De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister voornemens is de KMS te verplaatsen uit Weert, en dat
de gemeente Weert en de provincie Limburg de gelegenheid hebben gekregen om met alternatieve
plannen te komen om de Van Hornekazerne te behouden;
overwegende dat het door de gemeente Weert en de provincie Limburg opgestelde businessplan
«KMS 2020, Kazerne van de Toekomst» inhoudelijk veelbelovend is, maar vooralsnog voor
de voorzienbare toekomst slechts uitzicht biedt op een concrete besparing van ruim
€ 200 000 per jaar;
overwegende dat de in het businessplan gepresenteerde voorstellen op het gebied van
vermaatschappelijking, economisch medegebruik en verduurzaming perspectief kunnen
bieden op aanvullende besparingen op de exploitatielasten van de Van Hornekazerne;
overwegende dat de suggestie van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg tijdens
de hoorzitting van 11 juni jl. voor een extra incidentele bijdrage nog niet gematerialiseerd
is;
verzoekt de regering, om de gemeente Weert en de provincie Limburg een extra periode
van drie maanden de gelegenheid te geven voor een nadere uitwerking van het businessplan,
waarbij concrete, te valideren bedragen moeten worden gekoppeld aan de plannen voor
vermaatschappelijking, economisch medegebruik en verduurzaming, om zo te komen tot
een substantiële verlaging van de jaarlijkse exploitatielasten van de Van Hornekazerne,
en gedurende die periode geen onomkeerbare stappen te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.