Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2013
Hierbij informeer ik uw Kamer over het overleg dat mijn ministerie op ambtelijk niveau
met de Europese Commissie heeft gevoerd over de gebiedsgerichte aanpak van de sanering
van het diepere grondwater. Aanleiding voor dit overleg was een toezegging van mijn
ambtsvoorganger, gedaan tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van
de Wet bodembescherming (Gebiedsgerichte aanpak van de verontreiniging van het diepere
grondwater)1 op 18 januari 2012. Naar aanleiding van een uiteindelijk ingetrokken motie van het
lid Van Veldhoven2 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd dat mijn ministerie met de Europese Commissie
in contact zou treden over de staatssteunaspecten van de gebiedsgerichte aanpak. Hiermee
werd beoogd ondernemers vooraf zoveel mogelijk rechtszekerheid over de gebiedsgerichte
aanpak te geven, naast de rechtszekerheid die de regeling in de Wet bodembescherming
aan ondernemers geeft dat zij de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid voor verontreinigingspluimen
in het grondwater kunnen afkopen. Mijn ambtsvoorganger heeft tevens toegezegd uw Kamer
te informeren over de uitkomsten van het overleg met de Europese Commissie.
Het overleg met de Europese Commissie heeft er niet toe geleid dat vooraf in algemene
zin precies kan worden aangegeven wanneer in individuele gevallen van een gebiedsgerichte
aanpak al dan niet sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Dit sluit aan bij de opmerkingen
die mijn ambtsvoorganger tijdens het debat met uw Kamer heeft gemaakt, dat de specifieke
afspraken die per gebied worden gemaakt bepalen of sprake is van onrechtmatige staatssteun.
Het overleg met de Europese Commissie heeft wel duidelijkheid gebracht over de uitgangspunten
die daarbij moeten worden gehanteerd.
Om staatssteun te voorkomen, is volgens de Europese Commissie het beginsel «de vervuiler
betaalt» van belang. Dit brengt mee dat saneringsplichtige veroorzakers en eigenaren
van historische verontreinigingen die hun (publiekrechtelijke) verantwoordelijkheid
voor de sanering in het kader van de gebiedsgerichte aanpak aan de gebiedsbeheerder
overdragen, de kosten van deze aanpak, die overeenkomen met hun gezamenlijke aandeel,
volledig voor hun rekening nemen. De Richtlijn milieuaansprakelijkheid geeft een ruime
definitie van het begrip kosten, waaronder bijvoorbeeld ook onderzoek en monitoring
vallen. Ook moet er op worden gelet dat projectontwikkelaars geen ongeoorloofde staatssteun
ontvangen.
De Europese Commissie heeft er begrip voor dat het in een gebied waar de verontreinigingen
door elkaar lopen, niet mogelijk is ieders verantwoordelijkheid en aandeel in de kosten
afzonderlijk te bepalen. Zij heeft tegen de Nederlandse aanpak op dit punt geen bezwaren
uit een oogpunt van staatssteun.
Voor zover volgens het nationale recht niemand voor de verontreiniging verantwoordelijk
kan worden gesteld, kunnen volgens de Europese Commissie de kosten van de gebiedsgerichte
aanpak door de gebiedsbeheerder worden gedragen, zoals de kosten van sanering van
de meeste verontreinigingen die voor 1975 zijn ontstaan.
Met het voorgaande hoop ik uw Kamer naar tevredenheid te hebben geïnformeerd over
de Europese aspecten van de financiering van de gebiedsgerichte aanpak van grootschalige
verontreiniging van het diepere grondwater.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld