32 645 Kernenergie

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Ontvangen ter Griffie op 14 juni 2012.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 13 juli 2012.

De algemene maatregel van bestuur is aan de Tweede Kamer overgelegd tot en met 12 juli 2012.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2012

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten in verband met de vereenvoudiging van de wettelijke regels en de vermindering van administratieve lasten voor ondernemingen die met ioniserende straling werken en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs is ik u naar de ontwerpnota van toelichting.1

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 76, eerste lid, van de Kernenergiewet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd. Het ontwerp wordt tevens in de Staatscourant bekendgemaakt om een ieder de gelegenheid te bieden binnen vier weken na publicatie opmerkingen over het ontwerp schriftelijk ter kennis te brengen aan de betrokken ministers.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overlegd. De voordracht zal in ieder geval niet geschieden voor 12 juli 2012.

Indien het ontwerpbesluit na ommekomst van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt vastgesteld zal het besluit worden toegezonden aan beide kamers der Staten-Generaal en niet in werking treden dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.

Deze voorschriften volgen uit artikel 76, tweede lid, van de Kernenergiewet.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J .M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven