32 678 Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2014

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Defensie (ingezonden op 21 maart 2014) informeer ik u hierbij over de stand van zaken rond de verhuizing van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) naar de Kromhoutkazerne.

Het voorgenomen besluit tot verhuizing van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) naar de Kromhoutkazerne in Utrecht is nu onderwerp van bespreking met de Medezeggenschapscommissie. Dit kan nog enkele maanden duren.

Voor een antwoord op de specifieke vragen in het verzoek, verwijs ik u naar de bijlage bij deze brief.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Vragen en antwoorden

1.

De kennis en ervaring van de DMO zit vooral bij de burger medewerkers en minder bij de (frequent van functie wisselende) militaire medewerkers. De benodigde kennis en ervaring is schaars en dreigt te verdwijnen door onder andere de aanstaande verhuizing naar de Kromhout Kazerne, doordat burgers die nog de kans hebben op een andere baan, mogelijk vertrekken. DMO moet het hebben van kennis en ervaring. Kan hiermee de continuïteit van de DMO in het geding komen?

De ervaring met verhuizingen van defensie-eenheden leert dat een deel van het personeel dit aanvaardt en dat een ander deel een andere werkkring zoekt. Op dit moment is er geen reden om aan te nemen dat de continuïteit van de DMO in het geding komt. Overigens is bij recente verhuizingen naar Utrecht, van het Commando Diensten Centra en van het IvenT-Joint IV Commando, de uitstroom beperkt gebleven.

2.

Welke andere mogelijke opties om de Kromhout te vullen, voorziet u voor de komende periode van 5 jaar? Bijvoorbeeld rijksbreed in het licht van de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf, maar ook in de private sector?

Vooralsnog is er geen andere structurele oplossing voorhanden. Andere ministeries en uitvoeringsorganen van de overheid hebben eerder belangstelling getoond, maar vraag en aanbod pasten niet goed op elkaar. De Kromhoutkazerne is ook in de opstelling van het rijksbrede Masterplan kantoorhuisvesting Utrecht in beschouwing genomen. In dit opzicht brengt de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf geen verandering, maar het overleg tussen Rijkspartijen zal intensiever worden. Ook zal het medegebruik van rijkskantoren door de betrokkenheid van het Rijksvastgoedbedrijf op termijn ongetwijfeld toenemen.

3.

De verhuizing naar de Kromhout houdt tevens een overgang naar Het Nieuwe Werken (HNW) in, want de Kromhout is daar specifiek voor ingericht en die inrichting is niet zo maar te veranderen. Niet alle soorten van activiteiten die bij de DMO uitgevoerd worden, lenen zich voor HNW. De hoeveelheid en kwaliteit van de output van bepaalde soorten van activiteiten kan mogelijk negatief beïnvloed worden. Welk onderzoek heeft u gedaan naar de effecten van HNW op de bedrijfsvoering en output van het Haagse deel van de DMO?

Ook zonder verhuizing naar de Kromhoutkazerne zou de DMO op het Nieuwe Werken overgaan. Want het Nieuwe Werken is erop gericht de juiste werkomstandigheden te creëren, afhankelijk van de taken van een organisatiedeel. Op het overgrote deel van de activiteiten van de DMO is het Nieuwe Werken uitstekend toepasbaar. De inrichting van het gebouw zal enigszins worden aangepast met het oog op specifieke werkzaamheden die bijzondere voorzieningen vereisen. Er is dan ook geen aanleiding voor een onderzoek naar de effecten van het Nieuwe Werken op de DMO.

4.

De verhuizing van de D-DMO is ingegeven door noodzakelijke efficiëntie maatregelen. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat deze maatregelen gestoeld zijn op gedegen onderzoek in de vorm van een business case waarin met specificaties duidelijk gemaakt is wat de kosten en opbrengsten zijn van de verhuizing naar de Kromhout in vergelijking met de huidige situatie van huisvesting in de Frederik Kazerne. Heeft u een business case laten opstellen en kan deze beschikbaar gesteld worden aan de Kamer? Zo nee, waarom niet?

Vulling van de Kromhoutkazerne is van belang omdat Defensie nu betaalt voor werkplekken die niet worden benut. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de verschillende mogelijkheden om de Kromhoutkazerne te vullen. Daaruit kwam de DMO naar voren als het organisatiedeel dat het meest geschikt is voor een optimale vulling van de kazerne. Het uitvoeren van een nog gedetailleerdere analyse (business case), waarin de andere opties tot vulling van de kazerne worden vergeleken, levert geen meerwaarde op.

5.

Het grote merendeel van het personeel van het Haagse deel van de DMO is geen voorstander van de verhuizing naar de Kromhout Kazerne. Welke maatregelen zullen genomen worden om het voor het personeel aantrekkelijk te maken om naar de Kromhout te verhuizen? Is een compensatie voor extra reistijd en extra reiskosten voorzien? Zo ja in welke vorm?

In een enquête heeft 63 procent van het personeel opgegeven geen voorstander te zijn van een verhuizing naar Utrecht. Hoewel ik begrip heb voor de gevoelens van het personeel, moet ik maatregelen nemen om de bezuinigingen uit te voeren waartoe het kabinet heeft besloten. Om de operationele slagkracht zoveel mogelijk te ontzien zijn organisatorische ingrepen nodig, onder meer met het oog op een doelmatiger belegging van het vastgoed. Dat raakt heel Defensie, ook de Haagse DMO. Binnen de geldende arbeidsvoorwaarden kan maatwerk worden geleverd om voor individuele medewerkers de gevolgen van de verhuizing te verzachten. Dit is ook onderwerp van overleg met de Medezeggenschapscommissie.

Naar boven