Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2013
Mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu informeer ik u over de
herziene planning voor het project Zuidasdok.
In de zomer van 2012 hebben het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente
Amsterdam, de provincie Noord Holland en de stadsregio Amsterdam een voorkeursbeslissing
genomen voor het project Zuidasdok.
In het najaar 2012 is begonnen met de planuitwerkingsfase. Hierbij is ook de planning
voor dit project opnieuw bekeken. Dit levert een beter onderbouwde planning op, maar
ook het beeld dat het project later opgeleverd zal worden.
In het MIRT-projectenboek 2013 is uitgegaan van oplevering in 2021–2025. De deterministische
planning die nu is opgesteld, gaat uit van oplevering in 2026. De probabilistische
85% planning1 gaat uit van 2028.
De stroom OV-reizigers op stations Amsterdam Zuid zal naar verwachting de komende
jaren groeien als gevolg van de Hanzelijn, de aanlanding van de Noord-Zuidlijn (opening
2017) en OV-SAAL. De vraag is of het project wel tijdig gereed komt om deze ontwikkelingen
te kunnen faciliteren. Aan het project zal worden opgedragen om de gevolgen van de
aangepaste planning beter in beeld te brengen en om eventuele versnellingsmaatregelen
te onderzoeken, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden tot
versnellen in de periode van de bouwwerkzaamheden.
Omdat deze planning pas recent is opgeleverd, is deze nog niet betrokken bij de invulling
van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds. De effecten van deze gewijzigde planning
worden nader uitgewerkt. In de Begroting 2014 zal ik u nader informeren over de eventuele
effecten. Vooralsnog ga ik er vanuit dat dit niet of nauwelijks ruimte biedt voor
de versnelling van andere projecten.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus