32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2011

In het algemeen overleg met uw Kamer over piraterijbestrijding d.d. 23 juni jl. (Kamerstuk 32 706, nr. 15) is gesproken over de inzet van laserwapens die permanente blindheid veroorzaken. Naar aanleiding van vragen van het lid De Roon heb ik toegezegd uw Kamer schriftelijk in te lichten over de inzet van dergelijke laserwapens.

De Wet wapens en munitie (Wwm) kent een categorisering van wapens. Voor elk van deze categoriëen gelden afzonderlijke bepalingen. Op grond van artikel 3, aanhef en onder e van de Regeling wapens en munitie is bepaald dat een laserwapen dat specifiek ontworpen is om permanente blindheid te veroorzaken onder categorie I van de Wwm valt. Artikel 13 lid 1 van de Wwm bepaalt dat het verboden is een dergelijk wapen te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan.

Artikel 13 lid 2 bepaalt dat ik onder voorwaarden ontheffing kan verlenen van één of meer verboden van artikel 13 lid 1 met het oog op gebruik door de Krijgsmacht, onderwijs ten behoeve van de politie en de overige openbare dienst en doorvoer van wapens of munitie.

Het voorhanden hebben en gebruiken van laserwapens die ontworpen zijn om permanente blindheid te veroorzaken door particulieren is verboden. De Wwm kent in tegenstelling tot bovengenoemde ontheffingen geen ontheffingsregime voor particulieren voor dit soort wapens. Dit ligt anders als het om de krijgsmacht gaat. Ook voor schepen die onder Nederlandse vlag varen en die zich al dan niet bezighouden met de beveiliging van koopvaardijschepen alsook voor schepen die zich in de territoriale wateren van Nederland bevinden en zich al dan niet bezighouden met de beveiliging van koopvaardijschepen, is het dus verboden om dergelijke laserwapens voorhanden te hebben en in te zetten.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten