32 647 Levensbeëindiging

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2014

Met deze brief reageer ik, mede namens mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie, op het verzoek van uw Kamer om u onze reactie toe te zenden op het artikel in Medisch Contact van 28 augustus 2014 over een betere toetsing van euthanasie bij psychiatrische patiënten.

De heer prof. mr. dr. Martin Buijsen betoogt in dit artikel dat er een overkoepelend orgaan voor de Regionale toetsingscommissies euthanasie (Rte) moet komen. Dit zou een breed samengestelde commissie moeten zijn, bestaande uit bijvoorbeeld een psychiater, een specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog en mogelijk ook leken. Dit onderbouwt hij door te wijzen op het feit dat het oordeel van de Rte bepalend is voor de mogelijkheid van vervolgstappen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz) en het Openbaar Ministerie (OM) en op de complexiteit van euthanasie bij psychiatrische patiënten. Voorts wijst hij op het feit dat er geen psychiater of psycholoog zitting heeft in de Rte. Tot slot voert hij aan dat de Rte beleid ontwikkelen dat effect heeft op het handelen van artsen terwijl de Rte hiervoor mogelijk te weinig legitimiteit hebben. Deze door hem voorgestelde centrale commissie zou ook een beroepsinstantie kunnen zijn voor de Rte waardoor beroep tegen een besluit van een Rte mogelijk wordt.

De wenselijkheid van een centrale, overkoepelende instantie boven de Rte is aan de orde geweest bij de behandeling van het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Bij die behandeling is geconcludeerd dat een dergelijke constructie niet nodig en wenselijk is. Er is destijds gekozen voor een stelsel met vijf Rte. Deze opzet biedt voldoende garanties wat betreft kwaliteit en transparantie. De leden van de Rte worden benoemd door de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en kunnen ook door hen uit hun functie worden ontheven. De Rte leggen door middel van het jaarverslag verantwoording af aan de regering, de Tweede Kamer en de samenleving. Als een melding onzorgvuldig wordt verklaard door een Rte dan wordt dit doorgegeven aan het OM en de IGz. Deze instanties hebben beide binnen hun eigen bevoegdheid een mogelijkheid tot verdere stappen.

Voor zaken waarin de Rte heeft geoordeeld dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld, geldt dat dit een eindoordeel is. Echter, als er nieuwe, zwaarwegende feiten bekend worden, bijvoorbeeld door aangifte van een derde of door een melding bij of door de IGZ, kan het OM te allen tijde nader onderzoek doen. Wij achten het ongewenst dat bezwaar tegen een Rte-oordeel openstaat. Dit zou afbreuk doen aan de rechtszekerheid voor artsen en zou er toe kunnen leiden dat de meldingsbereidheid van artsen afneemt.

Binnen de Rte is deskundigheid op verschillende gebieden aanwezig. Een Rte bestaat uit een arts, een ethicus en een jurist. Er zijn artsen met verschillende expertises aanwezig en dit kan ook een psychiater zijn. Het is ondoenlijk een of meer representanten in de Rte op te nemen van alle relevante specialismen. Een Rte heeft de mogelijkheid om bij een melding deskundigen te raadplegen. Daarnaast investeren de Rte in het vergroten van hun kennis en kunde, ook op het terrein van de psychiatrie. Om de zorgvuldigheid van de beoordelingen verder te vergroten stemmen de vijf Rte intern veelvuldig af. Zo wordt een melding eerst voorgelegd aan alle vijf Rte, voordat deze onzorgvuldig wordt verklaard. Complexe meldingen worden ook voorgelegd aan alle Rte. Ten slotte worden er met enige regelmaat inhoudelijke bijeenkomsten georganiseerd.

Begin 2015 komen de Rte met een code of practice. De code of practice is met name bedoeld om aan artsen een handvat te bieden en duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop de Rte de zorgvuldigheidscriteria die in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding zijn vastgelegd, in de praktijk toepassen. Dit document kan worden beschouwd als een inhoudelijk overzicht van de oordelenlijn van de Rte. Daarin heeft ook euthanasie bij psychiatrische patiënten een plaats. Het verschaffen van duidelijkheid wordt verder verhoogd door een vernieuwde website en door de publicatie van meer uitspraken.

Het huidige stelsel is na zorgvuldige afweging tot stand gekomen en voorziet in een zorgvuldige en kwalitatief hoogstaande toetsing en beoordeling van meldingen. De transparantie en de kenbaarheid van de werkwijze en oordelen van de Rte worden verder verbeterd door de aankomende code of practice. Wij achten aanpassing van het stelsel ongewenst.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven