De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat ca. 250 miljoen Dalits het slachtoffer zijn van talloze schendingen van fundamentele mensenrechten en dat
deze groep disproportioneel lijdt onder schendingen van arbeidsrechten in productieketens van Nederlandse bedrijven, waaronder
in de kleding, zaden en natuursteen;
constaterende, dat het Internationale Dalit Solidarity Network een cruciale rol speelt in het bestrijden van kastendiscriminatie
maar dat de beoogde financiering door Buitenlandse Zaken, na een overbruggingssubsidie, alsnog lijkt te worden afgewezen;
verzoekt de regering het onderwerp kastendiscriminatie in de EU en alle relevante internationale gremia aan de orde te stellen,
waaronder in de onderhandelingen van het EU-lndia vrijhandelsverdrag, VN-organisaties (waaronder de ILO), de Wereldbank en
het IMF;
verzoekt de regering tevens in samenwerking met Denemarken het thema kastendiscriminatie in de VN-Mensenrechtenraad te blijven
agenderen, onder meer via het zich uitspreken over, steun verwerven voor en het aannemen van de concept-VN-Richtlijnen tegen
Discriminatie op basis van Werk en Afkomst in de VN-Mensenrechtenraad;
verzoekt de regering voorts te bevorderen dat het bestrijden van kastendiscriminatie een integraal onderdeel wordt van het
mvo-beleid van Nederlandse en Europese bedrijven, inclusief de productenketens, die in landen actief zijn waar kastendiscriminatie
wordt gepraktiseerd;
verzoekt de regering ten slotte, de financiering van het International Dalit Solidarity Network te continueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind