Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2012
Hierbij zend ik u de tweede tussenrapportage van de Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging
van zorg voor Chronisch zieken.1 Op 11 februari 2011 is de eerste rapportage aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 32 644, nr. 1). Daarin werden de eerste waarnemingen rondom de integrale bekostiging weergegeven.
In 2010 is de integrale bekostiging van zorg voor de chronische aandoeningen diabetes,
vasculair risicomanagement (VRM) en COPD ingevoerd. De periode 2010 tot en met 2012
wordt als een overgangsperiode gezien, om na te kunnen gaan of de randvoorwaarden
voor de integrale bekostiging voldoende zijn uitgekristalliseerd. In deze periode
hebben partijen bij het afsluiten van contracten de keuze tussen de integrale bekostiging
en de reguliere bekostiging. Mijn voorganger heeft de evaluatiecommissie ingesteld
om de ontwikkelingen rond integrale bekostiging te monitoren en aan het eind van deze
periode te adviseren of de overgangsperiode kan worden beëindigd.
In deze tweede tussenrapportage zijn gegevens verzameld over de periode januari tot
en met oktober 2011. Positief is dat er op het terrein van een aantal randvoorwaarden
vorderingen zijn gemaakt. Diabetes wordt op grote schaal gecontracteerd. De contractering
van COPD en VRM is toegenomen ten opzichte van 2010, maar blijft wel achter bij diabetes.
Er wordt gewerkt aan het oplossen van ICT-problemen. De samenwerking binnen de eerste
lijn en met specialisten komt steeds meer op gang. Zorggroepen en zorgverleners rapporteren
op onderdelen positieve bevindingen over de kwaliteit van zorg.
Er zijn echter ook nog aandachtspunten te benoemen. De onderhandelingen tussen financiers,
hoofdcontractanten en subcontractanten verlopen veelal moeizaam. Er is gebrek aan
inzicht in wat wordt geleverd voor het per patiënt betaalde bedrag. De transparantie
kan en moet dus nog verder verbeteren.
In deze tussenrapportage is nog weinig zicht op de totale effecten van de integrale
bekostiging. De commissie geeft aan dat veel effecten, bijvoorbeeld op kosten en kwaliteit,
pas op langere termijn zichtbaar worden.
Medio 2012 wordt de definitieve eindrapportage verwacht met de conclusies of het veld
voldoende gereed is voor het vervallen van de overgangsregeling. Daarbij zal ook worden
ingegaan op de dan bekende effecten van integrale bekostiging op de macrokosten van
zorg.
Daarnaast verwacht ik medio 2012 het advies van de Nederlands Zorgautoriteit over
de bekostiging van de huisartsenzorg en de integrale bekostiging. Beide adviezen zal
ik betrekken bij mijn oordeelsvorming over de inrichting van de integrale zorg in
2013.
Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers