Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 augustus 2011
Onder verwijzing naar het verzoek van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van 28 juni 2011 met kenmerk 2011Z14253/2011D36042 over een verzoek om aandacht voor de situatie van de Tamils in Sri Lanka, informeer ik u als volgt.
In mei 2009 kwam in Sri Lanka een eind aan de opstand van de Tamil Tigers (»Liberation Tigers of Tamil Eelam» (LTTE) en enige
andere Tamil verzetsgroepen) tegen de Srilankaanse overheid die af en aan meer dan 26 jaar duurde. De strijd ging gepaard
met talrijke en ernstige schendingen van de mensenrechten van beide kanten. Een deel van de in ballingschap levende Tamildiaspora
heeft het ideaal van een eigen Tamilnatie in Sri Lanka ondanks het einde van de burgeroorlog niet losgelaten.
De mensenrechtenschendingen aan beide kanten in de nadagen van de burgeroorlog worden beschreven in het in april jl. verschenen
rapport van de Secretaris-Generaal van de VN. Dit rapport heeft veel aandacht van de internationale gemeenschap getrokken.
Voor de goede orde volgt het rapport in bijlage.
De door uw Kamer ontvangen petitie van ICAD1 benoemt alleen (mogelijke) oorlogsmisdaden van het Srilankaanse leger zoals aanvallen op Tamilburgers en buitenrechtelijke
executies. Volgens het VN rapport heeft ook de LTTE zich schuldig gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen, zoals het
gebruik van burgers als menselijke schilden, het doodschieten van burgers die het geweld wilden ontvluchten en het rekruteren
van kinderen als soldaat. Ook een recent uitgekomen UNICEF-rapport spreekt van door de LTTE gerekruteerde kindsoldaten. De
LTTE staat sinds 2006 op de EU-lijst van terroristische organisaties.
De Nederlandse regering onderschrijft de conclusie van het rapport van de SGVN dat zowel de regeringstroepen als de Tamiltijgers
zich vooral tijdens de laatste maanden van de oorlog hebben schuldig gemaakt aan ernstige schendingen van het internationaal
humanitair recht en de universele mensenrechten.
Beide partijen moeten verantwoordelijkheid nemen voor hetgeen in het verleden is gebeurd, en beide partijen dienen aansprakelijk
te worden gesteld voor de vermeende misdaden indien deze bewezen worden. Schoon schip maken is een voorwaarde voor uiteindelijke
verzoening van alle bevolkingsgroepen in Sri Lanka -Singhalezen, Tamils en Moslims.
Nederland spant zich in EU-verband en in de Mensenrechtenraad in om de regering van Sri Lanka te bewegen rekenschap af te
leggen over de gebeurtenissen en over te gaan tot een snelle politieke regeling met de Tamils. Mocht er aan het einde van
dit jaar nog geen vooruitgang zijn, dan moet de EU zich beraden over andere mogelijkheden.
Over «de meer dan 100 000 Tamils die in zogenaamde modeldorpen verblijven», waaraan in de petitie wordt gerefereerd, meld
ik dat dit aantal volgens de gegevens van UNHCR niet juist is. Van de ongeveer 300 000 oorspronkelijke ontheemden zouden er
momenteel nog ongeveer 11 000 in kampen leven. De rest is teruggekeerd naar huis, of ondergebracht bij familie.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal