(Kamerstuk 33 950, nr. 5);

  • De antwoorden op het schriftelijk overleg inzake één bankrekeningnummer en de antwoorden op het schriftelijk overleg over de rapportage over toeslagen en de uitvoering van de motie Koolmees inzake het innen van onterecht uitgekeerde toeslagen zijn op 2 juni naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 31 066, nr. 203 en Kamerstuk 17 050, nr. 479);

  • De autobrief 2.0 zal kort na Prinsjesdag naar de Kamer worden gestuurd. Bij de behandeling van het Belastingplan 2013 is een evaluatie van de Wet uitwerking autobrief 2011 toegezegd. Deze evaluatie zal meelopen in de autobrief 2.0. De planning is om het laatste kwartaal van 2014 te komen met een wetsvoorstel, waarbij invoering is voorzien per 1 januari 2016. Voor de branche is het belangrijk om voldoende «leadtime» te hebben. Dat betekent dat voor 1 juli 2015 duidelijk moet zijn of het wetsvoorstel op de instemming van uw Kamer kan rekenen.

Verder heeft de commissie gevraagd om een overzicht van de brieven en andere stukken over fiscale onderwerpen die nog voor het zomerreces naar uw Kamer worden gestuurd. Bij deze inventarisatie past de kanttekening dat een dergelijke opsomming altijd onder voorbehoud is, omdat er omstandigheden kunnen zijn waardoor de planning van bepaalde brieven en stukken wijzigt. Het is dus mogelijk dat brieven en stukken van deze lijst alsnog niet voor de zomer naar uw Kamer worden gestuurd, of dat andere stukken die niet op de lijst staan alsnog wel voor de zomer verstuurd kunnen worden. Met dit voorbehoud in het achterhoofd, kom ik tot het volgende overzicht van stukken dat nog voor de zomer zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer:

  • Een integrale analyse van de winstbox;

  • Een brief over de werkkostenregeling;

  • Een wetsvoorstel ter goedkeuring van het verdrag tussen Nederland en de VS om internationale belastingnaleving te verbeteren en FATCA te implementeren;

  • Een brief over de invulling van de afvalstoffenbelasting;

  • Een brief over btw op isolatiematerialen;

  • Een brief naar aanleiding van de motie Oosenbrug (PvdA)/Van der Linde (VVD) waarin de regering wordt opgeroepen het BSN en het btw-nummer los te koppelen (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 23);

  • Een brief over de btw-gap; en

  • Het wetsvoorstel waarin de medeverantwoordelijkheid voor de opdrachtgever wordt geregeld; het streven is ook dit wetsvoorstel voor de zomer bij uw Kamer aanhangig te maken.

Tot slot nog het volgende. Begin maart heb ik uw Kamer gemeld dat het mijn streven is de kabinetsreactie op het advies van de commissie Van Dijkhuizen in het tweede kwartaal van dit jaar aan uw Kamer te sturen. Inmiddels is mij gebleken dat van diverse zijden de behoefte bestaat aan een bredere beschouwing op het belasting- en toeslagenstelsel en niet louter een reactie op de adviezen van de commissie Van Dijkhuizen. Ook in de Brede agenda van de Belastingdienst heb ik aangegeven dat het nodig is het stelsel in bredere zin tegen het licht te houden. Dit is een veelomvattend en daardoor complex proces dat vraagt om een zorgvuldige voorbereiding. Ik ben voornemens u na de zomer een brief met mijn bredere beschouwing te sturen.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven